Ik herinner me als de dag van gisteren hoe ik als freelancejournalist een serie verhalen moest maken over de toenmalige divisie Special Products van chemieconcern DSM.
Op 31 december 1974 werd de laatste vracht steenkool uit de enige nog resterende steenkoolmijn naar boven gehaald. Twee weken later werd de statutaire naam N.V. Nederlandse Staatsmijnen gewijzigd in DSM (Dutch State Mines) NV, een afkorting waarvan de ware betekenis geheel verloren is gegaan. De afgelopen decennia werd de Limburgse ‘superkolenboer' namelijk gaandeweg een wereldspeler op het gebied van fijnchemicaliën. In de tijd dat ik de artikelenserie schreef, leverde DSM halffabricaten voor geneesmiddelen aan zowat de gehele farmaceutische industrie.
Tijdens de vele interviews ten behoeve van de artikelenserie in DSM Magazine vielen de namen van bedrijfsonderdelen, de processen die ze toepasten en de producten die ze maakten. Ik wilde snappen hoe hetzelfde moederbedrijf zowel de zoetstof aspartaam en bouwstenen voor antibiotica kon produceren, als bijvoorbeeld polymeren (de supersterke vezel Stanyl) en nylon.
De puzzelstukjes werden me gaandeweg duidelijker, maar ik had nog lang geen overzicht. Ik begon inhoudelijke vragen te stellen, maar steevast stuitte ik op het toverwoord ‘Bedrijfsgeheim!'. Mijn gastheren begonnen echter in de loop van de weken te snappen dat ze, wilde ik goede verhalen kunnen schrijven, met flink wat meer informatie moesten komen. Ik was geen bedrijfsspion maar werkte aan een serie mooie verhalen voor hún bedrijf. Stapje voor stapje werden ze toeschietelijker, en op het laatst bood de directiesecretaris me alle hulp die ik nodig had. Godzijdank had ik voet bij stuk gehouden.
Inzicht in de lappendeken
Op basis van de informatie kon ik eindelijk een schema maken waarin de diverse bedrijfsonderdelen als een lappendeken met elkaar verweven bleken. Niet steenkool maar aardgas en aardolie waren nu de grondstoffen waarvan de eindproducten werden gemaakt. Ik snapte uiteindelijk precies welke basisbouwstenen eerst moeten worden gemaakt en waarom: waterstof (H2), ammoniak (NH3), blauwzuur (HCN) en hydroxylamine (NH2OH). Ik wist nu om welke sleuteltechnologieën het ging: tolueenoxidatie, hydrogenering, reductieve aminering, hydroxylamineadditie, blauwzuuradditie en enantiomerenscheiding. Onbelangrijke details voor u als lezer, maar nuttige informatie voor die van DSM Magazine.
Toen DSM jaren later in Linz een bedrijf kocht om een nieuwe sleuteltechnologie in handen te krijgen, was dat op basis van mijn schema goed te begrijpen. Voor mij was het een werkschema om mijn verhalen goed te kunnen schrijven, maar toen ik het aan mijn opdrachtgevers ter controle voorlegde, bleken ze er tot mijn grote verrassing erg mee in hun nopjes. Ze vroegen of ze er een poster van mochten maken, en plaatsten het als illustratie bij mijn artikelen. Ik bleek voor een habbekrats een stroomschema van hun concern in elkaar te hebben gezet ...
Een infographic hoort niet zomaar een plaatje te zijn, maar moet verdieping bieden, niet door te versimpelen maar door verhelderen. Een informatieve illustratie vraagt daarom om dezelfde journalistieke criteria als een geschreven journalistiek verhaal. Aan de basis van alles staat logischerwijs het adagium dat het moet kloppen. De te beantwoorden inhoudelijke vragen beginnen allemaal met een W of een H: wie, wat, waar, wanneer, hoe, hoeveel en waarom? En vooral ‘hoezo?' niet te vergeten.
Goed in elkaar gezette infographics kunnen zonder overdrijving van levensbelang zijn voor elk bedrijf en elke organisatie. Dat geldt voor de formulieren van de Belastingdienst net zo goed als voor de handleidingen en de looppaden in IKEA, en voor de zorgpaden in een academisch medisch centrum net zo goed als voor de ingewikkelde processtromen in een chemisch of farmaceutisch bedrijf. Een goede visualisatie van alle processtappen verhoogt de efficiëntie en helpt je om fouten te voorkomen.
Over Jos van den Broek
Prof. dr. Jos van den Broek (1951) is een biochemicus en farmacoloog met veertig jaar praktijkervaring als wetenschapscommunicator (wetenschapsjournalist, hoofdredacteur, infographicsmaker en vormgever). Hij schreef als auteur en co-auteur tal van populair-wetenschappelijke boeken, die hij meestal zelf vormgaf.