Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Overname ABN Amro krijgt bittere nasleep

Een paar weken geleden kwam het nieuws dat de Royal Bank of Scotland (RBS) harder gaat ingrijpen bij ABN Amro. Boven het al aangekondigde verlies van 7.800 banen, zullen nog eens honderden extra ontslagen vallen op de handelsvloer in Amsterdam, meldde Het Financieele Dagblad. De kredietcrisis laat zich nogmaals gelden.

Hans van der Klis | 25 mei 2008 | 4-5 minuten leestijd

Voor wie de overnamestrijd van ABN Amro door het consortium van RBS, Santander en Fortis heeft gevolgd, kan het nieuws niet als een grote verrassing komen. Zoals in het vandaag verschenen boek De val van ABN AMRO van FD-journalisten Prisco Battes en Pieter Elshout nog eens wordt beschreven, was de Amerikaanse bank LaSalle een van de belangrijkste motieven voor RBS om zich te mengen in het gevecht om ABN Amro. De bliksemverkoop van LaSalle aan de Bank of America, waarover de Hoge Raad uiteindelijk uitspraak moest doen, dreigde het consortium te ontmantelen. Na de goedkeuring van de verkoop door de hoogste rechtsinstantie besloot Fred Goodwin, topman van RBS, zijn verlies te nemen. Hij zag nog voldoende mogelijkheden in andere delen van ABN Amro, zoals het internationale kantorennetwerk in Azië en het internationale betalingsnetwerk voor ondernemingen. Ook sprak hij met Fortis af de bedrijvendivisie te verdelen: RBS zou de grote internationale ondernemingen krijgen, Fortis het midden- en kleinbedrijf.

Maar kort geleden moest Goodwin zijn aandeelhouders vertellen te veel voor ABN Amro te hebben betaald. Het begin van de kredietcrisis deed het bod van Barclays vorig jaar al de das om, maar de vertraagde reactie van de markt zorgde ervoor dat RBS, Santander en Fortis achteraf de hoofdprijs hebben moeten betalen: de markt was op zijn top. De topman van RBS zag zich hierdoor onlangs gedwongen bij zijn aandeelhouders aan te kloppen voor 12 miljard pond, zodat hij de reserves weer kon aanvullen. Door werk van de Amsterdamse handelsvloer over te plaatsen naar Londen, kan hij relatief eenvoudig snijden in de kosten.

Dit overigens nog onbevestigde nieuws zou wel eens het begin kunnen zijn van een bitter naspel van de grootste overname uit de geschiedenis van het Nederlands bedrijfsleven, ter waarde van ruim 70 miljard euro. In hun boek De val van ABN Amro (Business Contact/FD) beschrijven Battes en Elshout de ondergang van het concern, beginnend met de moeizaam verlopen overnamestrijd van de Italiaanse Banca Antonveneta, via de mislukte fusie met ING, eindigend met de ontmanteling van een van de ‘kampioenen van het Nederlands bedrijfsleven’. Fervente lezers van Het Financieele Dagblad zullen sommige artikelen herkennen: er is het een en ander hergebruikt.

Het is een bij tijd en wijle ontluisterend verhaal van misrekeningen, te grote ego’s en toevalligheden die de bank de das om hebben gedaan. Met oog voor detail ontleden Battes en Elshout de gebeurtenissen die tot de ondergang van ABN Amro hebben geleid. Zoals de goedkope stropdassen waarmee de topman van Santander, Emilio Botín, graaf Maurice Lippens en Jean-Paul Votron van Fortis voor zich inneemt. De samenwerking tussen RBS en Santander gaat terug tot 1988, toen de twee voor het eerst een samenwerkingsverband sloten. Fortis is voor deze twee banken het ontbrekende puzzelstukje, de partij die het grootste deel van de Nederlandse activiteiten wil overnemen. Met zijn eenvoudige gebaar, normaal gesproken waarschijnlijk voorbehouden voor het lagere management, weet Botín de twee Fortis-mannen meteen op hun gemak te stellen.

Het gebaar is tekenend omdat deze tact bij ABN Amro steevast lijkt te hebben ontbroken. Directievoorzitter Rijkman Groenink komt op de buitenwacht charmant over, maar heeft de reputatie bijzonder bot te kunnen zijn. De schrijvers stellen bijna verrast vast dat zijn ontmoeting met Chris Hohn, als topman van hedgefund TCI verantwoordelijk voor de brief die de directe aanleiding was voor de ondergang van ABN Amro, zonder schreeuwpartijen is verlopen.

In hun nawoord stellen Battes en Elshout terecht vast dat ABN Amro zijn ondergang in de eerste plaats aan zichzelf te wijten heeft. De bank heeft jarenlang onder de maat gepresteerd en is daarop afgerekend. Tegelijk plaatsen zij een paar interessante kanttekeningen. Ze stellen vast dat in het buitenland met verbazing is gereageerd op de passieve rol van de Nederlandse overheid. De president van De Nederlandsche Bank (DNB), Nout Wellink, had zijn kruit in een vroeg stadium verschoten en werd gewaarschuwd door de Europese Commissie om zich aan de spelregels te houden. Op de achtergrond speelde mee dat Nederland in de kwestie-Antonveneta een grote mond had gehad, en nu dus geen protectionistisch beleid kon gaan voeren.

Over het kantorennetwerk maken Battes en Elshout zich niet echt zorgen: dat is beter af bij een goed presterend bedrijf. Wat het duo wel ter harte gaat, is het verlies van ABN Amro als opleidingsinstituut voor Nederlandse bankiers, een rol die het concern jarenlang met verve heeft vervuld. Tot slot ontkomen zij er niet aan nog een kritische opmerking te maken over de macht van de aandeelhouders, de groep die zich het minst gelegen laat liggen aan landsgrenzen. Dat kan ons pijn gaan doen: RBS en Fortis hebben beloofd ook nieuwe banen te creëren in Nederland, maar met het laatste nieuws over RBS komt het saldo toch weer iets dieper in het rood te staan.

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Prisco Battes, Pieter Elshout
De val van ABN Amro

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden