De centrale stelling van het boek is overtuigend en herkenbaar: Ons werk is stuk. Een groot deel van de beroepsbevolking is kenniswerker, maar niemand heeft geleerd wat dat is. We doen maar wat. Daardoor verzuipen we in informatie, nemen we niet altijd de juiste beslissingen, belanden we regelmatig in een burn-out en kost alles veel meer tijd en moeite dan nodig zou zijn.
Extern brein
Het antwoord ligt volgens de auteurs in een goed Persoonlijk Kennismanagement Systeem (PKS). Een PKS is een systeem om informatie te verzamelen, te filteren en op te slaan, zodanig dat je het kunt vinden als je het nodig hebt. Op je eigen brein kun je niet vertrouwen, daarvoor zijn de hoeveelheden informatie waar een kenniswerker mee te maken krijgt eenvoudigweg te groot. Je hebt dus een extern brein nodig als kern van je PKS.
Vervolgens wordt het boek gelukkig niet het Evangelie van Evernote (of WorkFlowy, of Obsidian, of wat nu ook maar hip is). De tool is niet het doel en jouw brein is uniek, dus je systeem ook, aldus de auteurs. Nee, het boek gaat echt in op de principes van persoonlijk kennismanagement en hoe je die in praktijk kunt brengen.
Exacte invulling
De exacte invulling hangt af van wat je doet en hoe je brein werkt. Mijn persoonlijk kennismanagement is bijvoorbeeld heel eenvoudig. Als ik weet wat ik zoek, kan ik het sowieso wel vinden. En als ik niet weet wat ik zoek, kan geen enkel systeem mij helpen. In mijn PKS doe ik er soms lang over om dingen te vinden die ik zoek, maar vind ik vaak ook leuke dingen die ik niet zoek. Ongezochte vondsten. Voor mij is het een goed systeem, maar ik zou het niet iedereen aan willen raden.
Faciliteren
Het boek gaat nadrukkelijk over persoonlijk kennismanagement en wat daarvoor nodig is. Voor de meeste mensen zal gelden dat hun interesses en informatiestromen (veel) breder zijn dan wat voor de huidige baan nodig is. De rol van de werkgever in dit verhaal, zo lijkt het, is vooral de kenniswerker te faciliteren (en niet lastig te vallen met gezeur over kosten en veiligheid). De realiteit is dat organisaties, en managers in organisaties, andere doelstellingen hebben dan digitale fitheid van de medewerkers. Beheersbaarheid van de processen, bijvoorbeeld.
Veel te winnen
Daarmee komen we ook op mijn mening als econoom. Wat zou het schelen, economisch gezien, als alle kenniswerkers 12,5% efficiënter werden? Een uur per werkdag uitsparen door digitaal fit te worden, dat zou wel mogelijk moeten zijn, anders zou het werk nu niet ‘stuk’ genoemd worden. Ik las ergens dat twee op de drie banen voornamelijk bestaan uit het be- en verwerken van informatie, dus reken maar uit. Het gaat zomaar over een half miljoen banen in Nederland die je kunt schrappen, of liever gezegd: een half miljoen arbeidsjaren potentiële extra productie en dus waarde. Om deze reden zou het boek niet alleen aftrek moeten vinden onder kenniswerkers, maar ook onder hun werkgevers. Beetje meer durven loslaten, mensen. Er is een boel te winnen.
Over Ronald Mulder
Ronald Mulder (1965) is algemeen econoom en werkt als zelfstandig adviseur gespecialiseerd in economische argumentatie. Zijn belangstelling gaat uit naar technologie, innovatie en ondernemerschap, en de invloed van dat drietal op economie en samenleving. Naast zijn advieswerk is Mulder actief als columnist en docent. Hij woont en werkt in Groningen.