Algemene wet inzake rijksbelastingen
Paperback Nederlands 2023 15e druk 9789013172393Samenvatting
Deze titel geeft een inleiding tot de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en maakt de complete materie toegankelijk voor zowel studenten als professionals die werkzaam zijn in de fiscale praktijk. Deze uitgave onderscheidt zich door de praktisch hanteerbare boekvorm, de tweejaarlijkse bijwerking en de volledigheid van behandeling van het belastingrecht.
Deze publicatie bevat de meest actuele beschrijving van het formele belastingrecht. De titel behandelt de rechten en verplichtingen van de burger tegenover de fiscus als het gaat om de vaststelling van de belastingschuld. Bovendien is dit handboek helder over de verhouding tussen het bijzondere fiscale bestuursrecht van de AWR en het algemene bestuursrecht van de Awb. En er is veel aandacht voor de rechtsbescherming van de burger.
Algemene wet inzake rijksbelastingen is zeer geschikt als studieboek voor het hoger en wetenschappelijk onderwijs en wordt daarvoor al vele jaren gebruikt. Tevens is het een onmisbaar handboek voor de dagelijkse praktijk van de fiscale professional.
Enkele actuele thema’s die besproken worden, zijn:
- de verhouding tot de Awb, het EVRM en het Unierecht;
- algemene begrippen, zoals inspecteur, woonplaats en ANBI;
- vertegenwoordiging;
- geheimhouding;
- de aangifte- en informatieverplichtingen;
- de informatiebeschikking;
- omkering en verzwaring van de bewijslast;
- de systemen van heffing;
- de bevoegdheid tot navordering;
- algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
- verdragsrechtelijke rechtsbescherming;
- rechtsvinding en het leerstuk fraus legis;
- belastingrente;
- het fiscale boeterecht;
- het fiscale straf- en strafprocesrecht.
Deze titel sluit aan bij diverse actuele ontwikkelingen, zoals de voortdurende aandacht voor verbetering van de rechtsbescherming van de burger. Denk ook aan de digitalisering van de communicatie tussen burger en fiscus. Bovendien is alle relevante wetgeving en jurisprudentie tot 1 juli 2023 in deze titel verwerkt.
Algemene wet inzake rijksbelastingen is zeer geschikt voor studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs en voor iedereen die zich in de professionele praktijk, aan de advieskant of bij de (centrale en decentrale) overheid, bezighoudt met het nakomen van fiscale verplichtingen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen / XXIV
HOOFDSTUK 1
De totstandkoming van de AWR / 1
1.1 De geschiedenis van de AWR / 1
1.2 De vereenvoudigingsgedachte / 1
1.3 De Vereenvoudigingscommissie / 2
1.4 De omvang van de codificatie / 3
1.5 Van ontwerp tot wet / 4
1.6 De inwerkingtreding / 4
1.7 De ontwikkeling van de AWR / 4
1.8 De toekomst van de AWR / 5
HOOFDSTUK 2
De verhouding tussen de AWR, de Awb, het EVRM en het Unierecht / 9
2.1 Inleidende opmerkingen / 9
2.2 De verhouding tussen de AWR en de Algemene wet bestuursrecht / 9
2.2.1 De verhouding van de Awb tot andere wetgeving / 9
2.2.2 De opbouw en de inhoud van de Awb / 10
2.2.2.1 Inleidende bepalingen / 10
2.2.2.2 De eerste gelaagde structuur / 11
2.2.2.2.1 Verkeer tussen burgers en bestuursorganen / 11
2.2.2.2.2 Algemene bepalingen over besluiten / 11
2.2.2.2.3 Bijzondere bepalingen over besluiten / 14
2.2.2.3 Het hoofdstuk over handhaving / 19
2.2.2.4 De tweede gelaagde structuur / 19
2.2.2.4.1 Algemene bepalingen over bezwaar en beroep / 19
2.2.2.4.2 Bijzondere bepalingen over bezwaar en beroep / 20
2.2.2.5 Klachtbehandeling / 21
2.2.2.6 Mandaat, delegatie en attributie / 21
2.2.3 De betekenis van enkele kernbegrippen van de Awb voor het belastingrecht / 22
2.2.3.1 Bestuursorgaan / 23
2.2.3.2 Besluiten en andere handelingen / 23
2.2.3.2.1 Besluiten van algemene strekking / 23
2.2.3.2.2 Beschikkingen / 24
2.2.3.3 Belanghebbende / 24
2.2.3.4 Aanvraag / 25
2.3 De verhouding tussen de AWR en het EVRM en het IVBPR / 25
2.3.1 Art. 14, vijfde lid, IVBPR / 25
2.3.2 Art. 6 EVRM / 26
2.3.3 Art. 7 EVRM en art. 15 IVBPR / 28
2.3.4 Art. 8 EVRM / 28
2.3.5 Ne bis in idem (art. 14, zevende lid, IVBPR) / 29
2.3.6 Het recht op eigendom / 30
2.4 De verhouding tussen de AWR en het recht van de Europese Unie / 32
2.4.1 Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie / 32
