Nicolette Kat is een ervaren coach die haar ervaringen en ideeën aan het papier heeft toevertrouwd en daarmee iets heeft toegevoegd aan de literatuur over coaching. 'Coachen met een leeg hoofd' is een toegankelijk en praktisch boek, geschreven in een directe stijl waarmee ze zich direct tot de lezer richt. Ze neemt de lezer bij de hand en loodst hem soepel door drie verschillende coachingstrajecten heen, waarbij ze voorbeelden gebruikt, oefeningen invoegt en ter illustratie haar eigen 'bloopers' niet schuwt. Kat maakt onderscheid tussen drie niveaus van coachen: de coach als expert, de coach als gids en de coach als geweten. Elk niveau kent vier dezelfde stappen, achtereenvolgens verbinden, verwonderen, verifiëren en verder gaan. Op welk niveau de coach insteekt is afhankelijk van de coachingsvraag, de ervaring van de coach en de positie van de coach ten opzichte van de coachee. Zo zal volgens Kat een direct leidinggevende niet verder (moeten) gaan dan het niveau van expert. Als de coach als gids optreedt is de coaching gericht op een taak of specialisme waarbij de coach als mentor fungeert. De vragen liggen dan op het gebied van inhoudelijke ontwikkeling; van procedures, werkwijzen, omgaan met tijd etc. De coach als gids is de coaching richt zich op de effectiviteit in het werk van de coachee. Op dit niveau gaat de coach verder dan op het expert niveau en worden vragen op een ander bewustzijnsniveau aangepakt: juist datgene wat niet gezegd wordt, maar wat tussen de regels door wel gemerkt wordt door de coach, wordt onderwerp van gesprek. Coachen als gids vraagt dan ook meer vaardigheden dan coachen als expert. De coach als geweten gaat nog een stapje verder. De vragen die hij aanpakt zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling, bij voorkeur op een manier die de coachee verrast en verbaast. Voor dit niveau zijn niet alleen vaardigheden en technieken nodig, maar ook een aantal jaren ervaring als coach. Ieder niveau van coachen verloopt volgens hetzelfde stramien, en wel in vier stappen. In de eerste stap wordt, onder het kopje 'verbinden' het contact tussen de coach en de coachee tot stand gebracht. Coachen met een leeg hoofd vindt in de tweede stap plaats: de coach richt zich op de coachee en laat zich verwonderen. Vragen en interventies zijn meer voor de derde stap, waarin verifiëren centraal staat. In de laatste stap richt men zich op daadwerkelijke acties - hoe nu verder? Kat geeft bij de verschillende niveaus en stappen kort aan welke methodes en modellen de coach kan hanteren. Ook hiermee deelt ze haar ervaring met de lezer. Ze heeft een praktisch en technisch boek geschreven. De drie niveaus en vier stappen vormen een helder schema dat de coach kan ondersteunen in het werk, en de beschreven methoden en modellen bieden handvatten. Wie echter meer wil weten over deze methoden en modellen, , of over het eigen functioneren als coach - zoals omgaan met het gevaar van overdracht - moet elders op zoek gaan naar verdieping. De methoden en modellen worden in dit boek slechts kort aangestipt. Dat laat onverlet dat de auteur met dit boek een belangrijke boodschap aan de lezer meegeeft: durf met een leeg hoofd te werken, laat je gedachten los, berg je kennis op en luister oprecht. Hoe logisch dit ook lijkt, Kat heeft hier zeker een belangrijk punt te pakken. Voor werken met een leeg hoofd zijn moed en vertrouwen nodig. Wie dit heeft wint erbij, stelt Kat, want 'de beste coachingsgesprekken zijn vaak de gesprekken waar je vol energie en niet gehinderd door enige kennis van je coachee of zijn situatie met een leeg hoofd ingaat' (blz. 16). En dat is een wijze les.
Recensie
Coachen met een leeg hoofd
'Coachen met een leeg hoofd' is een prikkelende titel; het roept de vraag op of coachen iets voor leeghoofden is. Dat is volgens Nicolette Kat zeker niet het geval. Coachen met een leeg hoofd verwijst naar één van de vier fasen in een coachingstraject, de fase waarin de coach zich openstelt voor de coachee, zijn eigen 'radiozenders' zacht of uit zet en zich volledig richt op de ander. Voor de schrijfster is dit niet minder dan de essentie van het coachen.
Loes Dekker
|
1 december 2008