Denise, die vanuit de provincie met haar twee jongere broers naar Parijs trekt en zich daar dapper staande weet te houden in een wufte wereld waar arme meisjes maar al te gemakkelijk hun eerbaarheid verliezen in ruil voor een beetje luxe. Denise gaat naar haar oom, maar in diens winkel is geen werk voor haar. Oom wordt, net als vele andere kleine winkeliers, kapot geconcurreerd door een zich almaar uitbreidend warenhuis.
In het paradijs van de vrouw, in 1883 verschenen, is ook een levendig en goed gedocumenteerd verslag van de opkomst het fenomeen warenhuis – een noviteit in de tweede helft van de negentiende eeuw. Omdat Zola grondig onderzoek deed, vaak de grote Parijse warenhuizen bezocht en daar talrijke interviews afnam, is de documentaire waarde van In het paradijs van de vrouw groot.
Warenhuisdirecteur Octave Mouret gebruikt moderne marketingtechnieken, waarvan vaste prijzen en de mogelijkheid om te ruilen de meest simpele zijn. Hij richt aan de straatkant verleidelijke etalages in die in de plaats komen van de tot dusverre gebruikelijke kleine, donkere winkelkasten. Door de manier waarop hij zijn winkelwaar uitstalt wordt winkelen een ‘belevenis’, ook al gebruikt hij dat woord niet. Ook het woord ‘routing’ kent hij niet, maar Mouret heeft het concept (de winkel zo inrichten dat klanten langs onweerstaanbaar leuke hebbedingetjes worden gedirigeerd) helemaal in de vingers. Bovenal biedt Mouret een constant uitdijend assortiment tegen de laagste prijzen aan. Daarvoor moet hij soms nieuwe producten met verlies verkopen, maar vaak ook dwingt hij toeleveranciers om in ruil voor een grote afzet de prijs te verlagen. Kortom, de gewiekste zakenman schuwt geen enkel middel om klanten te trekken en de winkel en zijn omzet voortdurend te vergroten.
Zola schildert niet alleen de armoede van winkelmeisjes als Denise. Ook laat hij zien hoe vaklieden en kleine neringdoenden genadeloos de nek wordt omgedraaid. Hij beschrijft hun machteloosheid: de gelatenheid waarmee sommigen hun ondergang ondergaan, de bijna potsierlijke vechtlust waarmee anderen weigeren zich gewonnen te geven. Hoe dan ook: uiteindelijk worden al hun winkels gesloten en gesloopt, opgeofferd aan de uitbreiding van het warenhuis en andere grootse bouwprojecten.
Die projecten worden bij Zola geïnstigeerd door baron Hartmann, voor wie Georges-Eugène baron Haussmann model heeft gestaan. Haussmann was de voortvarende stadsvernieuwer die het Middeleeuwse stratenplan van Parijs met zijn oude kronkelende straatjes rücksichtsloos vernietigde en die hele volkswijken liet platwalsen. Hij was het die Parijs, met onder andere de twaalf boulevards die als een reusachtige ster bij de Arc de Triomphe samenkomen, zijn huidige allure en grandeur gaf. Wat destijds ook de prijs van deze vernieuwing mag zijn geweest, tegenwoordig kijken we met bewondering en instemming naar het resultaat van Haussmanns inspanningen.
Anno 2016 is de detailhandel in Nederland in crisis met als – voorlopige – climax het faillissement van V&D. Over de toekomst van de binnensteden wordt veel gespeculeerd. Is daar nog wel plaats voor winkels? Of is de toekomst aan een totaal nieuw concept, door de Volkskrant onlangs fraai als ‘koopkastelen langs de snelweg’ betiteld. Projectontwikkelaars vinden bij veel steden een willig oor voor grootschalige, outletstores of overdekte winkeldorpen, die buiten de stad in het weiland moeten worden gebouwd. Een eigentijds consumentenparadijs: veilig, goed bereikbaar en met een groot en scherp geprijsd aanbod.
Wanneer iemand nu een roman schrijft over deze koopkastelen en alle sociale ellende die daaruit voortvloeit, zeggen lezers dan over ruim een eeuw ook dat deze vernieuwing de hoge sociale prijs waard was? Ik heb geen idee. Maar voor mij hoeven die koopkastelen niet, ik heb liever een levendige binnenstad.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.