2.4.2 De verlengde navorderingstermijn / 34
2.4.3 Belastingrente / 35
2.4.4 Verrekening van voorheffingen / 36
HOOFDSTUK 3
Bepalingen van algemene aard / 39
3.1 Inleidende opmerkingen / 39
3.2 De werkingssfeer van de AWR / 40
3.2.1 Beperkingen van de werkingssfeer / 40
3.2.2 Het begrip ‘belastingen’ / 41
3.2.3 Uitgezonderde afdelingen van de Algemene wet bestuursrecht / 41
3.2.4 Welke belastingen vallen onder de werkingssfeer van de AWR / 42
3.2.5 De Basisregistratie inkomen / 42
3.3 De begripsbepalingen / 43
3.3.1 Inleidende opmerkingen; het verschil tussen de definities van het eerste lid en die van het tweede en derde lid van art. 2 AWR / 43
3.3.2 Belastingwet (art. 2, eerste lid, onderdeel a) / 43
3.3.3 Lichamen (art. 2, eerste lid, onderdeel b) / 44
3.3.4 Vereniging (art. 2, tweede lid, onderdeel a) / 46
3.3.5 Een bestuurder van een lichaam (art. 2, tweede lid, onderdeel b) / 46
3.3.6 Mogendheid, staat, verdrag en regeling ter voorkoming van dubbele belasting (art. 2, tweede lid, onderdeel c tot en met f) / 46
3.3.7 Onze Minister (art. 2, derde lid, onderdeel a) / 46
3.3.8 Directeur, inspecteur, ontvanger (art. 2, derde lid, onderdeel b) / 47
3.3.8.1 Inleiding / 47
3.3.8.2 Wie is de inspecteur, de ontvanger en de directeur? / 47
3.3.8.3 De instructiebevoegdheid van de Minister / 49
3.3.8.4 Mandaat / 50
3.3.9 Open commanditaire vennootschap (art. 2, derde lid, onderdeel c) / 53
3.3.9.1 Inleiding / 53
3.3.9.2 De commanditaire vennootschap in het civiele recht / 53
3.3.9.3 Vrije overdraagbaarheid / 54
3.3.10 Koninkrijk, Rijk, Nederland en BES-eilanden (art. 2, derde lid, onderdeel d, 1°, 2°, 3° en 4°) / 55
3.3.11 Belastingaanslag (art 2, derde lid, onderdeel e) / 55
3.3.12 Aandeel (art. 2, derde lid, onderdeel f) / 56
3.3.13 Communautair douanewetboek (art. 2, derde lid, aanhef en onderdeel g, onderdeel h en onderdeel ha) / 57
3.3.14 Kind (art. 2, derde lid, onderdeel i) / 57
3.3.15 Het burgerservicenummer (art. 2, derde lid, onderdeel j) / 58
3.3.16 Vennootschap (art. 2, derde lid, onderdeel k) / 58
3.3.17 Partner (art. 2, derde lid, onderdeel l) / 59
3.3.18 Algemeen nut beogende instelling, culturele instelling, sociaal belang behartigende instelling en steunstichting SBBI (art. 2, derde lid, onderdeel m, n, o en p) / 59
3.3.19 Bestuur van ’s Rijks belastingen (art. 2, vierde lid) / 59
3.3.20 Schakelbepaling ten behoeve van de conserverende belastingaanslagen (art. 2, vijfde lid) / 60
3.3.21 Het geregistreerd partnerschap (art. 2, zesde lid) / 60
3.3.22 De Europese coöperatieve vennootschap (art. 2, zevende lid) / 61
3.4 De bevoegdheid van de inspecteur, de ontvanger en de directeur / 61
3.4.1 Inleiding / 61
3.4.2 De absolute competentie / 61
3.4.3 De relatieve competentie / 62
3.5 Elektronisch berichtenverkeer / 64
3.5.1 Het Awb-kader / 64
3.5.2 De geldende regeling in de AWR / 65
3.5.3 Nieuwe regeling volgens de AWR: keuzerecht voor uitgaande berichten / 67
3.6 De woonplaats en de vestigingsplaats / 69
3.6.1 Inleiding / 69
3.6.2 De functie van art. 4 AWR / 69
3.6.3 Voor de bepaling van de woon- en vestigingsplaats van belang zijnde fictiebepalingen / 70
3.6.3.1 Inleiding / 70
3.6.3.2 Fictiebepalingen in afzonderlijke heffingswetten / 70
3.6.3.3 Schepen en luchtvaartuigen (art. 4, tweede lid, AWR) / 71
3.6.3.4 Moeder-dochterrichtlijn, fusierichtlijn en interest- en royaltyrichtlijn / 72
3.6.3.5 Een instelling voor collectieve belegging in effecten / 72
3.6.3.6 De alternatieve beleggingsinstelling / 73
3.6.4 Het begrip ‘woonplaats’ in belastingverdragen / 73
3.6.4.1 Inleiding / 73
3.6.4.2 Dubbele woonplaats / 74
3.6.5 De woonplaats van natuurlijke personen / 76
3.6.5.1 Algemeen / 76
3.6.5.2 De betekenis van de wil van belanghebbende / 77
3.6.6 De plaats van vestiging van lichamen / 78
3.6.7 Bewijslastverdeling in woon- en vestigingsplaatsprocedures / 79
3.7 Het basispartnerbegrip / 79
3.7.1 Inleidende opmerkingen / 79
3.7.2 Wie kunnen als partner worden aangeduid / 80
3.7.3 Regeling voor het jaar waarin men partner wordt of uit elkaar gaat / 81
3.7.4 Niet meer dan één partner / 81
3.7.5 Partners in verpleeghuis / 81
3.8 De Geefwet / 82
3.8.1 Inleidende opmerkingen / 82
3.8.2 Algemeen nut beogende instelling / 82
3.8.2.1 Wettelijk kader / 82
3.8.2.2 ‘Algemeen nut beogend’, het toetsingskader nader bezien / 85
3.8.2.3 De steunstichting / 89
3.8.2.4 De integriteitsbepaling / 89
3.8.2.5 Ex-ANBI’s / 90
3.8.2.6 Delegatiebepalingen / 91
3.8.3 De sociaal belang behartigende instelling / 91
3.8.4 De steunstichting SBBI / 92
3.9 Vergoedingsvordering tussen echtgenoten / 92
3.10 Vertegenwoordiging buiten rechte / 93
3.10.1 Inleidende opmerkingen / 93
3.10.2 De vertegenwoordiging krachtens volmacht dan wel met vergunning van de inspecteur / 96
3.10.2.1 Volmacht / 96
3.10.2.2 Zaakwaarneming / 97
3.10.2.3 Persoonlijk optreden van de belastingplichtige en uitsluiting van de vertegenwoordiger / 98
3.10.3 Weigering van bijstand of vertegenwoordiging / 99
3.10.4 De overige vormen van vertegenwoordiging / 100
3.10.4.1 Vertegenwoordiging van een lichaam / 100
3.10.4.2 Vertegenwoordiging van een minderjarige, curandus, failliet e.d. / 100
3.10.4.3 Vertegenwoordiging van erfgenamen / 101
3.11 De hardheidsclausule / 101
3.11.1 Onbillijkheden van overwegende aard / 101
3.11.2 Beoordeling door de Minister / 101
3.11.3 Beroep op de rechter? / 102
3.11.4 Delegatiebepaling voor tegemoetkoming in schrijnende gevallen / 103
3.12 De doelmatigheidsbepaling / 103
3.13 Geheimhouding / 104
3.13.1 Twee geheimhoudingsbepalingen / 104
3.13.2 Strekking van de geheimhoudingsplicht / 105
3.13.3 Wie is tot geheimhouding verplicht? / 106
3.13.4 Wat valt onder de geheimhoudingsplicht? / 106
3.13.5 Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht / 107
3.13.5.1 Een wettelijk voorschrift verplicht tot bekendmaking / 107
3.13.5.2 De goede vervulling van een publiekrechtelijke taak / 108
3.13.5.3 Bekendmaking aan degene op wie de gegevens betrekking hebben / 108
3.13.6 Ontheffing van de geheimhoudingsverplichting / 109
3.13.7 Verschoningsrecht ambtenaar / 109
3.13.8 Schending van de geheimhoudingsverplichting / 110
3.13.9 Bevoegde rechter / 110
HOOFDSTUK 4
De verplichtingen van de belanghebbende / 113
4.1 Inleidende opmerkingen / 113
4.2 De aangifteplicht / 113
4.2.1 Inleiding / 113
4.2.2 De betekenis van de aangifte / 114
4.2.2.1 Heffing bij wege van aanslag / 114
4.2.2.2 Heffing bij wege van voldoening of afdracht op aangifte / 116
4.2.2.3 Aangifte is geen aanvraag in de zin van de Awb / 117
4.2.3 Het ontstaan van de verplichting tot het doen van aangifte / 118
4.2.3.1 Het uitnodigen tot het doen van aangifte / 118
4.2.3.2 De verplichting te verzoeken om tot het doen van aangifte te worden uitgenodigd / 120
4.2.4 Het doen van aangifte / 122
4.2.4.1 De verplichting tot het doen van aangifte / 122
4.2.4.2 De wijze waarop aangifte moet worden gedaan / 122
4.2.4.3 De te verstrekken gegevens en gegevensdragers moeten van belang kunnen zijn / 125
4.2.4.4 Duidelijk, stellig en zonder voorbehoud / 126
4.2.4.5 De ondertekening van de aangifte / 127
4.2.5 De ontheffing voor het doen van aangifte / 128
4.2.6 De aangiftetermijnen / 129
4.2.6.1 De belastingen die worden geheven bij wege van aanslag / 129
4.2.6.2 De belastingen die worden geheven bij wege van voldoening
of afdracht op aangifte / 130
4.2.7 Gelijkstelling van de spontane aangifte met een op uitnodiging gedane aangifte / 131
4.2.8 Sancties op het niet voldoen aan de aangifteplicht / 132
4.2.9 De actieve informatieverplichting / 134
4.3 Bijkomende verplichtingen ten dienste van de belastingheffing / 136
4.3.1 Inleiding; het belang van de informatieverplichtingen / 136
4.3.2 Hoofdlijnen van de informatieverplichtingen / 138
4.3.3 Grenzen aan de toepassing van de informatieverplichtingen / 141
4.3.3.1 Inleiding / 141
4.3.3.2 De te verstrekken informatie moet ‘van belang kunnen zijn’ / 141
4.3.3.3 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur / 143
4.3.3.4 Algemene beginselen van procesrecht / 146
4.3.3.5 De informatieverplichtingen en de mensenrechten / 148
4.3.3.6 Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (privacy) / 154
4.3.3.7 Onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal / 155
4.3.4 De informatieverplichtingen met betrekking tot de eigen belastingheffing en inhoudingsplicht / 158
4.3.4.1 Het ‘desgevraagd’ verstrekken van gegevens en inlichtingen / 158
4.3.4.2 De gegevens en inlichtingen moeten van belang kunnen zijn
voor de belastingheffing / 160
