Opnieuw beginnen gaat, in de woorden van de auteurs, over alles waar je niet aan denkt wanneer je erover denkt opnieuw te beginnen. Hoe ga je na een nieuwe start om met het verleden? Kun je dat vergeten? En hoe radicaal moet een nieuw begin zijn? Moet je echt een ander worden wanneer je een nieuwe start wilt, of kun je volstaan met een nieuwe bril, een paar nieuwe bretels?
Marli Huijer is hoogleraar Filosofie aan de Erasmus Universiteit. Reinjan Mulder, opgeleid als criminoloog, werkte lange tijd voor de NRC als literatuurcriticus, werd daarna uitgever, en is nu part-time verbonden aan de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag. ‘Opnieuw beginnen’ is hun eerste gezamenlijke productie. In goed tweehonderd bladzijden doen zij verslag van hun filosofische onderzoek naar de vraag waar het ideaal van de ’schone lei’ vandaan komt, en hoe opnieuw beginnen al eeuwen een thema is dat mensen heeft geïnspireerd zichzelf te vernieuwen. Door hun betoog heen bespreken ze een groot aantal romans en biografieën waarin een frappant, zelfgekozen keerpunt voorkomt.
Zoals dat hoort bij een filosofisch onderzoek levert ‘Opnieuw beginnen’ geen eenduidige conclusies op. Ook voor direct toepasbare tips, laat staan een quick fix, zijn we bij Huijer en Mulder aan het verkeerde adres. Daar is het hen niet om begonnen. In plaats daarvan nemen zij de lezer mee op hun eigen ontdekkingsreis door de literatuur en de geschiedenis, en via als fictie gepresenteerde intermezzo’s ook een beetje door hun eigen leven en dat van hun vrienden. Want opnieuw beginnen, dat doen we allemaal wel eens. De voorbeelden die zij bespreken in de eerste hoofdstukken van hun boek laten zien hoe lastig het is om echt opnieuw te beginnen, hoe groot het verlangen ernaar ook is. Zelfs de voormalige Servische president Radovan Karadžić, die een nieuwe identiteit aannam als arts in een provincieplaatsje, werd uiteindelijk ingehaald door zijn verleden - en door het Joegoslavië-tribunaal.
De problemen die wij hebben met opnieuw beginnen, blijken alles te maken te hebben met onze opvatting van het begrip ‘tijd’. Als moderne westerse mensen ervaren we de tijd vooral als iets lineairs: we zijn ergens in het verleden begonnen, zijn op weg naar een toekomst, en bevinden ons nu ergens op de lijn tussen die twee punten. Andere samenlevingen hebben een tijdsbesef dat eerder cyclisch is: als mens maken we deel uit van de cirkel van het leven waarin dingen steeds terugkomen, misschien in een iets andere vorm maar in essentie hetzelfde, als de seizoenen in een jaar. Onze lineaire cultuur lijkt wel heel dynamisch, maar als we opnieuw willen beginnen lopen we op tegen de grenzen die worden gesteld door onze ervaring van tijd, van ontwikkeling. Terug kunnen we niet, ons verleden nemen we mee, en als we de koers verleggen moeten we ook ons verleden opnieuw interpreteren om voor ons gevoel de lijn heel te houden. Vergeleken met onze cultuur lijkt een wereld met een cyclisch tijdsbesef ouderwets en behoudend, maar misschien is daar de tolerantie voor individuele verandering, voor opnieuw beginnen, wel groter. Want alles begint altijd opnieuw - en blijft altijd hetzelfde. Dat zou wel eens een hoop stress en pillen kunnen schelen.
Aan het eind van hun boek maken Huijer en Mulder voorzichtig de balans op van wat zij noemen hun ‘reis door de wereld van de moderne metamorfoses’. Wat heeft die opgeleverd? In elk geval het inzicht dat we ons niet op de dimensies en de zegeningen van het opnieuw beginnen moeten verkijken. Het nieuwe begin is nooit een absolute breuk. Vaak gaan er jaren overheen voordat iets echt nieuws in ons geworteld is - en dan nog kan achteraf blijken dat het eigenlijk altijd al in ons leven aanwezig was. Ook kunnen zich tussen het oude en het nieuwe allerlei interessante tussenposities voordoen, waarin het nieuwe zich moeizaam en geduldig moet verweven met het oude dat soms nog behoorlijk dwingend aanwezig blijft. Niet alleen in het leven van de man of vrouw die een nieuwe relatie begint en ondertussen nog wel samen met de oude partner voor de kinderen verantwoordelijk blijft, maar - voegen wij er als lezers van managementboeken aan toe - ook in het leven van de organisatie die een nieuwe koers denkt in te slaan en die dan ontdekt hoe sterk de oude koers is verankerd in de structuren, de processen en de mensen.
‘Als onze zoektocht iets duidelijk heeft gemaakt,’ concluderen Huijer en Mulder, ‘dan is het dat met het nieuwe begin al het oude nog niet meteen voorbij is. Veel nieuwe starts zitten vol herhalingen. Bij elke nieuwe liefde kunnen we even het gelukzalige gevoel hebben in een paradijs te zijn terechtgekomen, maar daarna kan dat paradijs een vacuüm of een niemandsland blijken te zijn.’ Persoonlijk lijken de auteurs te neigen naar een meer cyclisch besef van tijd en ontwikkeling, als zij wikkend en wegend vaststellen dat we op het oog wel veel nieuws zien gebeuren en veel ouds zien afsterven, maar dat tegelijkertijd veel gebeurtenissen zich herhalen. Toch komen zij niet tot de slotsom dat we - als alles toch in essentie hetzelfde blijft - net zo goed of beter maar niet kunnen proberen te veranderen, verder te komen. Fatalisten zijn Huijer en Mulder niet. Onder dat cyclische zien zij namelijk een onderstroom waarin alles zich wel degelijk steeds vernieuwt. We mogen dan onderworpen zijn aan allerlei wetmatigheden, toch hebben we wel degelijk de mogelijkheid om zelf in te grijpen in het verhaal waarin we zitten. ‘Niet door halsoverkop uit het verhaal te stappen of door het verhaal terug te draaien, dat leidt tot niets, maar door zelf al zoekend eigen verhalen te gaan vertellen.’
Zo eindigt ‘Opnieuw beginnen’ helemaal in stijl: niet met een eenduidige conclusie maar met een voor meerdere uitleg vatbare vingerwijzing. Niet met een recept dat we slechts hoeven te volgen om het geluk te vinden maar met een aanduiding van de richting waarin we het kunnen zoeken.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.