Goleman en Cherniss starten Optimaal op verrassende wijze. Ze vergelijken het begrip ‘flow’ met Emotionele Intelligentie (EI). De auteurs zijn niet op zoek naar flow, want dat kun je volgens hen niet afdwingen en komt ook te weinig voor. Daarom zetten ze flow af tegen een eigen begrip: ‘optimaal’. Dat is een situatie waarin alles gewoon goed gaat. Maar zonder de toch wat verheven connotaties die aan flow hangen.
Interessant is de constatering dat cognitieve intelligentie (IQ) nog wel belangrijk is, maar eenmaal binnen een organisatie heeft het verschil in IQ niet zoveel invloed meer op prestaties.
Amerikaans
De auteurs hanteren een schrijfstijl die ik zou typeren als ‘Amerikaans’: smeuïge anekdotes en die vervolgens met wetenschappelijke bewijs onderbouwen op basis van onderzoek. En dat onderzoek is er in ruime mate. Toch heeft dit alles iets voorspelbaars, want de teneur is: EI leidt tot betere resultaten: hogere omzet, meer betrokkenheid, minder verloop, etc. Op een gegeven ogenblik weet je dat wel als lezer.
Psychologie
Wie dit boek in zijn geheel heeft doorgelezen en de psychologie van de afgelopen jaren heeft bijgehouden ziet veel bekende namen voorbij komen zoals Angela Duckworth (Grit), Carol Dweck (Fixed and Growth Mindset), Martin Seligman (aangeleerde hulpeloosheid en aangeleerd optimisme) en Daniel Pink (Drive). Al hun inzichten lijken te passen in het concept van EI, aldus de auteurs.
Omgaan met stress
Een belangrijke observatie is dat wanneer we ons goed voelen we ook meer open staan voor zaken als klimaatverandering. Maar als mensen steeds meer geconfronteerd worden met cynisme, stress en burn out dan is het klimaat een ver-van-hun-bed-show. Hier lijkt een belangrijke taak weggelegd voor zowel de overheid als het bedrijfsleven. Het is namelijk van groot belang dat mensen leren omgaan met stress. Niet alleen vanwege schandalen op organisatieniveau, maar ook om mondiale redenen. De auteurs merken op dat topmannen worden geselecteerd op harde vaardigheden, maar dat ze ontslagen worden door een gebrek aan EI. Dit alles heeft consequenties voor het leiderschap, de cultuur, het werken in teams en uiteindelijk ook voor de aanpak en training van EI. De lezer wordt uitgebreid geïnformeerd over deze terreinen en verneemt bijvoorbeeld de vijf ingrediënten van een succesvolle EI training en hoe cultuur en leiderschap afgestemd kunnen worden op basis van EI.
Personeelsbeleid
Lastiger is het om het personeelsbeleid af te stemmen op EI. Mensen die het slecht doen op het vlak van EI hebben vaak geen zelfinzicht en zullen van zichzelf zeggen dat ze emotioneel intelligent zijn. De auteurs raden overigens ook niet aan om EI in te zetten voor wervingsdoeleinden. Het kan immers riskant zijn om de ene kandidaat boven de andere te verkiezen op basis van EI-evaluaties.
Goleman en Cherniss sluiten Optimaal af met het hoofdstuk ‘De toekomst van EI’. Door de opkomst van Artificial Intelligence (AI) wordt EI steeds belangrijker en naar alle waarschijnlijkheid een onderscheidende factor. Als de inhoud van het werk steeds meer door robots en AI wordt verricht, zal het verschil vooral worden gemaakt door de manier waarop bedrijven met hun mensen omgaan.
Al met al een zeer prettig leesbaar boek, met een boodschap die niet langer ontkend kan worden. Een boodschap waarbij de volgende vraag centraal zal komen te staan: Hoe dan?
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.