Uw boek is een filosofisch onderzoek naar het verschijnsel ‘opnieuw beginnen’. Hoe kwam u op dat onderwerp?
Het werd Marli twee jaar geleden aangedragen door de redactie van Filosofie Magazine, waarvan zij vast medewerker is. Toen ik haar stuk daarna in het tijdschrift las, zag ik er meteen een boek in voor een wat breder publiek, waaraan ik graag zou willen meeschrijven. Wat ons er vooral aan interesseerde, was dat het begrip ‘opnieuw beginnen’ direct met de begrippen ‘tijd en identiteit’ te maken heeft, wat belangrijke filosofische begrippen zijn. We hoopten iets interessants en nieuws te kunnen schrijven wanneer we deze drie begrippen in één boek zouden samenbrengen.
Wat wilde u eigenlijk precies te weten komen over dat opnieuw beginnen?
We wilden om te beginnen weten waarom het zo'n aansprekend begrip is dat in zoveel vormen steeds weer opduikt. Hoe zijn schrijvers er in verschillende tijden mee omgegaan? Daarnaast waren we nieuwsgierig wat het in de praktijk betekende om onder een min of meer nieuwe identiteit verder te leven. Hoe gebeurt dan in de literatuur, en hoe in de werkelijkheid?
Hoe heeft u dat onderzoek aangepakt? Waren er nog specifieke problemen waar u tegenop liep? Hoe heeft u die opgelost?
We zijn begonnen met lange gesprekken met elkaar, vooral over de vraag wat er allemaal níet in het boek moest komen. We hebben het onderwerp eerst moeten afbakenen, wat voor ons al heel verhelderend was. Daarna hebben we twee weken non-stop geschreven, op basis van onze gesprekken. Toen kreeg het boek voor het eerst structuur. Daarna volgden er maanden waarin we veel zijn gaan lezen en herlezen, om het betoog scherper, meer gefundeerd en consistenter te krijgen. Ons belangrijkste materiaal was vanaf het begin: alles wat we ooit gelezen en beleefd hadden, en dat was uiteraard heel veel. Ons voornaamste probleem was om dat nu weer terug te halen, het opnieuw te definiëren in het licht van onze vraagstelling, en het tot een samenhangend, veelzeggend geheel samen te smeden. Dat kun je alleen maar bereiken door vrij vaak door de tekst te gaan, en je steeds af te vragen: klopt dit, kan het scherper, en wat draagt dit bij aan ons betoog. Uiteindelijk zijn we ieder zeker twintig keer door het boek heen gegaan en hebben we steeds weer grote en kleine dingen aangepast tot het naar ons gevoel 'liep'.
Waarom heeft u speciaal voor een filosofische benadering gekozen? Had het ook gekund vanuit de demografie, de psychologie, de economie?
Ons uitgangspunt was voor een deel van demografische, psychologische en economische aard: hoeveel mensen beginnen er opnieuw, en waarom is daar nu meer aanleiding toe dan vroeger? Maar waar we stuitten op begrippen als ‘opnieuw’ en ‘een ander worden’, konden we niet om de filosofie heen. Ook waar het gaat om de omgang met het verleden, en het opnieuw vertellen van onze levensverhalen - essentiële onderdelen voor wie opnieuw begint - hadden we de filosofische methode nodig. Die methode hield voor ons overigens in dat er ook veel naar de literatuur hebben gekeken. Vaak laten schrijvers en dichters in hun boeken aspecten van de werkelijkheid zien, waar de wetenschap nog geen vat op heeft.
Wat vindt u zelf al met al de belangrijkste resultaten van uw onderzoek?
We hebben het ‘opnieuw beginnen’ ontwikkeld van een kreet, een onderbuikgevoel, een reclamezin bijna, tot iets wat een gezicht heeft. Het is nu mogelijk geworden er rationeler over na te denken. Zoals andere schrijvers vóór ons de weemoed, het onderbewustzijn of het geheugen hebben verduidelijkt, zo hebben wij - hopelijk - inhoud gegeven aan ‘opnieuw beginnen’. Gezien de populariteit van het idee, werd het hoog tijd dat dat gebeurde.
Heeft u ook een beeld van wat opnieuw beginnen betekent voor ondernemers en managers, voor hun organisaties?
Voor ondernemers en managers is opnieuw beginnen een essentieel begrip geworden omdat - meer nog dan het wonen en onze emotionele relaties - de arbeid in toenemende mate gekenmerkt wordt door een voortdurende vernieuwing. Bedrijven hebben de afgelopen eeuwen altijd veranderingen doorgemaakt, maar nog nooit is het zo snel gegaan als nu. Er zijn steeds minder mensen die jarenlang hetzelfde werk doen, misschien omdat er tegenwoordig meer onrust in de mensen zit dan vroeger, maar vooral omdat de aard van het werk en de werkverhoudingen razendsnel veranderen. Daardoor moet iedereen een paar keer in zijn leven een nieuw perspectief ontwikkelen. Mensen gaan regelmatig door overgangssituaties heen. Ze krijgen ook vaker met andere culturen te maken. Dat betekent dat ze met een nieuwe blik naar zichzelf moeten kijken.
Kunt u vanuit de filosofie ook raad geven aan mensen die opnieuw willen beginnen?
Het belangrijkste is kennis te nemen van verhalen over mensen die op grote of kleine schaal iets nieuws zijn begonnen, en na te gaan waarin dat nieuwe nu precies zit. Vaak zit er onder elke vernieuwing ook een constante die steeds weer naar boven zal komen. Toen we aan ons boek werkten, zijn we elkaar op een gegeven moment verhalen gaan vertellen over hoe wij zelf in ons leven steeds weer iets nieuws zijn begonnen, of hoe we dingen ‘over’ hebben gedaan die daarna vrijwel hetzelfde bleken te verlopen als de keer of de keren daarvoor. Een aantal van die verhalen hebben we ook als intermezzo's in ons boek opgenomen. Ze laten je zien hoe je - zonder dat je het soms zelf weet - in het leven voortdurend nieuwe stappen zet, metamorfoses ondergaat, en hoe je daar achteraf gezien uiteindelijk toch verder mee gekomen bent.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.