4.3.4.3 De wijze waarop de gegevens en inlichtingen worden verstrekt / 161
4.3.4.4 Het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers / 161
4.3.4.5 Het begrip ‘gegevensdrager’ / 162
4.3.4.6 De wijze waarop de gegevensdragers voor raadpleging beschikbaar worden gesteld / 163
4.3.4.7 De plaats waar gegevensdragers voor raadpleging beschikbaar moeten zijn /163
4.3.4.8 Voor wie gelden de verplichtingen van art. 47 AWR? / 164
4.3.4.9 Nakoming van inlichtingenverplichtingen via de civiele rechter / 164
4.3.5 De informatieverplichtingen in internationale verhoudingen / 166
4.3.5.1 Inleiding / 166
4.3.5.2 Informatie in bezit van buitenlandse dochterondernemingen / 167
4.3.5.3 Informatie in bezit van buitenlanders / 167
4.3.5.4 Verdragstoepassing gaat in beginsel aan toepassing van art. 47a AWR vooraf / 168
4.3.5.5 Een gebrek aan medewerking in het buitenland pardonneert niet / 170
4.3.5.6 Volkenrechtelijke aspecten / 170
4.3.5.7 EU-rechtelijke aspecten / 171
4.3.6 De gevolgen van een niet voldoen aan de verplichtingen van art. 47, 47a,
49 en 53, eerste lid, onderdeel b, AWR / 171
4.3.7 De identificatieverplichting en het burgerservicenummer / 171
4.3.8 De administratieverplichting / 173
4.3.8.1 Inleiding / 173
4.3.8.2 Het begrip ‘administratie’ / 174
4.3.8.3 De administratieplicht in het civiele recht / 177
4.3.8.4 Voor wie geldt de administratieverplichting / 177
4.3.8.5 De bewaarplicht / 178
4.3.8.6 De vorm waarin de gegevensdragers behoren te worden bewaard / 179
4.3.8.7 De verplichting tot medewerking / 180
4.3.8.8 De gevolgen van het niet nakomen van de administratieverplichting / 181
4.3.8.9 De bewijsfictie van art. 54 AWR / 181
4.3.8.10 Toepassing van art. 52 AWR in internationale verhoudingen / 182
4.3.9 De informatiebeschikking / 182
4.3.9.1 Inleiding / 182
4.3.9.2 Hoofdlijn van de regeling / 183
4.3.9.3 Wat moet er in de informatiebeschikking staan / 183
4.3.9.4 De inspecteur kan een informatiebeschikking nemen of niet nemen / 184
4.3.9.5 Over de fase van een (potentieel) geschil waarin de informatiebeschikking kan worden genomen / 185
4.3.9.6 Kan de inspecteur een tweede informatiebeschikking nemen? / 187
4.3.9.7 Gevolg van de informatiebeschikking, omkering en verzwaring van de bewijslast / 187
4.3.9.8 Het alsnog voldoen aan een verzoek om informatie / 189
4.3.9.9 Termijnverlenging / 190
4.3.9.10 De informatiebeschikking bij het niet voldoen aan de administratieplicht / 191
4.3.9.11 Schadevergoeding bij een onrechtmatig verzoek om informatie / 192
4.3.9.12 Beoordeling van de informatiebeschikking door de rechter / 192
4.3.9.13 Overgangsrecht / 194
4.3.10 Verplichtingen ten behoeve van de belastingheffing van derden / 195
4.3.10.1 Algemeen / 195
4.3.10.2 Derdenonderzoek en privacy / 197
4.3.10.3 Inzage in een controledossier / 198
4.3.10.4 Voorschrift informatie fiscus/banken / 199
4.3.10.5 Het verstrekken van gegevens en inlichtingen uit eigen beweging / 200
4.3.10.6 De toepassing van art. 53, eerste lid, AWR in internationale verhoudingen / 201
4.3.11 Het fiscale verschoningsrecht / 201
4.3.11.1 Ratio van het verschoningsrecht / 201
4.3.11.2 Hoofdlijn van de regeling / 202
4.3.11.3 Beperking van het verschoningsrecht van notarissen / 203
4.3.11.4 De positie van accountants, belastingadviseurs en bedrijfsfiscalisten / 204
4.3.11.5 Afgeleid verschoningsrecht / 206
4.3.11.6 Wijziging van het verschoningsrecht / 206
4.3.12 Het verlenen van toegang tot gebouwen en grond / 207
4.3.13 De informatieplicht van de overheid / 208
4.3.14 Jegens wie bestaan de verplichtingen van art. 47 e.v. AWR / 208
4.3.15 Informatieverstrekking voor de vaststelling van de rendementsgrondslag box 3 / 209
4.3.16 Informatieverstrekking door platformexploitanten / 209
HOOFDSTUK 5
Belastingaanslagen en voor bezwaar vatbare beschikkingen / 211
5.1 Beschikkingen in de zin van de Awb / 211
5.1.1 Inleidende opmerkingen / 211
5.1.2 Beschikkingen en beschikkingen op aanvraag / 211
5.1.3 Hoorplicht / 212
5.1.4 Beslistermijn / 213
5.1.5 Inwerkingtreding en bekendmaking / 214
5.1.6 Motiveringsplicht / 215
5.2 De methoden van heffing / 216
5.2.1 Algemeen / 216
5.2.2 De heffing bij wege van aanslag / 217
5.2.3 Modernisering van de heffing bij wege van aanslag / 218
5.2.4 De heffing bij wege van voldoening of afdracht op aangifte / 219
5.3 De aanslag / 220
5.3.1 Het vaststellen van de aanslag / 220
5.3.1.1 Inleidende opmerkingen / 220
5.3.1.2 De functie van de aanslag / 220
5.3.1.3 Geen tweede aanslag; conversie / 221
5.3.1.4 Meer aanslagen op één aanslagbiljet / 222
5.3.1.5 Nihilaanslag / 222
5.3.1.6 Ambtshalve vastgestelde aanslag / 223
5.3.1.7 Herziening van de aanslag; herziening WOZ-beschikking / 223
5.3.2 De dagtekening van het aanslagbiljet / 224
5.3.3 De aanslagtermijn / 225
5.3.3.1 Tijdvak van drie jaren / 225
5.3.3.2 Begin van de aanslagtermijn / 225
5.3.3.3 Einde van de aanslagtermijn / 225
5.3.3.4 Aanslag na de aanslagtermijn / 226
5.3.3.5 Vervallen bevoegdheid tot opleggen aanslag binnen aanslagtermijn / 226
5.3.3.6 Verlenging van de aanslagtermijn; uitstel voor het doen van aangifte / 227
5.3.3.7 Verlenging van de aanslagtermijn: spontane aangiften in het laatste halfjaar / 228
5.3.3.8 Rechterlijke toetsing aanslagtermijn / 228
5.3.4 De tenaamstelling van de aanslag / 228
5.4 De voorlopige aanslag / 229
5.4.1 Het vaststellen van de voorlopige aanslag / 229
5.4.1.1 Inleidende opmerkingen / 229
5.4.1.2 De functie van de voorlopige aanslag / 229
5.4.2 De voorlopige aanslag van art. 13 / 230
5.4.2.1 Algemeen / 230
5.4.2.2 De negatieve voorlopige aanslag en de voorlopige teruggaaf van art. 13 / 231
5.4.2.3 Integratie van het opleggen van positieve en negatieve voorlopige aanslagen inkomstenbelasting / 231
5.4.3 De voorlopige aanslag van art. 14 / 232
5.5 De verrekening van voorheffingen en voorlopige aanslagen / 232
5.5.1 Algemeen / 232
5.5.2 Verrekening / 232
5.5.3 De te verrekenen voorheffingen / 233
5.5.3.1 Inleidende opmerkingen / 233
5.5.3.2 Kansspelbelasting / 233
5.5.3.3 Dividendbelasting / 233
5.5.3.4 Loonbelasting / 234
5.5.4 Verrekening bij voor bezwaar vatbare beschikking / 235
5.6 De beschikking geen aanslag / 236
5.7 De navorderingsaanslag / 237
5.7.1 Het vaststellen van de navorderingsaanslag / 237
5.7.1.1 Inleidende opmerkingen / 237
5.7.1.2 De functie van de navorderingsaanslag / 238
5.7.2 Navordering algemeen / 238
5.7.2.1 De navordering van art. 16 AWR / 238
5.7.2.2 Verkapte navordering; foutenleer / 239
5.7.3 De navordering van art. 16, eerste lid / 240
5.7.3.1 De vereisten / 240
5.7.3.2 Enig feit / 241
5.7.3.3 Ambtelijk verzuim in de rechtspraak / 241
5.7.3.4 Kwade trouw / 243
5.7.3.5 Nuanceringen op de eis van het nieuwe feit in de rechtspraak / 244
5.7.3.6 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur / 245
5.7.3.7 Tijdstip nieuw feit / 245
5.7.3.8 Opvolgende navorderingsaanslagen / 246
5.7.3.9 Vervanging van het nieuwe feit / 246
5.7.3.10 Navordering tot herstel van bepaalde handelingen / 247
5.7.3.11 Navordering en herziening WOZ-beschikking / 248
5.7.4 De navordering van art. 16, tweede lid / 248
5.7.4.1 Inleidende opmerkingen / 248
5.7.4.2 Art. 16, tweede lid; correcties op het wettelijke systeem / 249
5.7.4.3 Herstel verkeerde verrekening voorheffingen en voorlopige aanslagen (onderdeel a) / 249
5.7.4.4 Herstel verkeerde toerekening inkomensbestanddelen (onderdeel b) / 249
5.7.4.5 Herstel fouten (onderdeel c) / 250
5.7.4.6 DAC 6: Melding grensoverschrijdende constructies / 252
5.7.5 De navorderingstermijn / 252
5.7.5.1 Inleidende opmerkingen / 252
5.7.5.2 Verruimde navorderingstermijn bij herziening toerekening inkomens- en vermogensbestanddelen / 252
5.7.5.3 Beperkte navorderingstermijn bij herstel van fouten / 253
5.7.5.4 Verruimde navorderingstermijn voor buitenlandsituaties / 253
5.7.5.5 Navorderingstermijn en verliescompensatie / 255
5.7.5.6 Navorderingstermijn en heffingskorting / 255
5.8 De naheffingsaanslag / 255
5.8.1 Het vaststellen van de naheffingsaanslag / 255
5.8.1.1 Inleidende opmerkingen / 255
5.8.1.2 De functie van de naheffingsaanslag / 256
5.8.2 Voldoening en afdracht op aangifte / 258
5.8.2.1 Inleidende opmerkingen / 258
5.8.2.2 Tijdstip van voldoening of afdracht / 258
5.8.2.3 Uitstel van betaling en verrekening / 259
5.8.3 De voorwaarden voor naheffing / 259
5.8.3.1 Wanneer een naheffingsaanslag / 259
5.8.3.2 Wat kan worden nageheven; voldoeningsbelastingen / 260
5.8.3.3 Wat kan worden nageheven; afdrachtbelastingen / 261
5.8.3.4 Verrekening van nageheven belasting; afdrachtbelastingen / 261
5.8.3.5 Over welke periode kan worden nageheven / 262
5.8.3.6 De algemene beginselen van behoorlijk bestuur / 262
5.8.4 De tenaamstelling van de naheffingsaanslag / 263
5.8.4.1 Inleidende opmerkingen / 263
5.8.4.2 Voldoeningsbelastingen / 264
5.8.4.3 Afdrachtbelastingen / 264
5.8.5 De termijn voor naheffing / 265
5.9 Terugvordering van staatssteun / 266
5.10 Vrijwillig betaalde belasting / 267
5.11 De vermelding van het inkomensgegeven / 268
5.11.1 De Basisregistratie inkomen / 268
5.11.2 Het authentieke inkomensgegeven / 268
5.11.3 De bekendmaking van het inkomensgegeven / 269
5.11.4 De verstrekking van het inkomensgegeven / 270
HOOFDSTUK 6
De algemene beginselen en de vaststellingsovereenkomst / 271
6.1 Het kader van wet, jurisprudentie, resoluties en aanwijzingen van de bewindslieden
van Financiën / 271
6.1.1 Inleidende opmerkingen / 271
6.1.2 Wetten, verdragen en supranationale regelingen / 271
6.1.3 Jurisprudentie / 272
6.1.4 Algemene rechtsbeginselen / 273
6.1.5 Beleidsregels / 275
6.1.6 Andere aanwijzingen van de bewindslieden / 279
6.1.7 Kennisgroepstandpunten / 280
6.2 De begrenzing van de bevoegdheden van de inspecteur door de beginselen van
behoorlijk bestuur / 281
6.2.1 Het vertrouwensbeginsel / 281
6.2.1.1 Inleidende opmerkingen / 281
6.2.1.2 Beleidsregels; historische ontwikkeling / 282
6.2.1.3 Toelichting aangiftebiljet/website Belastingdienst / 287
6.2.1.4 Aanslag; uitspraak op bezwaarschrift; beschikking ‘zekerheid vooraf’ / 288
6.2.1.5 Inlichtingen; toezeggingen; akkoordverklaringen / 291
6.2.1.6 Boekenonderzoek / 294
6.2.1.7 Aanvang en einde van opgewekt vertrouwen / 294
6.2.1.8 Conclusie / 296
6.2.2 Het gelijkheidsbeginsel / 297
6.2.2.1 Inleidende opmerkingen / 297
6.2.2.2 Gelijke gevallen / 299
6.2.2.3 Begunstigend beleid / 300
6.2.2.4 Geen rechtvaardiging voor de beperking van de begunstiging / 300
6.2.2.5 Verandering van inzicht / 301
6.2.2.6 Fout in de meerderheid van de gevallen / 302
6.2.2.7 Stelplicht en bewijslastverdeling / 304
6.2.2.8 Toepassing van het gelijkheidsbeginsel over de grenzen van het onderdeel / 305
6.2.2.9 Gelijkheid contra het recht van de EU / 306
6.2.3 Het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel / 306
6.2.4 Het evenredigheidsbeginsel / 308
6.3 De fiscale vaststellingsovereenkomst / 310
6.3.1 Inleidende opmerkingen / 310
6.3.2 De vaststellingsovereenkomst nader beschouwd / 311
6.3.3 Een enkele akkoordverklaring met een belastingaanslag bindt de belanghebbende niet / 313
6.3.4 Fiscaal compromis en boete / 314
6.4 Advance rulings / 314
6.5 Onrechtmatige overheidsdaad / 316
HOOFDSTUK 7
Rechtsbescherming / 319
7.1 Inleidende opmerkingen / 319
7.2 Bezwaar / 319
7.2.1 Gesloten stelsel van rechtsbescherming / 319
7.2.2 Het karakter van de bezwaarschriftprocedure / 321
7.2.3 Waartegen kan bezwaar worden gemaakt? / 323
7.2.4 Wie kan bezwaar maken? / 324
7.2.5 Hoe kan bezwaar worden gemaakt? / 325
7.2.5.1 Het bezwaarschrift / 325
7.2.5.2 Aan het bezwaarschrift klevende gebreken / 328
7.2.6 Binnen welke termijn kan bezwaar worden gemaakt? / 331
7.2.6.1 De bezwaartermijn / 331
7.2.6.2 De gemitigeerde verzendtheorie / 333
7.2.6.3 Vóór aanvang van de termijn ingediend bezwaarschrift / 334
7.2.6.4 Verschoonbare termijnoverschrijding / 336
7.2.6.5 Indiening bezwaarschrift bij onbevoegde instantie / 339
7.2.7 Voeging van bezwaren / 340
7.2.8 De behandeling van het bezwaar / 342
7.2.9 De uitspraak op het bezwaarschrift / 344
7.2.9.1 De beslistermijn / 344
7.2.9.2 De beslissing op het bezwaar; interne compensatie / 345
7.2.9.3 De motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift / 348
7.2.9.4 De bekendmaking van de uitspraak op het bezwaarschrift / 348
7.2.9.5 De totstandkoming en inwerkingtreding van de uitspraak op het bezwaarschrift / 349
7.2.9.6 Gevoegde behandeling / 349
7.2.9.7 Tweede uitspraak / 350
7.2.10 Kostenvergoeding / 350
7.2.11 De omkering van de bewijslast / 351
7.2.11.1 Algemeen / 351
7.2.11.2 Het niet doen van de vereiste aangifte / 353
7.2.11.3 Het niet voldoen aan bepaalde verplichtingen / 356
7.2.12 Collectieve uitspraak op massaal bezwaar / 358
7.2.13 Bezwaar tegen inkomensgegeven in het kader van de Basisregistratie inkomen / 359
7.3 Ambtshalve vermindering / 360
7.3.1 Karakter van de regeling / 360
7.3.2 Termijn / 361
7.3.3 Beroep op de rechter? / 362
7.3.4 Bijzondere regeling inzake ambtshalve vermindering inkomstenbelasting / 362
7.4 Beroep / 363
7.4.1 Wie is de belastingrechter? / 363
7.4.2 Waartoe is de belastingrechter op aarde? / 364
7.4.2.1 De partijen / 364
7.4.2.2 De omvang van het geschil / 364
7.4.2.3 Algemene beginselen van behoorlijk procesrecht / 365
7.4.2.3.1 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 365
7.4.2.3.2 Toegankelijkheid van de procedure / 366
7.4.2.3.3 Processuele gelijkheid van partijen / 366
7.4.2.3.4 Redelijke termijn / 366
7.4.2.3.5 Hoor en wederhoor / 367
7.4.2.3.6 Geen verrassingsbeslissingen / 369
7.4.2.4 De beslissing / 369
7.4.3 Welke instrumenten heeft de belastingrechter? / 370
7.4.3.1 De vaststelling van feiten / 370
7.4.3.2 Het vinden van het recht / 372
7.4.4 De instelling van het beroep / 372
7.4.5 Het vooronderzoek / 374
7.4.6 Versnelde behandeling / 374
7.4.7 Vereenvoudigde behandeling / 375
7.4.8 De zitting / 375
7.4.9 De uitspraak / 376
7.4.10 Voorlopige voorziening / 378
7.4.11 Schadevergoeding / 378
7.5 Hoger beroep / 380
7.5.1 Inleidende opmerkingen / 380
7.5.2 De functie van het hoger beroep / 380
7.5.3 Wie kan hoger beroep instellen? / 380
7.5.4 Waartegen kan hoger beroep worden ingesteld? / 381
7.5.5 Wie is de hogerberoepsrechter? / 381
7.5.6 De instelling van het hoger beroep / 381
7.5.7 Het verdere verloop van de procedure en de instelling van incidenteel hoger beroep / 382
7.5.8 Omvang van het geding in hoger beroep / 383
7.5.9 De uitspraak / 384
7.6 Cassatie / 385
7.6.1 Inleidende opmerkingen / 385
7.6.2 De taak van de Hoge Raad / 386
7.6.3 Gronden voor cassatie / 386
7.6.3.1 Inleiding / 386
7.6.3.2 Schending van het recht / 387
7.6.3.3 Verzuim van vormen / 388
7.6.4 De omvang van het geding in cassatie / 388
7.6.5 Wie kan het cassatieberoep instellen? / 389
7.6.6 Waartegen kan cassatieberoep worden ingesteld? / 389
7.6.7 De instelling van het cassatieberoep en het verloop van de procedure / 390
7.6.8 De conclusie van de procureur-generaal / 391
7.6.9 Het arrest / 391
7.6.10 Na verwijzing / 392
7.7 Herziening / 392
7.8 Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad / 393
HOOFDSTUK 8
Fiscale rechtsvinding en fraus legis / 395
8.1 Inleiding / 395
8.1.1 Rechtsvinding in het belastingrecht / 395
8.1.2 Interpretatie van rechtsregels / 396
8.1.3 Rechtsvinding als syllogisme / 397
8.1.4 Vaststelling van de feiten / 398
8.1.5 Fiscale kwalificatie / 399
8.1.6 Rechtsvinding en rechtsvorming / 399
8.1.7 Rechtsvinding in een meerlagige rechtsorde / 401
8.1.8 Exceptieve toetsing / 403
8.1.9 Ontgaan en ontduiken van belasting / 404
8.1.10 De bijzondere rechtsmiddelen richtige heffing en fraus legis / 405
8.1.11 Verschillen tussen fraus legis en richtige heffing / 407
8.2 Fraus legis / 408
8.2.1 Inleidende opmerkingen / 408
8.2.2 De voorwaarden voor toepassing van het leerstuk van de wetsontduiking / 409
8.2.3 De verhouding tussen fraus legis en richtige heffing / 411
8.3 Misbruik van recht in Europees verband / 411
HOOFDSTUK 9
Belastingrente en revisierente / 415
9.1 Voorgeschiedenis / 415
9.2 Belastingrente / 415
9.2.1 Inleidende opmerkingen / 415
9.2.2 De belastingen die worden geheven bij wege van aanslag / 417
9.2.2.1 Inleidende opmerking / 417
9.2.2.2 Belastingrente in rekening brengen / 417
9.2.2.3 Belastingrente vergoeden / 421
9.2.3 De belastingen die worden geheven bij wege van voldoening of afdracht op aangifte / 424
9.2.3.1 Inleidende opmerking / 424
9.2.3.2 Belastingrente in rekening brengen / 424
9.2.3.3 Belastingrente vergoeden / 425
9.2.4 Afwijkingen van belastingrente in internationaal verband en bij verboden staatssteun / 426
9.3 Revisierente / 427
9.4 Matiging van belastingrente (art. 30ia AWR) / 427
9.5 Het percentage van de belastingrente / 429
9.6 Formele aspecten / 429
9.6.1 Belastingrente / 429
9.6.2 Revisierente / 431
HOOFDSTUK 10
De bestuurlijke boeten / 433
10.1 Inleidende opmerkingen / 433
10.2 Overzicht van het bestuurlijke boetestelsel van de AWR / 434
10.2.1 Wettelijk systeem / 434
10.2.2 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB) / 435
10.2.3 Degene aan wie de boete kan worden opgelegd / 436
10.3 Verzuimboeten / 438
10.3.1 Algemeen / 438
10.3.1.1 Geen straf zonder schuld (AVAS) / 438
10.3.1.2 Aangifte- en betalingsverzuimen/te laat doen of niet doen / 439
10.3.1.3 De hoogte van de verzuimboete / 439
10.3.2 Aangifteverzuim bij aanslagbelastingen (art. 67a) / 441
10.3.3 Aangifteverzuim bij aangiftebelastingen (art. 67b) / 442
10.3.4 Betalingsverzuim bij aangiftebelastingen (art. 67c) / 444
10.3.5 Overige verzuimen (art. 67ca) / 446
10.4 Vergrijpboeten / 448
10.4.1 Algemeen, strafverzwarende subjectieve bestanddelen / 448
10.4.1.1 De begrippen ‘opzet’ en ‘grove schuld’ / 448
10.4.1.2 Persoonlijk karakter van opzet en culpa / 450
10.4.1.3 Afwezigheid van schuld als strafuitsluitingsgrond / 451
10.4.1.4 Opzet/grove schuld en pleitbaar standpunt / 452
10.4.1.5 Opzet of grove schuld en de grondslag van de boete / 453
10.4.1.6 Het bewijs van opzet of grove schuld, omkering van de bewijslast / 454
10.4.1.7 De hoogte van de vergrijpboeten / 456
10.4.2 Vergrijpboete in verband met een verzoek om een voorlopige aanslag dan wel herziening (art. 67cc) / 457
10.4.3 Vergrijpboete bij primitieve aanslag (art. 67d) / 458
10.4.4 Vergrijpboete bij navorderingsaanslag (art. 67e) / 459
10.4.5 Vergrijpboete bij naheffingsaanslag (art. 67f) / 461
10.4.6 Vergrijpboete bij overtreding actieve informatieverplichting / 462
10.5 Formeel boeterecht / 463
10.5.1 Algemeen / 463
10.5.1.1 Verdragsbepalingen en beginselen van behoorlijk bestuur als toetsingskader / 463
10.5.1.2 Toegang tot de rechter; invordering vóór onherroepelijk worden; termijnen. / 464
10.5.1.3 Openbaarmaking van een boetebeschikking / 465
10.5.1.4 Berechting binnen een redelijke termijn / 466
10.5.1.5 Legaliteitsbeginsel; wijziging van wetgeving / 468
10.5.1.6 Rechtsgevolgen van onrechtmatigheden / 469
10.5.2 Mededeling en inhoud van de boetebeschikking / 471
10.5.3 Recht op inzage in het boetedossier / 473
10.5.4 Zwijgrecht / 474
10.5.5 Verhoor, cautie, rechtsbijstand en oproeping / 475
10.5.6 Bijzondere waarborgen bij vergrijpboeten / 478
10.5.6.1 Vrijwillige verbetering / 478
10.5.6.2 Boeterapport en zienswijzeprocedure / 480
10.5.7 Samenloop en ‘ne bis in idem’ / 481
10.5.8 Una via / 484
10.5.9 Boeteverval bij overlijden / 484
HOOFDSTUK 11
Strafrechtelijke bepalingen / 487
11.1 Algemeen / 487
11.1.1 Inleidende opmerkingen / 487
11.1.2 De aard van het fiscale delict / 488
11.2 Opzet; het subjectieve delictsbestanddeel bij de misdrijven / 490
11.3 Poging / 490
11.4 Daderschap en deelneming / 490
11.5 Daderschap van rechtspersonen, feitelijk leidinggeven / 492
11.6 Tijd en plaats van het fiscale delict / 494
11.7 Samenloop en specialiteit; ‘hetzelfde feit’ / 495
11.8 Verval van het recht tot strafvervolging / 499
11.8.1 Art. 68 Sr, ‘ne bis in idem’ / 499
11.8.2 Una-viaregeling / 501
11.8.3 Andere redenen voor verval van het recht tot strafvervolging / 502
11.9 De strafbare feiten in de AWR / 502
11.9.1 De overtredingen van art. 68 AWR / 502
11.9.1.1 Art. 68, eerste lid, AWR / 502
11.9.1.2 Art. 68, tweede lid, AWR / 505
11.9.1.3 Art. 68, derde lid, AWR / 505
11.9.2 De misdrijven van art. 69 AWR / 505
11.9.2.1 Strekkingsvereiste / 505
11.9.2.2 Art. 69, eerste lid, AWR / 506
11.9.2.3 Art. 69, tweede lid, AWR / 508
11.9.2.4 Art. 69, derde lid, AWR (inkeerregeling) / 509
11.9.2.5 Art. 69, vierde lid, AWR (verhouding tot art. 225, tweede lid, Sr) / 511
11.9.2.6 Art. 69, vijfde lid, AWR / 511
11.9.2.7 Straffen op art. 69, tweede lid, AWR; bijkomende straf / 511
11.9.3 Art. 69a AWR / 512
11.9.4 Art. 70 en 71 AWR / 513
11.10 Strafbeschikking / 513
11.11 Fiscale strafvordering / 517
11.11.1 Inleidende opmerkingen / 517
11.11.2 De organisatie van de fiscale opsporing / 517
11.11.3 Art. 80 AWR / 518
11.11.3.1 De rol van het proces-verbaal / 518
11.11.3.2 Het belang van beleidsuitgangspunten / 520
11.11.4 Bijzondere opsporingsbevoegdheden in de AWR / 521
11.11.4.1 Inbeslagneming / 522
11.11.4.2 Betreden van plaatsen, woningen en kantoren van verschoningsgerechtigden / 523
11.11.5 Spreekplicht en zwijgrecht; samenloop van controle- en opsporingsbevoegdheden / 525
11.11.6 Vervolging / 530
11.11.7 Competentie / 532
11.11.8 Rechtsmiddelen / 533
Literatuurlijst / 535
Jurisprudentieregister / 557
Trefwoordenregister / 597
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan