Mr. A.L. (Ton) Mertens (1963) is als docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden. Daar verzorgt hij vakken en colleges op het gebied van de loonheffingen. Zelf studeerde hij in 1986 aan de Universiteit Leiden af in de fiscaal-juridische studierichting.
Meer over Ton MertensHet beginsel van de minste pijn
Paperback Nederlands 2023 17e druk 9789493199972Samenvatting
Loonheffingen zijn de belastingen en socialeverzekeringspremies die worden geheven over het loon. Een kenmerk van de Nederlandse loonheffingen is dat dit bij de ‘bron’ gebeurt. Dat wil zeggen door de werkgever, het pensioenfonds of andere uitkerende instantie.
Budgettair zijn de loonheffingen van enorme betekenis: voor 2023 wordt een opbrengst verwacht van bijna € 200 miljard. Daarmee maken zij ruim de helft uit van alle rijksbelastingen en premies die in Nederland worden geheven.
De loonheffingen bepalen in de eerste plaats grotendeels de hoogte van het nettoloon van de werknemers. Daarbij verhogen ze niet alleen substantieel de loonkosten van de werkgevers, maar ook hun administratieve lasten. Als gevolg hiervan staan de loonheffingen voortdurend ter discussie. Niet alleen politiek, maar ook in geschillen tussen inhoudingsplichtigen en de overheid. Dit heeft tot uitvoerige en vaak complexe wetgeving geleid. De vele geschillen leveren daarbij een flinke stroom jurisprudentie op
.
Dit handboek is een inleiding tot de loonheffingen vanuit fiscaal-juridisch perspectief. Het behandelt de loonbelasting, de premie volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw. Daarbij wordt de theorie verduidelijkt en verdiept met (praktijk)voorbeelden, cijfermatige uitwerkingen, (stroom)schema’s, tabellen, grafieken en discussiepunten. Het is in de eerste plaats geschreven om te worden gebruikt bij het academisch en het postacademisch onderwijs. Daarnaast is het bedoeld voor professionals die uit hoofde van hun functie over fundamentele kennis van de loonheffingen moeten beschikken.
Bij deze nieuwe druk is de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 juli 2023 tot uitgangspunt genomen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Voorwoord
Lijst van afkortingen
Hoofdstuk 1 – Algemeen
1.1 De loonheffingen
1.2 Oorsprong en geschiedenis van de loonbelasting
1.2.1 De oorsprong: de bedrijfsbelasting van 1894
1.2.2 De Wet IB 1914
1.2.3 De Indische wortels van de Nederlandse loonbelasting
1.2.4 Geboorte van de ‘aanspraak’: de reparatiewetgeving van 1936
1.2.5 Het voorontwerp van 1939
1.2.6 Het Besluit op de Loonbelasting 1940
1.2.7 Serieuze stappen op weg naar coördinatie: de Belastingherziening 1953
1.2.8 De Wet op de loonbelasting 1964
1.2.9 De Tweeverdienerswetgeving
1.2.10 De Oort-wetgeving
1.2.11 De herziening van 1997
1.2.12 De Belastingherziening 2001
1.2.13 De WALVIS-wetgeving: integratie van de loonheffingen
1.2.14 De Paarse krokodil
1.2.15 De Wet uniformering loonbegrip
1.2.16 De werkkostenregeling
1.3 De ambivalente loonbelasting
1.4 De relatie van de loonbelasting met de inkomstenbelasting
1.4.1 De loonbelasting als voorheffing op de inkomstenbelasting
1.4.1.1 Voorheffing versus eindheffing
1.4.1.2 De loonbelasting als zelfstandige heffing
1.4.1.3 Het verrekenen van loonbelasting met inkomstenbelasting
1.4.2 Verschillen op het punt van het heffingssubject
1.4.3 Het loonbegrip voor de inkomstenbelasting
1.4.4 Verschillen op het punt van de wijze van heffen
1.5 De heffing van premies sociale verzekeringen
1.5.1 Algemeen
1.5.2 Organisatie van de sociale verzekeringen
1.5.3 Premieheffing volksverzekeringen
1.5.4 Premieheffing werknemersverzekeringen
1.5.5 Bijdrage Zorgverzekeringswet
Hoofdstuk 2 – Belasting- en premieplicht
2.1 Belastingplicht
2.2 De heffingssubjecten voor de loonbelasting
2.2.1 Algemeen
2.2.2 De werknemer
2.2.3 De buitenlandse werknemer
2.2.4 Aangewezen personen
2.2.5 Artiesten en beroepssporters
2.2.6 Vrijwilligers
2.3 De dienstbetrekking
2.3.1 Algemeen
2.3.2 De privaatrechtelijke dienstbetrekking
2.3.2.1 Algemeen
2.3.2.2 De verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten gedurende een zekere tijd
2.3.2.3 De verplichting van de werkgever om loon te betalen
2.3.2.4 De gezagsverhouding
2.3.3 De publiekrechtelijke dienstbetrekking
2.3.4 De fictieve dienstbetrekking
2.3.4.1 Algemeen
2.3.4.2 Aannemers van werk en hun hulpen
2.3.4.3 Tussenpersonen en hun hulpen
2.3.4.4 Leerlingen en stagiaires
2.3.4.5 Meewerkende kinderen
2.3.4.6 Commissarissen
2.3.4.7 Bestuurders van werknemerscoöperaties
2.3.4.8 Topsporters
2.3.4.9 Uitzendkrachten en andere vormen van tussenkomst
2.3.4.10 Thuiswerkers en hun hulpen
2.3.4.11 Gelijkgestelden
2.3.4.12 Sekswerkers
2.3.4.13 De ‘vrijwillige dienstbetrekking’
2.3.4.14 Aanmerkelijk belanghouders/directeuren-grootaandeelhouders
2.3.4.15 Bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen
2.3.4.16 Rangorde dienstbetrekkingen
2.3.5 Minderjarige kinderen
2.3.6 Dienstverleners aan huis
2.3.7 Diplomaten
2.3.8 De management-B.V.
2.3.9 Bewijslast
2.4 De inhoudingsplichtige
2.4.1 Algemeen
2.4.1.1 Inhoudingsplicht
2.4.1.2 De ‘echte’ werkgever
2.4.1.3 Degene die loon verstrekt uit vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander
2.4.1.4 Degene die op grond van een vrijgestelde aanspraak loon verstrekt
2.4.1.5 De ‘fictieve’ werkgever
2.4.1.6 De ‘oneigenlijke’ werkgever
2.4.1.7 De verzekeraar
2.4.2 Modelovereenkomsten
2.4.3 De buitenlandse inhoudingsplichtige
2.4.4 Inhoudingsplicht voor loon van derden
2.4.5 De samenhangende groep inhoudingsplichtigen
2.4.6 De samenvoegbepalingen
2.4.6.1 Inhoudingsplicht per dienstbetrekking
2.4.6.2 De inhoudingsplichtige betaalt een socialeverzekeringsuitkering door
2.4.6.3 De inhoudingsplichtige betaalt een aanvulling op een socialeverzekeringsuitkering
2.4.6.4 De inhoudingsplichtige betaalt loon uit vroegere dienstbetrekking door
2.4.7 De doorbetaaldloonregeling
2.4.8 Inhoudingsplicht voor artiesten en beroepssporters
2.5 Premieplicht voor de volksverzekeringen
2.5.1 De verzekerde is premieplichtig
2.5.2 Premieplicht en inhoudingsplicht
2.5.3 Anonieme werknemer
2.5.4 Vrijwillige verzekering
2.5.5 Gemoedsbezwaarden
2.6 Premieplicht voor de werknemersverzekeringen
2.6.1 Werknemers en werkgevers
2.6.2 Dienstbetrekking voor de werknemersverzekeringen
2.6.2.1 Dienstbetrekking leidt tot premieplicht
2.6.2.2 Directeuren-grootaandeelhouders
2.6.2.3 Schema dienstbetrekkingen
2.6.3 Premieplicht per werkgever
2.7 Bijdrageplicht voor de Zorgverzekeringswet
2.8 Internationaal
2.8.1 Uitgangspunten
2.8.2 Loonbelasting internationaal
2.8.2.1 De werknemer woont in het buitenland
2.8.2.2 Diplomaten
2.8.2.3 De niet in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige
2.8.2.4 Belastingverdragen
2.8.2.5 De eenzijdige regeling
2.8.3 Premieheffing internationaal
2.8.3.1 Premie volksverzekeringen: de werknemer woont niet in Nederland
2.8.3.2 De EU-verordening sociale zekerheid
2.8.3.3 Premies werknemersverzekeringen en Zvw
Hoofdstuk 3 – Loon: de maatstaf van heffing
3.1 Inleiding
3.2 Het loonbegrip
3.2.1 Algemeen
3.2.2 Loon, belastbaar loon en tabelloon
3.2.3 Negatief loon
3.2.4 Bruteren
3.2.4.1 Niet verhalen van loonbelasting
3.2.4.2 Niet verhalen van premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw
3.2.5 Fooien en ander loon van derden
3.2.6 Loon uit tegenwoordige/vroegere dienstbetrekking
3.2.7 Loon en de pseudo-eindheffing
3.3 Loon in natura
3.3.1 Algemeen
3.3.2 De waardering van loon in natura
3.3.3 Aandelenopties
3.3.4 De ter beschikking gestelde auto
3.3.5 Werkplekvoorzieningen
3.3.5.1 Voorzieningen op de werkplek
3.3.5.2 Algemeen
3.3.5.3 Kleding
3.3.5.4 Consumpties
3.3.5.5 Maaltijden
3.3.5.6 Huisvesting en inwoning
3.3.5.7 Kinderopvang
3.3.6 OV-kaarten en dergelijke
3.3.7 Personeelsleningen
3.3.8 Dienstwoning
3.4 Aanspraken
3.4.1 Algemeen
3.4.2 De waardering van aanspraken
3.4.3 Aanspraken ingevolge ziektekostenregelingen
3.4.4 Uitkeringen ingevolge belaste aanspraken
3.5 Vrijgesteld loon
3.5.1 Samenhang van vrijstellingsbepalingen met het loonbegrip
3.5.2 ‘Grondslagversmallers’
3.5.3 Schadevergoedingen
3.5.4 Overlijdensuitkeringen
3.5.5 De fondsuitkeringenvrijstelling
3.5.6 De diensttijdvrijstelling
3.5.7 Meewerkloon
3.5.8 Premies op grond van de Participatiewet
3.6 De gebruikelijkloonregeling
3.7 Het loon van artiesten en beroepssporters
3.8 Het loon als maatstaf voor de premie volksverzekeringen
3.9 Het loon als maatstaf voor de premieheffing werknemersverzekeringen
3.9.1 De hoofdregel
3.9.2 Uitzonderingen
3.9.3 Brutering voor de premieheffing werknemersverzekeringen
3.9.3.1 Niet verhalen van premies werknemersverzekeringen
3.9.3.2 Niet verhalen van loonbelasting
3.10 Het loon als maatstaf voor Zorgverzekeringswet
Hoofdstuk 4 – Loon: het moment van genieten
4.1 Inleiding
4.2 Het genietingsmoment
4.3 Vrijgestelde aanspraken
4.3.1 Systematiek van het vrijstellen van aanspraken
4.3.2 Aansprakenregime reguleert het moment van genieten
4.3.3 Samenloop van vrijgestelde aanspraken
4.3.4 Werknemersbijdragen voor vrijgestelde aanspraken
4.3.5 Pensioenaanspraken
4.3.5.1 Algemeen
4.3.5.2 Ouderdomspensioen
4.3.5.3 Partnerpensioen
4.3.5.4 Wezenpensioen
4.3.5.5 Deelnemingsjarenpensioen
4.3.5.6 RVU-regelingen
4.3.5.7 Arbeidsongeschiktheidspensioen
4.3.5.8 Toegelaten verzekeraar
4.3.5.9 Afkoop, vervreemden, tot zekerheid stellen en afzien van een pensioenrecht
4.3.5.10 Rechtszekerheid
4.3.5.11 Splitsen van een pensioenaanspraak
4.3.5.12 Aanwijzen van pensioen
4.3.6 Aanspraken op grond van socialeverzekeringswetten
4.3.7 Soortgelijke aanspraken
4.3.8 Aanspraken op ongevallenuitkeringen
4.3.9 Aanspraken op uitkeringen en verstrekkingen bij einde dienstbetrekking
4.3.10 Verlofaanspraken
4.3.11 Door de Minister van Financiën aan te wijzen aanspraken
4.3.12 Schema aanspraken
4.4 Loon genieten op een ongebruikelijk tijdstip
4.5 Enkele vraagstukken inzake het genieten van loon
4.5.1 Het genieten van voorwaardelijk loon
4.5.2 Voorschotten
4.5.3 Het moment van bruteren
4.5.4 Aandelenopties
4.5.5 Bijzondere regels voor reiskostenvergoedingen
4.5.6 Artiesten en beroepssporters
4.6 Keuzeloon
4.6.1 De principes van keuzeloon
4.6.2 Keuzeloon en het moment van genieten
4.6.3 Wat wordt als keuzeloon genoten?
4.6.4 Keuzeloon en pensioen
Hoofdstuk 5 – Tarief en afdrachtverminderingen
5.1 Algemeen
5.2 Tarief en wijze van berekenen loonbelasting en premie volksverzekeringen
5.2.1 Tarief loonbelasting en premie volksverzekeringen
5.2.2 De tabellen
5.2.3 Het loontijdvak
5.2.4 Bijzondere beloningen
5.2.5 De loonheffingskorting
5.2.6 Het anoniementarief
5.2.7 Tarieven bij eindheffing
5.2.8 Tarieven bij artiesten en beroepssporters
5.3 Tarief en wijze van berekenen van de premies werknemersverzekeringen
5.3.1 Algemeen
5.3.2 Sectorindeling
5.3.3 De WW-premie
5.3.4 De WIA-premie
5.3.5 Schema premies werknemersverzekeringen
5.3.6 Wijze van berekenen
5.4 Tarief en wijze van berekenen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
5.4.1 Twee percentages
5.4.2 Wijze van berekenen
5.5 Afdrachtverminderingen en het lage-inkomensvoordeel
5.5.1 Systematiek
5.5.2 Vermindering S&O
5.5.3 Vermindering zeevaart
5.5.4 Lage-inkomensvoordeel (LIV)
5.5.5 Loonkostenvoordelen (LKV)
Hoofdstuk 6 – Wijze van heffen
6.1 Inleiding
6.2 Inhouding van loonbelasting
6.2.1 Het begrip inhouding
6.2.2 Te veel ingehouden en/of afgedragen loonbelasting
6.2.3 Te weinig ingehouden en/of afgedragen loonbelasting
6.2.4 Het verhaalsrecht van de inhoudingsplichtige
6.3 Verplichtingen van de inhoudingsplichtige en de werknemer
6.3.1 Verplichtingen van de inhoudingsplichtige
6.3.2 Verplichtingen van de werknemer
6.4 Eindheffing
6.4.1 Achtergrond en systematiek
6.4.1.1 Geschiedenis en achtergrond
6.4.1.2 Systematiek
6.4.1.3 Limitatieve wettelijke opsomming
6.4.2 Naheffing
6.4.3 Tijdelijke knelpunten van ernstige aard
6.4.4 Publiekrechtelijke uitkeringen
6.4.5 Verstrekkingen aan anderen dan eigen werknemers
6.5 De werkkostenregeling
6.5.1 Algemeen
6.5.2 Het aanwijzen van vergoedingen en verstrekkingen
6.5.3 Gerichte vrijstellingen
6.5.3.1 Algemeen
6.5.3.2 Vervoer
6.5.3.3 Tijdelijk verblijf
6.5.3.4 Onderhoud en verbetering kennis
6.5.3.5 Opleiding en studie
6.5.3.6 Extraterritoriale kosten/30%-regeling
6.5.3.7 Verhuiskosten
6.5.3.8 Gereedschap en ict-middelen
6.5.3.9 Voorzieningen op de werkplek
6.5.3.10 Producten uit eigen bedrijf
6.5.3.11 Vaste kostenvergoedingen
6.5.4 Vroegere dienstbetrekking
6.5.5 Geen eindheffing over 1,2% van de loonsom
6.5.5.1 De 1,2%-toets
6.5.5.2 De concernregeling
6.5.5.3 Loon uit vroegere dienstbetrekking en eigen bijdragen
6.5.6 Keuze van de werkgever
6.5.7 Voorbeelden aan te wijzen vergoedingen en verstrekkingen
6.6 Pseudo-eindheffing
6.6.1 Algemeen
6.6.2 De RVU-heffing
6.6.3 De heffing op excessieve vertrekvergoedingen
6.7 Aansprakelijkheid
6.7.1 Aansprakelijkheid algemeen
6.7.2 Ketenaansprakelijkheid
6.7.2.1 Inhoud en omvang ketenaansprakelijkheid
6.7.2.2 Aannemer in de zin van de ketenaansprakelijkheid
6.7.2.3 De keten
6.7.2.4 Vrijwaring en risicobeperking
6.7.3 Inleenaansprakelijkheid
6.7.3.1 Inhoud en omvang inleenaansprakelijkheid
6.7.3.2 In- en doorlenen
6.7.3.3 Vrijwaring en risicobeperking
6.7.4 Bestuurdersaansprakelijkheid
6.7.4.1 Inhoud en omvang bestuurdersaansprakelijkheid
6.7.4.2 De melding betalingsonmacht
6.7.4.3 Aansprakelijkheidsschulden
6.7.4.4 Verjaring
6.8 Artiesten en beroepssporters
6.9 De wijze van heffen van de premie volksverzekeringen
6.10 De wijze van heffen van de premies werknemersverzekeringen
6.10.1 Algemeen
6.10.2 Doorbetaaldloonregeling
6.10.3 Rechtsgang
6.10.4 Naheffing en (pseudo-)eindheffing
6.10.5 Invordering
6.11 De wijze van heffen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
6.11.1 Algemeen
6.11.2 Naheffing en (pseudo-)eindheffing
6.11.3 Invordering
Bijlage I – De regels van de loonheffingen
Bijlage Ia – Artikelenregister Wet op de loonbelasting 1964
Bijlage Ib – Artikelenregister Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
Bijlage Ic – Artikelenregister Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Bijlage Id – Artikelenregister Wet financiering sociale verzekeringen
Bijlage Ie – Artikelenregister Besluit Wet financiering sociale verzekeringen
Bijlage If – Artikelenregister Regeling Wet financiering sociale verzekeringen
Bijlage II – Besluitenlijst
Bijlage III – Jurisprudentielijst
Bijlage IV – Literatuurlijst
Bijlage V – Punten van discussie
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan