Omdat je op zo’n moment niet meteen de prettige ochtendstemming wilt bederven door ongedurig of onvriendelijk te zijn, wenkte ik het meisje dat onze bestelling had opgenomen en merkte op: ‘Wíj zijn er klaar voor.’ Amsterdammers staan bekend om hun gevatheid, maar haar schouderophalende antwoord sloeg werkelijk alles: ‘Ja, maar de kok nog niet.’
Ik moest denken aan De Fred factor van Mark Sanborn. Deze Fred schijnt echt te bestaan. Hij is postbode in de wijk in het Amerikaanse Denver waar Sanborn woont en op wie hij diepe indruk maakt door de enthousiaste en hulpvaardige manier waarop hij zijn werk doet. Als buurtbewoners op stap gaan, legt hij hun post tijdelijk apart en houdt dan bovendien een extra oogje in het zeil. Ook rust Fred niet voordat hij verkeerd geadresseerde poststukken bij de juiste persoon heeft afgeleverd. Goed gemutst als hij is, maakt hij met deze en gene een praatje. Kortom, behalve brievenbesteller is hij tevens het sociale cement van de buurt. Dat waarderen de buurtbewoners en dat laten ze Fred merken ook. Wat Fred natuurlijk weer blij maakt en motiveert, want net als elk ander mens vindt hij het fijn om van tijd tot tijd een schouderklopje te krijgen.
Sanborn gebruikt Fred als metafoor. Aan de hand van deze behulpzame, gedreven postbode laat hij zien dat je met de juiste instelling van iedere baan, hoe saai die ook mag lijken, leuk werk kunt maken. Was onze Amsterdamse serveerster een Fred geweest, dan had ze iets gezegd in de trant van: ‘O, het duurt inderdaad wel erg lang, ik ga eens even aan de kok vragen wat er aan de hand is.’ Dan had ik het idee gehad dat we serieus werden genomen in plaats van dat ik zowat barstte van verontwaardiging over haar lompe reactie.
Helaas is in Nederland de ouderwetse postbode uitgekleed. Die ouderwetse postbode had een volledige baan, hij sorteerde de post, bezorgde hem en belde aan om pakjes of aangetekende stukken af te geven. Echter, het werk van de oude postbode is steeds meer in losse stukken opgeknipt. Uitpakken, sorteren, bezorgen – het wordt door verschillende mensen, meestal in kleine deeltijdbanen, gedaan. En omdat het afleveren van pakketten en aangetekende post voor TNT een hinderlijke onderbreking is van de postbode-routine, is dat in een apart bedrijfsonderdeel ondergebracht.
Ik ken mijn postbode niet. Telkens zie ik een ander gezicht. Een gezellig praatje is er niet meer bij. Maar minstens zo erg is dat wij geregeld post krijgen die niet voor ons bestemd is. Die bezorg ik tijdens mijn avondwandeling maar zelf op het juiste adres. Nog erger is het dat er af en toe ook post kwijtraakt. Maar het allerergste is dat PostNL daar, net als de Amsterdamse serveerster, schouderophalend op reageert. ‘Nee, daar kunnen we niet aan beginnen, er raken te veel poststukken kwijt,’ kreeg een bevriende auteur te horen toen hij PostNL verzocht de enveloppe op te sporen waarin zijn manuscript zat met daarbij de aantekeningen van zijn redacteur en die nooit bij hem was bezorgd.
PostNL doet proeven om postbodes tegen betaling ‘ogen en oren’ voor de gemeente te laten zijn. Zij moeten bijvoorbeeld met hun smartphone foto’s van (kapotte) vuilniszakken maken, zodat de gemeente in het geweer kan komen voordat het een grote bende wordt. Zouden door dit soort initiatieven postbodes weer een Fred kunnen worden? Ik hoop het. Maar in de horeca is er zeker nog een wereld voor Fred te winnen.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.