Danny Busch (1974) is hoogleraar Financieel Recht aan het Instituut voor Financieel Recht (IFR) van de Radboud Universiteit Nijmegen en als advocaat te Amsterdam werkzaam in de financiële praktijk.
Meer over de auteursHandboek Beleggingsondernemingen
Gebonden Nederlands 2019 2e druk 9789013154238Samenvatting
De roep om een nieuwe editie van dit standaardwerk werd almaar luider in het licht van de recente implementatie van MiFID II en de inwerkingtreding van MiFIR. Deze tweede editie biedt u een overzicht van een groot deel van de toezichtregels die van belang zijn voor beleggingsondernemingen.
De tweede editie van Handboek beleggingsondernemingen verschijnt na een tumultueuze periode als het gaat om wet- en regelgeving die raakt aan beleggingsondernemingen. De eerste druk zag in 2009 het levenslicht naar aanleiding van de implementatie per 1 november 2007 van MiFID. Sindsdien is er veel gebeurt. Zo vonden de implementatie van MiFID II (de Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten 2014) en de inwerkingtreding van MiFIR plaats. Met deze twee bronnen, in combinatie met de MiFID II-Uitvoeringsrichtlijn en diverse uitvoeringsverordeningen, is een geheel vernieuwd pakket wet- en regelgeving van toepassing geworden op beleggingsondernemingen.
In het licht van deze ontwikkelingen was een opvolger van #Handboek beleggingsondernemingen# meer dan welkom. Deze ingrijpend vernieuwde editie biedt juridisch professionals, wetenschappers en studenten een actueel en grondig overzicht van een groot deel van de toezichtregels die van belang zijn voor beleggingsondernemingen. De bijdragen zetten gezamenlijk de nieuwe standaard als het meest complete werk over de implementatie van MiFID II en MiFIR in het Nederlandse recht. Het grondige overzicht van de actuele wet- en regelgeving omtrent beleggingsondernemingen komt niet enkel de praktijkjurist van pas, maar biedt ook volop handvatten aan de wetenschap.
Zo is het handboek een uitstekend naslagwerk voor wetenschappers die onderzoek doen naar dit rechtsgebied. Ook de meer gevorderde studenten doen er hun voordeel mee, bijvoorbeeld bij het schrijven van een scriptie over een van de vele facetten van het toezicht op beleggingsondernemingen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
WOORD VOORAF V
DEEL I ALGEMEEN
Hoofdstuk 1 Algemeen 3
D. Busch & C.W.M. Lieverse
1.1 Inleiding en verantwoording 3
1.2 Het begrip ‘beleggingsonderneming’ 4
1.2.1 Algemeen 4
1.2.2 Het begrip ‘beleggingsonderneming in de zin van de CRR’ 6
1.2.3 De bankbeleggingsonderneming 6
1.2.4 Beleggingsdiensten 7
1.2.4.1 Ontvangen en doorgeven van orders: orderremisier 7
1.2.4.2 Voor rekening van cliënten uitvoeren van orders 8
1.2.4.3 Individueel vermogensbeheer 9
1.2.4.4 Beleggingsadvies 10
1.2.4.5 Overnemen of plaatsen van financiële instrumenten met of zonder plaatsingsgarantie 11
1.2.5 Beleggingsactiviteiten 12
1.2.5.1 Algemeen 12
1.2.5.2 Handelen voor eigen rekening 12
1.2.5.3 Exploiteren van een OTF 13
1.2.5.4 Exploiteren van een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) 13
1.3 Begrip ‘in de uitoefening van beroep of bedrijf’ 13
1.4 Begrip ‘financieel instrument’ 15
1.4.1 Algemeen 15
1.4.2 Effecten 16
1.4.3 Geldmarktinstrumenten 17
1.4.4 Deelnemingsrechten in een beleggingsinstelling of ICBE, niet zijnde een effect 17
1.4.5 Termijncontracten, futures, rentetermijncontracten en financiële contracten ter verrekening van verschillen 18
1.4.6 Grondstoffenderivaten 18
1.4.7 Opties 21
1.4.8 Swaps, derivatencontracten ten aanzien van valuta’s 21
1.4.9 Gestructureerde deposito’s 22
1.5 Toezichtstructuur in de Wft: functioneel toezichtmodel 22
1.6 Structuur Wft en de plaats daarin van de regels voor beleggingsondernemingen 23
1.6.1 Algemeen 23
1.6.2 Besluiten ter uitvoering van de Wft: tweede niveau van regelgeving 25
1.6.3 Toezichthoudersregels: derde niveau van regelgeving 26
1.6.4 Beleidsregels en andere uitingen van de toezichthouders 26
1.7 De Europese dimensie 29
1.8 Overzicht van de indeling en inhoud van dit handboek 29
DEEL II MARKTTOEGANG
Hoofdstuk 2 Markttoegang 53
M. Wessels & R.K. Pijpers
2.1 Inleiding 55
2.2 Uitzonderingen op de vergunningplicht 56
2.2.1 Algemeen 56
2.2.2 Vergunningplicht niet van toepassing 56
2.2.2.1 Centrale banken en beheerders van de overheidsschuld 56
2.2.2.2 Pensioenfondsen 57
2.2.2.3 Verzekeraars 57
2.2.2.4 Beheerders van beleggingsinstellingen en beheerders van ICBE’s 58
2.2.2.5 Transmissiesysteembeheerders 59
2.2.2.6 Centrale effectenbewaarinstellingen 59
2.2.2.7 Beleggingsondernemingen uit derde landen 60
2.2.2.8 Overige instellingen, diensten en activiteiten 60
2.2.3 Uitgezonderd van de vergunningplicht 61
2.2.3.1 Banken 61
2.2.3.2 Financiële instellingen 62
2.2.3.3 Gemeentelijke kredietbanken 62
2.2.3.4 Beheerders van beleggingsinstellingen en beheerders van ICBE’s 62
2.2.3.5 Marktexploitanten 63
2.2.3.6 Verbonden agenten 63
2.2.4 Vrijgesteld van de vergunningplicht 64
2.2.4.1 Beleggingsondernemingen uit derde landen 64
2.2.4.2 Particuliere participatiemaatschappijen 65
2.2.4.3 Beheerders van ‘familie’vermogen 66
2.2.4.4 Nationaal regime MIFID II 66
2.2.5 Ontheffing van de vergunningplicht 66
2.2.6 Gevolgen van uitzonderingen op de vergunningplicht 67
2.3 Vergunningvereisten 67
2.3.1 Algemeen 67
2.3.1.1 Beleggingsonderneming met zetel in Nederland of met zetel in derde land die voornemens is beleggingsactiviteiten te verrichten 67
2.3.1.2 Beleggingsonderneming met zetel in derde land die voornemens is om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan niet-professionele beleggers of opt-up professionele beleggers 69
2.3.1.3 Beleggingsonderneming met zetel in derde land die voornemens is om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan professionele beleggers en in aanmerking komende tegenpartijen 71
2.3.2 Geschiktheid dagelijks beleidsbepalers 72
2.3.3 Samenstelling en functioneren van leidinggevend orgaan 73
2.3.4 Betrouwbaarheid beleidsbepalers en medebeleidsbepalers 73
2.3.5 Integere bedrijfsuitoefening 75
2.3.6 Aantal en locatie dagelijks beleidsbepalers 76
2.3.7 Zeggenschapsstructuur 77
2.3.8 Bedrijfsvoering 77
2.3.9 Vermogensscheiding 78
2.3.10 Voorkomen belangenconflicten 79
2.3.11 Minimum eigen vermogen 80
2.3.12 Solvabiliteit 80
2.3.13 OTF of MTF 81
2.3.14 Mkb-groeimarkt 82
2.3.15 Datarapporteringsdiensten 83
2.4 Vergunningaanvraag 84
2.4.1 Over te leggen gegevens 84
2.4.2 Aanvraagformulier 84
2.4.3 Termijnen 85
2.4.4 Reikwijdte vergunning 86
2.4.4.1 Persoonlijke en collectieve vergunningen 86
2.4.4.2 Beleggingsdiensten en beleggingsactiviteiten 86
2.4.4.3 Financiële diensten 87
2.5 Wijzigen, intrekken of beperken van een vergunning 87
2.5.1 Gronden 87
2.5.2 Samenwerking met DNB 88
2.5.3 Gevolgen 88
2.6 Beleggingsondernemingen met zetel in een andere lidstaat 89
2.6.1 Algemeen 89
2.6.2 Beleggingsondernemingen 89
2.6.3 Beheerders van een beleggingsinstelling en beheerders van een ICBE 91
2.6.4 Tussenkomst verbonden agenten 91
2.6.5 Banken, financiële instellingen, verzekeraars en entiteiten voor risicoacceptatie 92
2.6.6 Reikwijdte van de uitzondering op de vergunningplicht 92
2.7 Diensten van de informatiemaatschappij 93
2.8 Datarapporteringsdiensten 94
2.9 Innovatie 95
2.10 Toegang tot buitenlandse financiële markten 96
2.10.1 Algemeen 96
2.10.2 Bijkantoor of verbonden agent in een andere lidstaat 97
2.10.3 Bijkantoor in een staat die geen lidstaat is 98
2.10.4 Verrichten van diensten naar een andere lidstaat 98
2.10.5 OTF of MTF 100
2.10.6 Diensten van de informatiemaatschappij 100
2.11 Ter afsluiting 101
Hoofdstuk 3A Algoritmische handel 103
J. Dinant
3A.1 Inleiding 103
3A.2 Wettelijk kader 106
3A.3 Begrippen 107
3A.3.1 Algoritmische handel 107
3A.3.2 Techniek van hoogfrequente algoritmische handel 108
3A.4 Reikwijdte 109
3A.5 Handelaren 110
3A.5.1 Algemeen 110
3A.5.2 Eisen ten aanzien van de interne bedrijfsvoering 110
3A.5.2.1 Algemene organisatorische eisen 110
3A.5.2.2 Governance 111
3A.5.2.3 Rol compliancefunctie 111
3A.5.2.4 Personeel 112
3A.5.2.5 Uitbesteding en inkoop in verband met IT 113
3A.5.3 Eisen aan de weerbaarheid van handelssystemen 114
3A.5.3.1 Testen en inzetten van handelsalgoritmesystemen en -strategieën 114
3A.5.3.2 Beheer na inzet van handelsalgoritmesystemen
en -strategieën 117
3A.5.3.3 Het bewaken van de weerbaarheid van handelssystemen 120
3A.5.4 Informatieplicht en documentatieplicht 128
3A.5.4.1 Informatieplicht 128
3A.5.4.2 Documentatieplicht 129
3A.5.5 Eisen voor market makers 130
3A.5.5.1 Ad a): Bijzondere omstandigheden 131
3A.5.5.2 Ad b): Verplichting tot aangaan van marketmaking overeenkomst 132
3A.5.5.3 De inhoud van de marketmaking overeenkomst 132
3A.6 Handelsplatformen 133
3A.6.1 Algemene eisen aan de interne bedrijfsvoering 134
3A.6.2 Eisen in verband met aangesloten handelaren die gebruikmaken van algoritmische handel en HFT 136
3A.6.2.1 Zelfevaluatie 136
3A.6.2.2 Governance van handelsplatformen 137
3A.6.2.3 Compliancefunctie binnen governanceregelingen 137
3A.6.2.4 Personeel 139
3A.6.2.5 Uitbesteding en overheidsopdrachten 140
3A.6.3 Capaciteit en weerbaarheid van handelsplatformen 143
3A.6.3.1 Due diligence voor leden van handelsplatformen 143
3A.6.3.2 Testen van verhandelingssystemen 144
3A.6.3.3 Conformiteitstests 144
3A.6.3.4 Testen van algoritmen van leden om wanordelijke handelsvoorwaarden te vermijden 146
3A.6.3.5 Capaciteit van handelsplatformen 147
3A.6.3.6 Algemene monitoringverplichtingen 148
3A.6.3.7 Doorlopende monitoring 148
3A.6.3.8 Periodieke evaluatie van prestaties en capaciteit van systemen voor algoritmische handel 149
3A.6.3.9 Regelingen voor bedrijfscontinuïteit 150
3A.6.3.10 Bedrijfscontinuïteitsplan 151
3A.6.3.11 Periodieke evaluatie van regelingen voor bedrijfscontinuïteit 152
3A.6.3.12 Voorkoming van onordelijke handelsomstandigheden 153
3A.6.3.13 Mechanismen voor beheer van volatiliteit 155
3A.6.3.14 Pre- en posttransactionele controles 155
3A.6.4 Marketmakingregelingen 156
3A.6.4.1 Identificatie van uitzonderlijke omstandigheden 157
3A.6.4.2 Verplichting voor handelsplatformen om marketmakingregelingen in werking te stellen 157
3A.6.4.3 Minimumverplichtingen wat betreft de marketmakingregelingen 158
3A.6.4.4 Billijke en niet-discriminerende marketmakingregelingen 159
3A.6.5 Overige eisen 160
3A.6.5.1 Overeenkomst 160
3A.6.5.2 Markering 160
3A.6.5.3 Co-locatie 161
3A.6.5.4 Vergoedingsstructuur 161
3A.7 Conclusie 162
Hoofdstuk 3B Directe elektronische toegang 167
J. Dinant
3B.1 Inleiding 167
3B.2 Wettelijk kader 169
3B.3 Begrippen 170
3B.4 Reikwijdte 170
3B.5 Aanbieders van DEA 171
3B.5.1 Algemeen 171
3B.5.2 Eisen aan de interne bedrijfsvoering 171
3B.5.3 Eisen aan de relatie met de cliënt 172
3B.5.3.1 Controles van de DEA-aanbieders 172
3B.5.3.2 Specificaties voor de systemen van DEA-aanbieders 174
3B.5.3.3 Due diligence beoordeling van potentiële DEA-cliënten 175
3B.5.3.4 Periodieke toetsing van DEA-cliënten 176
3B.5.4 Informatieplicht en documentatieplicht 177
3B.6 Handelsplatformen en toegang door gebruikers van DEA 177
3B.6.1 Interne bedrijfsvoering 177
3B.6.2 Voorwaarden om directe elektronische toegang (DEA) te mogen verlenen 178
3B.6.3 Specifieke vereisten voor handelsplatformen die gesponsorde toegang toestaan 179
3B.6.4 Veiligheid en toegangsbeperkingen 180
3B.7 Conclusie 181
Hoofdstuk 3C Aanbieders van datarapporteringsdiensten 185
J. Dinant
3C.1 Inleiding 185
3C.2 Wettelijke kader 188
3C.3 Begrippen 189
3C.3.1APA 189
3C.3.2CTP 189
3C.3.3ARM 190
3C.3.4Datarapporteringsdienst 190
3C.4 Datarapporteringsdienstverlener 190
3C.5 Reikwijdte 191
3C.5.1Verbod 191
3C.5.2Uitzonderingen vergunningplicht; exploiteren MTF of OTF 191
3C.5.3Uitzonderingen vergunningplicht; exploiteren gereglementeerde markt 192
3C.5.4Uitzonderingen vergunningplicht; datarapporteringsdienstverlener met zetel in andere lidstaat 192
3C.5.5Uitzonderingen vergunningplicht; beleggingsonderneming met zetel in andere lidstaat 193
3C.5.6Register 193
3C.6 Vergunningverlening en -intrekking 194
3C.6.1Vergunningvereisten 194
3C.6.2Vergunningverlening 197
3C.6.3Het intrekken van een vergunning 198
3C.7 Vereisten voor het leidinggevend orgaan van een aanbieder van datarapporteringsdiensten 199
3C.7.1Betrouwbaarheid en geschiktheid 199
3C.7.2Bedrijfsvoering 201
3C.8 Goedgekeurde publicatieregeling (APA) 203
3C.9 Verstrekker van een consolidated tape (CTP) 204
3C.10 Goedgekeurd rapporteringsmechanisme (ARM) 206
3C.11 Conclusie 207
Hoofdstuk 4 Beleggingsondernemingen uit derde landen 209
D. Busch & M.L. Louisse
4.1 Inleiding 209
4.2 De implementatie van MiFID II/MiFIR 210
4.2.1 Het regelgevend kader vóór MiFID II/MiFIR 210
4.2.2 Het regelgevend kader onder MiFID II/MiFIR 211
4.2.2.1 Implementatietabel 212
4.3 De reikwijdte van het derdelandenbeleid 215
4.3.1 Ondernemingen uit een derde land 215
4.3.2 Beleggingsdiensten versus beleggingsactiviteiten 216
4.3.3 Verkopen van en adviseren over gestructureerde deposito’s 217
4.3.4 Datarapporteringsdiensten 217
4.3.5 Exploiteren van handelsplatformen 218
4.3.6 Wanneer wordt een beleggingsdienst/activiteit in Nederland verleend/verricht? 221
4.3.6.1 Lokaliseren van beleggingsdiensten 222
4.3.6.2 Lokaliseren van beleggingsactiviteit ‘exploiteren van een MTF of OTF’ 223
4.3.6.3 Lokaliseren van beleggingsactiviteit ‘handel voor eigen rekening’ 224
4.3.6.4 Initiative test 224
4.4 In aanmerking komende tegenpartijen en per se professionele beleggers 226
4.4.1 Een equivalentiebesluit van de Commissie 227
4.4.1.1 Reciprociteit 229
4.4.1.2 Equivalentie 229
4.4.1.3 De equivalentie- en reciprociteitstoets in andere Europese wetgeving 230
4.4.1.4 Registratie door ESMA 234
4.4.1.5 Alleen op grensoverschrijdende basis? 235
4.4.1.6 Doorlopende verplichtingen 236
4.4.1.7 Europees paspoort 237
4.4.1.8 Intrekking van registratie door ESMA/ equivalentiebesluit van de Commissie 238
4.4.1.9 Overgangsregime 239
4.4.2 Geen equivalentiebesluit van de Commissie 239
4.4.2.1 Vergunningplicht 240
4.4.2.2 Vrijstellingen 241
4.5 Retailbeleggers en opt-up professionele beleggers 244
4.5.1 De lidstaatoptie: verplichte vestiging van een bijkantoor 244
4.5.2 Vergunningplicht 245
4.5.2.1 Overgangsregime 247
4.5.3 Doorlopende vereisten 247
4.5.4 Geen Europees paspoort 250
4.6 Retailbeleggers, professionele beleggers en in aanmerking komende tegenpartijen 251
4.7 Conclusie 253
DEEL III PRUDENTIEEL TOEZICHT EN
STRUCTUURTOEZICHT
Hoofdstuk 5 Prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen 259
E.P.M. Joosen
5.1 Inleiding 259
5.2 Voorgeschiedenis van het Europese recht 260
5.2.1 Eerste regelingen ingevolge de Richtlijn kapitaaltoereikendheid van 1993 260
5.2.2 Handhaving van de gezamenlijke regels in de Herziene richtlijn kapitaaltoereikendheid 261
5.2.3 Invoering van CRR en CRD IV 263
5.3 Reikwijdte van de bepalingen van CRR en CRD IV 266
5.3.1 Reikwijdte CRR bepaalt ook reikwijdte CRD IV 266
5.3.2 Beleggingsondernemingen in de zin van de verordening kapitaalvereisten 269
5.3.3 Prudentieel toezicht op 730k-beleggingsondernemingen 271
5.3.4 Zogenaamde 125k-beleggingsondernemingen 273
5.3.5 Uitzonderingen op grond van CRR en CRD IV 276
5.4 Minimumvermogenseisen 278
5.4.1 Verschillende hoogte van het minimumbedrag aan eigen vermogen 278
5.4.2 Het verschil tussen minimumbedrag aan eigen vermogen en solvabiliteit 284
5.4.3 Kwalitatieve eisen minimumbedrag eigen vermogen 286
5.5 Beheerste bedrijfsvoering en governance 289
5.5.1 Inleiding 289
5.5.2 Vereisten beheerste bedrijfsvoering voor CRRbeleggingsondernemingen 290
5.5.2.1 Beheerste bedrijfsvoering wat betreft prudentiële aspecten 290
5.5.2.2 Beheerste bedrijfsvoering betreffende art. 3a:2-ondernemingen 291
5.5.3 Nadere regels beheerste bedrijfsvoering in het Bpr Wft 292
5.5.3.1 Reikwijdte 292
5.5.3.2 Beleid gericht op beheersen van relevante risico’s 295
5.5.3.3 Risico’s bedoeld in art. 79-87 CRD IV 302
5.5.3.4 Governance en risicobeheersingsfunctie 303
5.5.3.5 Herstelplan 304
5.5.3.6 Klokkenluidersregeling 306
5.5.3.7 Systematische naleving 307
5.5.3.8 Toetsing kapitaaltoereikendheid 309
5.5.3.9 Risicobeheer en risicobeheersingsorganisatie 310
5.5.3.10 Gebruik interne modellen 311
5.6 Kapitaalseisen voor de solvabiliteit 313
5.6.1 Reikwijdte van de CRR-regelingen voor beleggingsondernemingen – Inleiding 313
5.6.2 Reikwijdte van de CRR-regelingen voor beleggingsondernemingen – Toepassing 319
5.6.3 De solvabiliteitsratio van art. 92 CRR 325
5.6.4 Kwalitatieve eisen aan eigen vermogensbestanddelen 329
5.6.5 Definiëring van de relevantie van risicoposities 331
5.6.6 Kredietrisico van beleggingsondernemingen 335
5.6.6.1 Inleiding 335
5.6.6.2 Kredietrisico op cliënten 336
5.6.6.3 Tegenpartijkredietrisico 338
5.6.7 Marktrisico van beleggingsondernemingen 342
5.6.7.1 Inleiding 342
5.6.7.2 Handelsportefeuille 342
5.6.7.3 Kleine handelsportefeuilleactiviteiten 344
5.6.7.4 Bouwstenenmethode; algemeen en specifiek risico 345
5.6.7.5 Standaardbenadering en interne modellen 346
5.6.7.6 Ontwikkelingen betreffende het marktrisico – Fundamental Review of the Trading Book 348
5.6.8 Operationeel risico van beleggingsondernemingen 351
5.6.8.1 Inleiding 351
5.6.8.2 Berekeningsmethoden operationeel risico 351
5.6.8.3 Vastekosteneis als alternatief 352
5.7 Aanvullende kapitaalbuffers 353
5.7.1 Soorten aanvullende buffers 353
5.7.2 Relevantie voor beleggingsondernemingen 354
5.8 Het beleggerscompensatiestelsel 355
5.9 Liquiditeitstoezicht 359
5.10 ICAAP en SREP en Pillar 3-marktdiscipline 360
5.10.1 Het Drie Pillar-proces voor het prudentiële toezicht 360
5.10.2 Internal Capital Adequacy Assessment Process 362
5.10.3 Pillar 3-marktdiscipline 364
5.11 Groepstoezicht 365
5.11.1 Prudentieel geconsolideerd toezicht 365
5.11.2 Verlicht regime van geconsolideerd toezicht op grond van art. 15 CRR 368
5.12 Sancties en interventie door de toezichthouder 369
5.12.1 Sancties en handhaving van normen van prudentieel toezicht 369
5.12.2 Vroege interventie en toepassing art. 3:62a, 3:62b en
3:111a Wft 370
5.13 Toekomstige prudentiële regime voor beleggingsondernemingen 372
5.13.1 Evaluatie van de CRR 372
5.13.2 Toekomstige regime voor beleggingsondernemingen – EBA rapporten 374
5.13.3 Commissievoorstellen van 20 december 2017 voor een nieuw prudentieel regime 379
5.13.3.1 Inleiding 379
5.13.3.2 Categorie 1-beleggingsondernemingen 380
5.13.3.3 Categorie 2- en 3-beleggingsondernemingen 382
5.13.3.4 Indeling in Categorie 3 of Categorie 2 382
5.13.3.5 Algemene uitgangspunten van het nieuwe prudentiële regime 384
5.13.3.6 Kwalitatieve kapitaaleisen 385
5.13.3.7 Minimumkapitaaleis 386
5.13.3.8 Vastekosteneis 387
5.13.3.9 K-Factors voor berekening kapitaaleisen 387
5.13.3.10 Inwerkingtreding van het nieuwe prudentieel toezichtregime 389
Hoofdstuk 6 Acquisitie van en door (bank)- beleggingsondernemingen – het systeem van verklaringen van geen bezwaar 391
C.W.M. Lieverse
6.1 Inleiding 391
6.1.1 Acquisitie van (bank)beleggingsondernemingen 391
6.1.2 Het onderscheid tussen beleggingsondernemingen en bankbeleggingsondernemingen 391
6.2 De Europese basis van het vvgb-systeem 392
6.2.1 De Antonvenetarichtlijn 392
6.2.2 Overige Europese ontwikkelingen 392
6.2.3 Bankbeleggingsondernemingen 394
6.2.4 Beleggingsondernemingen 394
6.3 Implementatie in de Wft 394
6.3.1 Algemeen 394
6.3.2 Het vvgb-systeem voor banken en beleggingsondernemingen 395
6.3.3 Het vvgb-systeem voor andere (financiële) ondernemingen 395
6.3.4 Prudentieel toezicht 396
6.3.5 Zetel in Nederland 398
6.4 Het begrip gekwalificeerde deelneming 399
6.4.1 De Nederlandse definitie en de CRR-definitie 399
6.4.2 Het element ‘invloed van betekenis’ 400
6.4.3 Belang in kapitaal of het uitoefenen van stemrechten/zeggenschap 400
6.4.4 Het houden, verwerven of vergroten van een belang vs. het uitoefenen van zeggenschap 402
6.4.5 De vvgb-eis bij een stichting 403
6.4.6 Toerekening op grond van art. 5:45 Wft 404
6.4.7 Acting in concert 407
6.4.8 Rechtstreeks of middellijk 408
6.4.9 Het houden, verwerven of vergroten 409
6.4.10 De uitzondering van art. 3:108 Wft: belangen op eigen boek 411
6.4.11 De aanvrager 411
6.5 De bevoegde toezichthouder voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar 412
6.5.1 Beleggingsondernemingen 412
6.5.2 Banken 412
6.5.3 Bevoegdheden van DNB 414
6.5.4 Bevoegdheden van de ECB 415
6.6 Voorschriften en beperkingen 416
6.6.1 Algemeen 416
6.6.2 Rechtspraak inzake voorschriften en beperkingen 416
6.6.3 Art. 3:106 Wft 417
6.7 De toetsingsgronden voor de vvgb 418
6.7.1 De toetsingsgronden in de Antonvenetarichtlijn 418
6.7.2 De toetsingsgronden in de Nederlandse wetgeving 421
6.7.3 Invulling weigeringsgronden 422
6.7.3.1 Grond a: de betrouwbaarheidseis 422
6.7.3.2 Grond b: de geschiktheidseis 422
6.7.3.3 Grond c: de financiële soliditeit van de aanvrager 423
6.7.3.4 Grond d: compliance met de prudentiële regels 423
6.7.3.5 Grond e: compliance met AML-wetgeving 424
6.7.3.6 Grond f: informatieverstrekking 424
6.7.3.7 Jurisprudentie weigeringsgronden 424
6.7.4 Proportionaliteitsprincipe 425
6.8 De betrouwbaarheidstoets van de beleidsbepalers 426
6.8.1 Algemeen 426
6.8.2 De reikwijdte van de betrouwbaarheidstoets 426
6.8.3 Samenloop met art. 3:9/4:10 Wft 427
6.8.4 Wijze van toetsing onder het Bpr Wft 428
6.9 De bandbreedte en de groepsverklaring van geen bezwaar 429
6.9.1 Bandbreedte 429
6.9.2 Groeps-vvgb 429
6.9.3 Collectiviteit 430
6.10 Procedurele aspecten 430
6.10.1 Bij wie indienen 430
6.10.2 Inrichting aanvraag 431
6.10.2.1 De Nederlandse regels 431
6.10.2.2 De Europese regels 431
6.10.3 Beslistermijn 432
6.10.4 Publicatie/mededeling 434
6.10.5 Bezwaar/beroep 434
6.10.6 Intrekking 435
6.10.7 Gevolgen ontbreken vvgb 435
6.10.8 Uitwisseling informatie 436
6.11 Meldingsplichten 436
6.11.1 Meldingsplicht van de houder van een vvgb 436
6.11.2 Meldingsplicht van de betrokken bank of beleggingsonderneming 437
6.12 Overige toetsingen en verklaringen van geen bezwaar, samenloop 437
6.12.1 Beleggingsonderneming 437
6.12.2 Marktexploitant 438
6.12.3 Banken 438
6.12.4 Bevoegde toezichthouder 439
6.12.5 Weigeringsgronden 439
6.12.6 Andere vvgb’s 440
6.12.7 Toetsing bestuurders 440
6.12.8 Holdingtoezicht 441
6.13 Slotbeschouwing 441
Hoofdstuk 7 De afwikkeling van beleggingsondernemingen 443
M.L. Louisse
7.1 De introductie van een nieuw afwikkelingskader voor beleggingsondernemingen 443
7.2 Het afwikkelingskader voor beleggingsondernemingen in Nederland 446
7.2.1 De implementatie van de BRRD in de Wft 448
7.2.2 De reikwijdte van het afwikkelingskader 449
7.2.2.1 Stap 1: Is de beleggingsonderneming een 730k-beleggingsonderneming? 451
7.2.2.2 Stap 2: Maakt de 730k-beleggingsonderneming deel uit van een groep? 452
7.2.2.3 Stap 3: Maakt de 730k-beleggingsonderneming deel uit van een SRM-groep? 455
7.2.2.4 Stap 4: Maakt de 730k-beleggingsonderneming deel uit van een BRRD-groep? 458
7.2.2.5 Uitkomst stap 1-4: De beleggingsonderneming kan worden afgewikkeld 459
7.2.3 Afwikkeling van een bankbeleggingsonderneming 461
7.3 Afwikkeling van een 730k-beleggingsonderneming 462
7.3.1 Wat houdt afwikkeling in? 462
7.3.2 Wanneer kan een 730k-beleggingsonderneming worden afgewikkeld? 463
7.3.3 Afwikkeling op individueel niveau en groepsniveau 464
7.3.4 Toepassing van de afwikkelingsinstrumenten 468
7.3.4.1 Overgang van de onderneming (overgang op een private partij) 469
7.3.4.2 Overgang op een overbruggingsinstelling 469
7.3.4.3 Afsplitsing van activa en/of passiva 469
7.3.4.4 Bail-in 470
7.3.5 De voorbereidingsfase en vroegtijdige interventiefase 471
7.3.5.1 De voorbereidingsfase 471
7.3.5.2 De vroegtijdige interventiefase 472
7.3.6 De samenwerking tussen de AFM, DNB en Afwikkelingsraad 474
7.3.6.1 Samenwerking in de voorbereidingsfase 475
7.3.6.2 Samenwerking in de vroegtijdige interventiefase 475
7.3.6.3 Samenwerking in de afwikkelingsfase 476
7.3.7 Het onderscheid tussen afwikkeling en interventie 477
7.3.8 Het onderscheid tussen afwikkeling en faillissement 479
7.4 Aandachtspunten voor bail-in bij 730kbeleggingsondernemingen 481
7.4.1 Het beleggerscompensatiestelsel 481
7.4.2 Vermogensscheiding bij beleggingsondernemingen 482
7.4.2.1 Bankrekening ten name van de cliënt 482
7.4.2.2 Bewaarinstelling 483
7.4.2.3 Bewaring overeenkomstig de Wge 485
7.4.3 Bail-in van passiva uit hoofde van derivatentransacties 485
7.4.4 De verplichting tot het opnemen van een contractuele afwikkelbaarheidsclausule 486
7.5 De financiering van de afwikkeling van een
730k-beleggingsonderneming 487
7.6 Conclusie 488
DEEL IVA GEDRAGSTOEZICHT
Organisatorische eisen
Hoofdstuk 8 Bedrijfsvoering: organisatorische eisen 493
E.R. Schreuder & M.L.M.N. Heltzel
8.1 Inleiding 493
8.1.1 Algemeen 493
8.1.2 Aspecten van de bedrijfsvoering/inbedding in de wetgeving (principle based benadering) 494
8.1.2.1 Aspecten van de bedrijfsvoering 494
8.1.2.2 Inbedding in de wetgeving (principle based benadering) 495
8.1.3 Bedrijfsvoering vs. inrichting van de bedrijfsvoering: verantwoording van keuzes onderwerpen 497
8.1.4 Inhoud van dit hoofdstuk 499
8.1.4.1 Algemeen 499
8.1.4.2 Algemene voorschriften 499
8.1.4.3 Specifieke voorschriften 501
8.1.5 Banken die tevens beleggingsonderneming zijn 501
8.1.6 Vrijstellingen 502
8.2 Geschiktheid en betrouwbaarheid van (mede)beleidsbepalers en personen die toezicht houden op het beleid 502
8.2.1 Geschiktheid: dagelijks beleidsbepalers en toezichthouders 502
8.2.1.1 Dagelijks beleidsbepalers 502
8.2.1.2 Toezichthouders op het beleid 504
8.2.1.3 Reikwijdte van artikel 4:9 Wft 504
8.2.1.4 Geschiktheidstoets 505
8.2.1.5 Deskundigheid en vakbekwaamheid van werknemers 508
8.2.2 Betrouwbaarheid: (mede)beleidsbepalers en toezichthouders 508
8.3 Beheerste uitoefening van het bedrijf 511
8.3.1 Algemene aspecten van de bedrijfsvoering 511
8.3.1.1 Interne controlefunctie 512
8.3.1.2 Compliancefunctie 513
8.3.1.3 Algemene organisatorische eisen 518
8.3.1.4 Deskundigheid en vakbekwaamheid van werknemers 519
8.3.1.5 Doeltreffend en prudent bestuur 524
8.3.2 Gedragsaspecten van de bedrijfsvoering 529
8.3.2.1 Bewaring van gegevens over beleggingsdiensten, nevendiensten en beleggingsactiviteiten 529
8.3.2.2 Algoritmische handel 537
8.3.2.3 Elektronische toegang tot een handelsplatform 539
8.3.2.4 Optreden als clearinginstelling 541
8.3.2.5 Productontwikkelingsproces 541
8.3.2.6 Beleid ten aanzien van belangenconflicten 544
8.3.2.7 Beloningsbeleid 555
8.3.2.8 Persoonlijke transacties 560
8.3.3 Prudentiële aspecten van de bedrijfsvoering 564
8.3.3.1 Risicobeheer 565
8.3.3.2 Onafhankelijke risicobeheerfunctie 567
8.3.3.3 Verantwoordelijkheid van de directie en het bestuur voor het risicomanagement en de risicobeheerfunctie 571
8.3.3.4 Afwikkeling van beleggingsondernemingen en organisatorische vereisten 573
8.4 Integere uitoefening van het bedrijf 575
8.4.1 Inleiding 575
8.4.2 Vormen van integriteit 578
8.4.3 Geschiedenis van integriteitswetgeving 580
8.4.4 Organisatorische integriteit: algemeen 582
8.4.5 Behandeling en vastlegging van incidenten 582
8.4.5.1 Voorbeelden van gedragingen of omstandigheden die een incident kunnen zijn 584
8.4.5.2 Melding van incidenten aan AFM 587
8.4.6 Beoordeling betrouwbaarheid personeelsleden in integriteitgevoelige functies 588
8.4.7 Risicoclassificaties van cliënten, producten en diensten 589
8.4.7.1 Beleid met betrekking tot acceptatie van cliënten 589
8.4.7.2 Identificatie van cliënten 590
8.4.7.3 Doorlopende toetsing van cliënten en transacties op risicoprofiel 591
8.4.7.4 Documentatie en vastlegging van cliëntacceptatie en indeling van cliënten naar risico 592
8.4.8 Onderzoek naar bepaalde personen of instellingen 593
8.5 Klachtenregelingen 593
8.5.1 Interne klachtenprocedure 593
8.5.2 Aansluiting bij aangewezen geschilleninstantie 595
8.6 Tweehoofdige dagelijkse leiding en verrichten van werkzaamheden vanuit Nederland 596
8.6.1 Tweehoofdige dagelijkse leiding 596
8.6.2 Verrichten van werkzaamheden vanuit Nederland 598
8.7 Vermogensscheidingsregels 598
8.8 Best execution en verwerking van orders 600
8.8.1 Best execution 600
8.8.2 Verwerking van orders van cliënten 601
8.9 Specifieke regels voor MTF’s en OTF’s 602
8.10 Ter afsluiting 604
Hoofdstuk 9 Inducements 609
R.E. Labeur
9.1 Inleiding 609
9.2 Wat zijn inducements? 610
9.3 Inducements onder MiFID en MiFID II 613
9.3.1 Relevantie Europese regels voor de Nederlandse markt 613
9.3.2 Inducements onder MiFID 614
9.3.2.1 Introductie van de inducement norm 614
9.3.2.2 Organisatorische eisen 621
9.3.3 Inducements onder MiFID II 622
9.3.3.1 Een gedeeltelijk nieuw provisieregime 622
9.3.3.2 Provisieverbod voor individueel vermogensbeheer en onafhankelijk advies 623
9.3.3.3 Provisieregels voor research 627
9.3.3.4 Inducement norm onder MiFID II 633
9.3.3.5 Schematisch overzicht provisieregels op Europees niveau 637
9.3.3.6 Organisatorische eisen 638
9.4 Inducements op de Nederlandse markt 640
9.4.1 Ontwikkeling van inducement norm naar Nederlands provisieverbod 640
9.4.2 Nederlandse provisieregels 642
9.4.2.1 Dienstverlening aan niet-professionele cliënten: art. 168a BGfo Wft 642
9.4.2.2 Dienstverlening aan professionele cliënten: art. 168aa BGfo Wft 645
9.4.2.3 Schematisch overzicht provisieregels binnen Nederland na MiFID II implementatie 646
9.4.2.4 Territoriale reikwijdte Nederlands provisieverbod voor beleggingsondernemingen 647
9.4.2.5 AFM & het Nederlandse provisieverbod 648
9.4.3 Organisatorische eisen 652
9.5 Besluit 654
Hoofdstuk 10 Uitbesteding van werkzaamheden 657
E.P.M. Joosen
10.1 Inleiding 657
10.2 Wet- en regelgevend kader voor uitbesteding door beleggingsondernemingen 658
10.2.1 Europese regelgeving 658
10.2.2 Regeling van uitbesteding door beleggingsondernemingen in de Nederlandse weten regelgeving 661
10.3 Wat is gereguleerde uitbesteding van werkzaamheden? 665
10.3.1 Wettelijke definitie van uitbesteden 665
10.3.2 Primaire en secundaire eisen aan uitbesteding 667
10.4 Generieke voorwaarden en verboden in verband met uitbesteding 669
10.4.1 Algemeen 669
10.4.2 Geen delegatie van bestuursverantwoordelijkheid 669
10.4.3 Geen wijziging in de relatie met cliënten 669
10.4.4 Instandhouding vergunningvoorwaarden 670
10.4.5 Geen opheffing of wijziging vergunningvoorwaarden 671
10.5 Specifieke kwalitatieve voorwaarden in verband met uitbesteding 671
10.5.1 Inleiding 671
10.5.2 Art. 31 lid 2 aanhef en onder a: Kwalificaties van de dienstverlening 672
10.5.3 Art. 31 lid 2 aanhef en onder b: Daadwerkelijke uitvoering, SLA’s en monitoring 676
10.5.4 Art. 31 lid 2 aanhef en onder c: Toezicht op uitvoering door dienstverlener 677
10.5.5 Art. 31 lid 2 aanhef en onder d: Interventie bij inadequate uitvoering 678
10.5.6 Art. 31 lid 2 aanhef en onder e: Daadwerkelijk toezicht en behoud expertise 679
10.5.7 Art. 31 lid 2 aanhef en onder f: Inkennisstelling wezenlijke ontwikkelingen 679
10.5.8 Art. 31 lid 2 aanhef en onder g: Beëindiging uitbestedingsovereenkomst 680
10.5.9 Art. 31 lid 2 aanhef en onder h: Samenwerking met toezichthouder 681
10.5.10 Art. 31 lid 2 aanhef en onder i: Recht op toegang toezichthouders en accountants 682
10.5.11 Art. 31 lid 2 aanhef en onder j: Bescherming vertrouwelijke informatie 684
10.5.12 Art. 31 lid 2 aanhef en onder k: Contingency planning 684
10.5.13 Art. 31 lid 2 aanhef en onder l: Continuïteit van dienstverlening 685
10.6 De overeenkomst tot uitbesteding 687
10.7 Uitbesteding binnen de groep 689
10.8 Grensoverschrijdende uitbesteding vermogensbeheer buiten de EU/EER 690
10.9 Slotbeschouwing en conclusie 691
Hoofdstuk 11 Het productontwikkeling- en goedkeuringsproces bij beleggingsondernemingen 695
R.A. Pattiselanno
11.1 Historie en wettelijke verankering productontwikkeling- en goedkeuringsproces 695
11.1.1 Inleiding 695
11.1.2 AFM toezicht op de PARP en KNVB-model 696
11.1.3 Europese ontwikkelingen 698
11.1.4 Invoering PARP voor beleggingsondernemingen onder MiFID II 698
11.1.4.1 Algemeen: doelstelling, reikwijdte en PARP-regels op bestaande beleggingsproducten 698
11.1.4.2 Producten en diensten en reikwijdte beleggingsondernemingen 700
11.1.4.3 Inhoudelijke toetsing PARPbeleggingsproducten 706
11.1.4.4 Doelgroepbepaling 708
11.1.4.5 Scenarioanalyse 739
11.1.4.6 Kostenstructuur 740
11.1.4.7 Productevaluatie 742
11.1.4.8 (Andere) overwegingen bij goedkeuring van producten van ‘derden’ 746
11.2 PARP en organisatorische maatregelen 748
11.2.1 Algemeen 748
11.2.2 Betrokken partijen 749
11.2.3 Vakbekwaamheidseisen 750
11.2.4 Belangentegenstellingen 752
11.3 Productinterventie 753
11.3.1 Algemeen: nieuwe bevoegdheden en reikwijdte 753
11.3.1.1 Reikwijdte 754
11.3.2 Interventiebevoegdheden AFM 755
11.3.2.1 Redelijke gronden voor de interventiemaatregel 756
11.3.2.2 Afstemming andere toezichthouders en ESMA 759
11.3.2.3 Duur interventiemaatregel en publicatie 760
11.3.3 Tijdelijke interventiebevoegdheden ESMA en EBA 760
11.3.4 Coördinerende rol en adviesbevoegdheid ESMA en EBA 762
11.3.5 ‘Productinterventie’ in de huidige praktijk 762
11.3.5.1 Coco’s 762
11.3.5.2 Gestructureerde producten 763
11.3.5.3 Indexhuggers 764
11.3.5.4 CFD’s en binaire opties 765
11.4 Slotsom 768
Hoofdstuk 12 Vermogensscheiding 771
W.A.K. Rank
12.1 Inleiding 771
12.2 Toezichtrechtelijke regelgeving 777
12.2.1 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding: MiFID II 777
12.2.2 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding: MiFID II-Uitvoeringsrichtlijn 778
12.2.3 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding: MiFID II-Uitvoeringsverordening 2017/565 783
12.2.4 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding: EMIR 785
12.2.5 Europese toezichtregelgeving vermogensscheiding: CSD-Verordening 789
12.2.6 Nederlandse toezichtregelgeving vermogensscheiding: Wet op het financieel toezicht (Wft) 794
12.2.7 Nederlandse toezichtregelgeving vermogensscheiding: Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo Wft) 795
12.2.8 Nederlandse toezichtregelgeving vermogensscheiding: Nadere Regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (NRgfo Wft) 799
12.2.8.1 Vermogensscheiding nietbankbeleggingsondernemingen 800
12.2.8.2 Vermogensscheiding bankbeleggingsondernemingen 808
12.2.8.3 Alternatieve regelingen 810
12.3 Bewaring via de Wge 812
12.3.1 Introductie 812
12.3.2 Bescherming van effectenbeleggers 812
12.3.3 Bescherming van derivatenbeleggers 818
12.4 Bewaring via een bewaarinstelling 822
12.5 Depositogarantiestelsel en beleggerscompensatiestelsel 824
12.6 Samenvatting en conclusie 828
Hoofdstuk 13 Verbonden agenten 839
A.J.A.D. van den Hurk
13.1 Inleiding 839
13.2 Europese oorsprong 841
13.3 Implementatie in de Nederlandse wetgeving 845
13.4 Toetredingsvereisten voor verbonden agenten 849
13.4.1 Volledige verantwoordelijkheid 850
13.4.2 Aanmelding bij de AFM 853
13.5 Doorlopend toezicht op verbonden agenten 855
13.5.1 Algemeen 855
13.5.2 Prudentieel toezicht op verbonden agenten 856
13.5.3 Toepasselijkheid Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft op verbonden agenten 858
13.5.3.1 Algemeen 858
13.5.3.2 Reikwijdte en bijzondere bepalingen 859
13.5.3.3 Geschiktheid en betrouwbaarheid 860
13.5.3.4 Structurering en inrichting 860
13.5.3.5 Bedrijfsvoering 861
13.5.4 Specifieke eisen voor verbonden agenten 866
13.6 Verhouding tussen beleggingsondernemingen en verbonden agenten 871
13.7 Afdoende maatregelen ter voorkoming van negatieve gevolgen van andere werkzaamheden 873
13.8 Aanvang dienstverlening na inschrijving in het AFM-register 874
13.9 Vergewisplicht beleggingsonderneming 874
13.10 Beëindiging samenwerking 876
13.11 Melding van overtredingen aan de AFM 878
13.12 Europees paspoort 879
13.13 Handhaving 887
13.14 Afrondende opmerkingen 889
REGISTERS 1323
Jurisprudentie 1325
Wetsartikelen 1333
Afkortingen 1351
Trefwoorden 1371
INHOUDSOPGAVE DEEL 112-II
WOORD VOORAF V
DEEL IVB GEDRAGSTOEZICHT
Omgang met cliënten
Hoofdstuk 14 Cliëntenclassificatie 895
L.J. Silverentand
14.1 Inleiding 895
14.2 Cliëntenclassificatie pre-MiFID 896
14.3 Na implementatie van de MiFID – drie categorieën cliënten 897
14.3.1 Inleiding 897
14.3.2 Niet-professionele beleggers 898
14.3.3 Professionele beleggers 898
14.3.4 In aanmerking komende tegenpartijen 899
14.4 Toepasselijkheid gedragsregels 900
14.4.1 Toepasselijkheid gedragsregels bij in aanmerking komende tegenpartijen 900
14.4.2 Toepasselijkheid gedragsregels bij professionele beleggers 901
14.5 Opt-up/Opt-down 902
14.5.1 Inleiding 902
14.5.2 Opt-up 902
14.5.3 Opt-down 906
14.6 Vastlegging en procedures cliëntenclassificatie 909
14.7 Slotopmerkingen 909
Hoofdstuk 15 Informatieverstrekking 911
F.R.H. van der Leeuw
15.1 Inleiding 911
15.2 Informeren en (al dan niet op onafhankelijke basis) adviseren 912
15.2.1 Informeren vs. adviseren 912
15.2.2 Onafhankelijk en niet-onafhankelijk advies 914
15.3 Het regelgevend kader voor informatieverstrekking 918
15.3.1 Algemeen 918
15.3.2 De hoofdregels in het kort 920
15.3.3 Uitwerking van de hoofdregels 921
15.4 Het adressaat van de regels 922
15.5 Wijzen van informatieverstrekking 925
15.5.1 Het schriftelijkheidsvereiste en de duurzame drager of website 925
15.5.2 De cliëntenovereenkomst 927
15.5.3 Essentiële beleggersinformatie 929
15.5.4 Essentiële-informatiedocument 931
15.6 Inhoud van de regels 937
15.6.1 Algemeen 937
15.6.2 De norm: correct, duidelijk en niet misleidend 937
15.6.3 Art. 44 MiFID II-Uitvoeringsverordening 2017/565: uitwerking van de norm 944
15.6.4 Eigen inspanning (niet-professionele) cliënt 947
15.6.5 Verplichte informatie in de precontractuele fase 948
15.6.6 Conclusie precontractuele informatie 960
15.6.7 Verplichte informatie in de contractuele fase 961
15.7 Conclusie 968
Hoofdstuk 16 Beleggingsondernemingen, ken uw cliënt! 973
R.P. Raas
16.1 Inleiding 973
16.2 Het ‘ken-uw-cliënt’-beginsel in de Wet op het financieel toezicht 974
16.3 Ken-uw-client bij vermogensbeheer en advies 975
16.3.1 Algemeen 975
16.3.2 Nadere uitwerking: MiFID IIUitvoeringsverordening 2017/565 976
16.3.3 Kennis en ervaring 978
16.3.4 Opvragen of verkrijgen? 979
16.3.5 Niet ontmoedigen 980
16.3.6 Informatie slechts gedeeltelijk beschikbaar 981
16.3.7 Waarschuwen of weigeren? 982
16.3.8 Juistheid van de informatie 984
16.3.9 Geschiktheidsverklaring 985
16.3.10 Ken-uw-cliënt en vertegenwoordiging 987
16.3.11 Gebundelde producten en diensten 987
16.3.12 Vermogensbeheer en advies ten behoeve van professionele beleggers en in aanmerking komende tegenpartijen 988
16.3.13 Samenvatting 989
16.4 Ken-uw-cliënt bij execution only 990
16.4.1 Algemeen 990
16.4.2 Kennis en ervaring 990
16.4.3 Geen weigeringsplicht 991
16.4.4 Eenvoudige producten 992
16.4.5 Juistheid van de informatie en verbod op het aanzetten tot het niet verstrekken van informatie 995
16.4.6 Professionele beleggers 995
16.4.7 Samenvatting 996
16.5 Doorlopende verplichting 996
16.6 Vastleggen en bewaren informatie 998
16.7 Cliëntenprofiel en verwijzingen 998
16.8 Het cliëntenprofiel in de praktijk 999
16.8.1 Vragenlijst 999
16.8.1.1 Algemeen 999
16.8.1.2 Kennis en ervaring 1001
16.8.1.3 Beleggingsdoel 1002
16.8.1.4 Risicobereidheid 1002
16.8.1.5 Financiële positie 1003
16.8.2 Niet opstellen van het cliëntenprofiel: gevolgen 1003
16.9 Slot 1004
Hoofdstuk 17 Best execution 1007
D. Busch
17.1 Inleiding 1007
17.2 Doelstellingen best execution 1008
17.3 Reikwijdte best execution 1008
17.3.1 Niet-professionele en professionele cliënten 1008
17.3.2 Uitvoering van cliëntorders, self-placement en matched principal trading 1009
17.3.3 Vermogensbeheerders 1012
17.3.4 Beheerders van beleggingsinstellingen en beheerders van ICBE’s 1012
17.4 De inhoud van de best execution verplichting 1014
17.4.1 Algemeen 1014
17.4.2 Alle toereikende maatregelen 1014
17.4.3 Wat ‘best execution’ is kan van cliënt tot cliënt en van order tot order verschillen 1015
17.4.4 Er kunnen meerdere manieren zijn om best execution te realiseren 1015
17.4.5 Best execution houdt niet in dat voor elke individuele order het best mogelijke resultaat moet worden gerealiseerd 1016
17.4.6 Specifieke instructies en best execution 1016
17.4.6.1 Algemeen 1016
17.4.6.2 Reikwijdte specifieke instructie 1017
17.4.6.3 Beleggingsonderneming mag geven specifieke instructies niet aanmoedigen 1017
17.4.6.4 De scheidslijn tussen het inleggen van een order en het geven van specifieke instructies 1017
17.4.7 Factoren die van belang zijn bij het behalen van het best mogelijke resultaat 1019
17.4.7.1 Algemeen 1019
17.4.7.2 Prijs van een financieel instrument 1019
17.4.7.3 Uitvoeringskosten 1019
17.4.7.4 Snelheid 1021
17.4.7.5 Waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling 1022
17.4.7.6 Omvang 1022
17.4.7.7 Aard 1022
17.4.7.8 Andere factoren 1023
17.4.8 Relatieve gewicht factoren 1025
17.4.8.1 Algemeen 1025
17.4.8.2 Relatieve gewicht factoren bij niet-professionele cliënten 1027
17.4.9 Best execution als er meerdere plaatsen van uitvoering worden genoemd in het orderuitvoeringsbeleid 1028
17.4.9.1 Verplichting tot vergelijking van de resultaten op de plaatsen van uitvoering genoemd in het orderuitvoeringsbeleid 1028
17.4.9.2 Factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij vergelijking van de resultaten op de plaatsen van uitvoering genoemd in het orderuitvoeringsbeleid 1029
17.4.9.3 Objectieve vergelijking van de resultaten op de plaatsen van uitvoering genoemd in het orderuitvoeringsbeleid 1030
17.5 Verplichting voor plaatsen van uitvoering tot openbaarmaking van informatie over de kwaliteit van uitvoering 1031
17.6 Informatie over de belangrijkste vijf plaatsen van uitvoering en de kwaliteit van de uitvoering 1032
17.7 Orderuitvoeringsregelingen en orderuitvoeringsbeleid 1032
17.7.1 Algemeen 1032
17.7.2 Inhoud orderuitvoeringsbeleid 1034
17.7.3 Rol van de AFM ten aanzien van de inhoud van het orderuitvoeringsbeleid 1039
17.7.4 Informatieverstrekking over het orderuitvoeringsbeleid aan cliënten 1040
17.7.4.1 Algemeen 1040
17.7.4.2 Wijze van informatieverstrekking 1041
17.7.4.3 Welke informatie moet verstrekt worden over het orderuitvoeringsbeleid? 1042
17.7.4.4 Informatieverzoek van de cliënt 1044
17.7.4.5 Wezenlijke wijzigingen in het orderuitvoeringsbeleid 1045
17.7.4.6 Beleggingsonderneming toont op verzoek van een cliënt aan dat een order conform het orderuitvoeringsbeleid is uitgevoerd 1045
17.7.5 Voorafgaande instemming of toestemming cliënt 1046
17.7.5.1 Algemeen 1046
17.7.5.2 Instemming 1046
17.7.5.3 Toestemming 1047
17.7.6 Specifieke instructies die strijdig zijn met het orderuitvoeringsbeleid 1049
17.7.7 Toezicht op doeltreffendheidsregelingen en orderuitvoeringsbeleid door beleggingsonderneming zelf 1050
17.8 Best execution bij (a) het plaatsen van orders bij derden door een vermogensbeheerder of door een beheerder van een beleggingsinstelling of een ICBE die als nevendienst individuele vermogens beheert; en (b) het ontvangen en doorgeven van orders 1051
17.8.1 Algemeen 1051
17.8.2 Specifieke instructies 1054
17.8.3 Vaststelling en implementatie beleid 1054
17.8.4 Informatieverstrekking aan cliënten 1058
17.8.5 Evaluatiebeleid door beleggingsonderneming zelf 1059
17.9 Conclusie 1060
Hoofdstuk 18 Verwerking van cliëntorders 1063
D. Busch
18.1 Inleiding 1063
18.2 Verhouding tot de best execution regels 1063
18.3 Doelstellingen 1064
18.4 Reikwijdte 1065
18.4.1 Niet-professionele en professionele cliënten 1065
18.4.2 Uitvoering van cliëntorders, self-placement en matched principal trading 1066
18.4.3 Verkoop van en advisering over gestructureerde deposito’s 1068
18.4.4 Vermogensbeheerders 1069
18.4.5 Beheerders van ICBE’s en beheerders van beleggingsinstellingen 1069
18.5 De inhoud van de regels inzake verwerking van cliëntorders 1071
18.5.1 Algemeen 1071
18.5.2 Correcte registratie en toewijzing 1071
18.5.3 Uitvoering van orders in volgorde van ontvangst 1072
18.5.4 Informatieplicht jegens niet-professionele belegger in geval van afwikkelingsproblemen 1072
18.5.5 Onmiddellijke en correcte bijschrijving op rekening cliënt 1072
18.5.6 Misbruik van informatie 1073
18.5.7 Samenvoeging van orders 1073
18.5.7.1 Geen samenvoeging van orders, tenzij 1073
18.5.7.2 Regels die in acht moeten worden genomen bij samenvoeging van orders 1074
18.5.7.3 Wanneer is een samenvoeging ‘nadelig’ voor de cliënt? 1075
18.5.8 Limietorders 1077
18.5.8.1 Openbaarmakingsverplichting 1077
18.5.8.2 Ontheffing van openbaarmakingsverplichting door AFM 1079
18.6 Conclusie 1079
DEEL IVC GEDRAGSTOEZICHT
Markttransparantie en marktintegriteit
Hoofdstuk 19 Meldplicht en transparantieverplichtingen voor en na de handel 1083
P.C. Cramer-De Jong
19.1 Inleiding 1083
19.2 Meldplicht voor beleggingsondernemingen 1086
19.2.1 Doelstelling 1086
19.2.2 Reikwijdte 1086
19.2.2.1 Definities 1086
19.2.2.2 Enkele specifieke situaties 1093
19.2.3 Wie moet melden? 1094
19.2.3.1 Hoofdregel 1094
19.2.3.2 Verantwoordelijkheid voor meldingen 1095
19.2.3.3 Bij welke toezichthouder moet worden gemeld? 1095
19.2.3.4 Samenloop van meldingen binnen keten van transacties 1096
19.2.4 Wat moet worden gemeld? 1097
19.2.4.1 Hoofdregel 1097
19.2.4.2 Bevoegdheid tot verzoek om aanvullende gegevens 1098
19.2.5 Hoe en wanneer moet worden gemeld? 1098
19.2.5.1 De wijze van melden 1098
19.2.5.2 Transaction Reporting System (TRS) 1099
19.2.5.3 Tijdstip van melding 1100
19.2.6 Evaluatie van transactiemeldingen 1100
19.2.7 Bewaarplicht 1100
19.2.8 Verplichting tot verstrekking van referentiegegevens voor financiële instrumenten 1100
19.3 Transparantie voor en na de handel 1101
19.3.1 Doelstelling 1101
19.3.2 Reikwijdte uitgebreid 1103
19.3.2.1 Type handelsplatform 1103
19.3.2.2 Type instrumenten 1104
19.3.3 Wie moet melden? 1105
19.3.4 Wat moet openbaar worden gemaakt door beleggingsondernemingen die een handelsplatform exploiteren? 1106
19.3.4.1 Handelsplatformen: eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1106
19.3.4.2 Ontheffing voor eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1107
19.3.4.3 Volumebeperkingsmechanisme 1111
19.3.4.4 Handelsplatformen: andere dan eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1112
19.3.4.5 Tijdelijke schorsing voor andere dan eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1113
19.3.4.6 Ontheffing voor andere dan eigenvermogensinstrumenten 1114
19.3.4.7 Handelsplatformen: eigenvermogensinstrumenten na de handel 1117
19.3.4.8 Handelsplatformen: andere dan eigenvermogensinstrumenten na de handel 1118
19.3.4.9 Tijdelijke schorsing 1119
19.3.5 Wat moet openbaar worden gemaakt door beleggingsondernemingen met SI? 1120
19.3.5.1 Beleggingsondernemingen met SI: eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1120
19.3.5.2 Beleggingsondernemingen met SI: andere dan eigenvermogensinstrumenten voor de handel 1123
19.3.5.3 Uitgezonderde beleggingsondernemingen met SI 1125
19.3.5.4 Beleggingsondernemingen die geen handelsplatform exploiteren: eigenvermogensinstrumenten na de handel 1125
19.3.5.5 Beleggingsondernemingen die geen handelsplatform exploiteren: andere dan eigenvermogensinstrumenten na de handel 1126
19.3.5.6 Uitstel en tijdelijke schorsing 1127
19.3.6 Op welke wijze moet worden gepubliceerd en wanneer? 1129
19.3.6.1 Wijze van publiceren 1129
19.3.6.2 Tijdstip van publicatie 1130
19.3.6.3 Uitstel na de handel mogelijk 1132
19.4 Conclusie 1136
Hoofdstuk 20 Klikplicht 1139
F.M.A. ’t Hart
20.1 Inleiding 1139
20.1.1 Contouren oud regime 1139
20.1.2 De klikplicht nader beschouwd 1142
20.2 Het nieuwe regime in kort bestek 1143
20.2.1 Normadressaat 1144
20.2.2 Transacties 1144
20.2.3 Verbod marktmisbruik 1144
20.2.4 Preventie en opsporing 1145
20.3 Regelgeving en bronnen 1145
20.3.1 Marktmisbruikverordening 1145
20.3.2 Gedelegeerde verordening 2016/957 1145
20.3.3 ESMA 1146
20.3.4 AFM 1146
20.3.5 Wft en Besluit marktmisbruik 1146
20.4 Het nieuwe klikplicht regime 1147
20.4.1 Klikplicht 1147
20.4.2 Normadressaten 1147
20.4.3 Preventie-, monitorings- en opsporingsplicht 1148
20.4.4 Software 1149
20.4.5 Professional judgment 1150
20.5 De interne organisatie 1151
20.5.1 Systemen, regelingen en procedures 1151
20.5.2 Analyse 1152
20.5.3 Uitbesteding 1153
20.5.4 Opleiding 1154
20.5.5 Documentatieplicht 1155
20.6 De melding 1156
20.6.1 Meldingsplicht 1156
20.6.2 Tijdstip melding 1157
20.6.3 Redelijk vermoeden 1158
20.7 Geheimhouding en aansprakelijkheid 1159
20.7.1 Geheimhouding 1159
20.7.2 Vertrouwelijkheid melding AFM 1160
20.7.3 Vrijwaring 1161
20.8 Samenloop 1161
20.8.1 Verschillende verplichtingen ter preventie en opsporing marktmisbruik 1161
20.8.2 Besluit uitvoering verordening marktmisbruik 1161
20.9 Behaalde resultaten 1162
20.9.1 Algemeen 1162
20.9.2 Het AFM rapport 2007 1163
20.9.3 Het AFM rapport 2010 1164
20.9.4 Jaarverslagen 2013 tot en met 2017 1165
20.9.5 Handhaving 1165
20.9.6 Jurisprudentie 1168
20.9.7 Kritiek EESC 1169
20.10 Slot 1170
DEEL IVD GEDRAGSTOEZICHT
Handelsplatformen
Hoofdstuk 21 Handelsplatformen 1175
F.F. Nagelkerke
21.1 Inleiding 1175
21.2 Wat zijn handelsplatformen in de zin van de Wft? 1177
21.2.1 Algemeen 1177
21.2.2 Multilaterale handelsfaciliteit (MTF) 1177
21.2.3 Georganiseerde handelsfaciliteit 1182
21.2.4 Gereglementeerde markt 1185
21.2.5 Beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling (SI) 1187
21.3 Vergunning 1191
21.3.1 Algemeen 1191
21.3.2 Vergunning en procedure 1192
21.3.2.1 Algemeen 1192
21.3.2.2 MTF en OTF 1192
21.3.2.3 Uitleg AFM van begrip ‘in Nederland’ 1193
21.3.2.4 Gereglementeerde markt 1194
21.3.2.5 SI 1196
21.3.3 Kosten van een vergunning 1197
21.3.4 Vereisten voor vergunning 1198
21.3.4.1 Algemeen 1198
21.3.4.2 Betrouwbaarheid en geschiktheid dagelijks beleidsbepalers 1199
21.3.4.3 Verklaring van geen bezwaar 1201
21.3.4.4 Aansluiting beleggerscompensatiestelsel 1203
21.3.4.5 Aanvangskapitaal 1204
21.3.4.6 Organisatorische eisen 1205
21.3.4.7 Integere bedrijfsvoering 1205
21.3.4.8 Beleid ter voorkoming van belangenconflicten 1206
21.3.4.9 Inrichting van de bedrijfsvoering 1208
21.3.4.10 Matched principal trading 1209
21.3.4.11 Clearing en settlement en uitbesteden 1209
21.3.4.12 Vermogensscheiding 1210
21.3.4.13 Regels inzake handelsproces en afhandeling van transacties 1211
21.3.4.14 Criteria voor billijke en ordelijke handel op MTF, OTF en gereglementeerde markt 1212
21.3.4.15 Toelating financiële instrumenten tot de MTF, OTF en gereglementeerde markt 1213
21.3.4.16 Afwikkeling van transacties 1215
21.3.4.17 Toegang tot de handelsplatformen en een SI 1216
21.3.4.18 Handelsonderbrekers, tick sizes en kloksynchronisatie 1217
21.4 Europees paspoort 1218
21.4.1 Algemeen 1218
21.4.2 MTF en OTF 1219
21.4.3 Gereglementeerde markt 1221
21.4.4 SI 1221
21.4.5 Ontheffing 1221
21.5 Doorlopend toezicht 1222
21.5.1 Algemeen 1222
21.5.2 Bevoegde toezichthouders 1222
21.5.2.1 MTF, OTF en SI 1222
21.5.2.2 Gereglementeerde markt 1222
21.5.3 Markttransparantie 1223
21.5.3.1 Transactiemeldplicht 1223
21.5.3.2 Prijstransparantie vóór en ná de handel 1225
21.5.4 Toezicht op naleving regels van de MTF, OTF en de gereglementeerde markt 1227
21.6 Clearing en settlement 1228
21.6.1 Algemeen 1228
21.7 Handhavingsbevoegdheden van de AFM en DNB 1229
21.8 Regels voor beleggingsondernemingen met betrekking tot handelsplatformen 1231
21.8.1 Algemeen 1231
21.8.2 Best execution 1231
21.8.3 Handelsverplichtingen 1231
21.9 Conclusie 1233
DEEL V HANDHAVING
Hoofdstuk 22 Bestuursrechtelijke handhaving 1237
J.R. van Angeren
22.1 Inleiding 1237
22.2 Toezicht op de naleving 1240
22.2.1 Algemeen 1240
22.2.2 Omvang medewerkingsplicht 1243
22.2.3 Verplichtingen van de toezichthouder bij het uitoefenen van het toezicht 1246
22.2.4 Verplichting om handhavend op te treden? 1248
22.3 De aanwijzing 1250
22.4 Het benoemen van een curator 1257
22.5 Verbod lidmaatschap handelsplatform 1262
22.6 Sluiting bijkantoor 1262
22.7 Opschorting, onderbreking en uitsluiting van de handel 1263
22.8 Maatregelen ten aanzien van de accountant van de beleggingsonderneming 1265
22.9 Last onder dwangsom 1265
22.10 De bestuurlijke boete 1269
22.11 Publicatie door de toezichthouders van handhavingsbesluiten 1276
22.11.1 Algemeen 1276
22.11.2 De openbare waarschuwing 1276
22.11.3 Het publiceren van handhavingsmaatregelen 1278
22.12 Conclusie 1281
Hoofdstuk 23 Strafrechtelijke handhaving 1283
R.M.I. Lamp, Y. Amar & V.J.C. de Bruijn
23.1 Inleiding 1283
23.2 De keuze voor strafrechtelijke handhaving 1284
23.3 De WED 1288
23.4 Strafbare Wft- en MAR-voorschriften van toepassing op beleggingsondernemingen 1295
23.4.1 Algemeen 1295
23.4.2 Vergunningsplicht 1296
23.4.3 Aantrekken van opvorderbare gelden 1297
23.4.4 Gekwalificeerde deelneming 1297
23.4.5 Eigen vermogen en solvabiliteit 1298
23.4.6 Marktmisbruik en optreden op markten in financiële instrumenten 1298
23.5 Strafbaarheid van open normen 1300
23.6 Relevante commune strafbare feiten 1300
23.6.1 Algemeen 1300
23.6.2 Valsheid in geschrifte 1301
23.6.2.1 Geschrift 1302
23.6.2.2 Bewijsbestemming 1303
23.6.2.3 Valselijk opmaken of vervalsen 1303
23.6.2.4 Oogmerk tot misleiding 1304
23.6.3 Oplichting 1304
23.6.3.1 Algemeen 1304
23.6.3.2 Oogmerk tot wederrechtelijke bevoordeling 1306
23.6.3.3 Causaliteit 1307
23.6.3.4 De oplichtingsmiddelen 1307
23.6.3.5 De overdracht 1308
23.6.4 Deelnemen aan een criminele organisatie 1308
23.6.4.1 Algemeen 1308
23.6.4.2 Organisatie 1309
23.6.4.3 Oogmerk tot het plegen van misdrijven 1310
23.6.4.4 Deelneming 1310
23.7 De strafbaarheid van rechtspersonen en feitelijk leidinggevers 1310
23.7.1 Algemeen 1310
23.7.2 Strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen 1311
23.7.3 Strafrechtelijke aansprakelijkheid van feitelijk leidinggevers 1314
23.8 Una via 1315
23.8.1 Algemeen 1315
23.8.2 Einde strafrechtelijke vervolging bij (voorgenomen) bestuurlijke boete 1316
23.8.3 Geen bestuurlijke boete na aanvang van het strafrechtelijke onderzoek ter terechtzitting 1318
23.8.4 Uitwisseling gegevens tussen autoriteiten 1318
23.9 Slot 1319
REGISTERS 1323
Jurisprudentie 1325
Wetsartikelen 1333
Afkortingen 1351
Trefwoorden 1371
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan