Wat wilde je zeggen met de titel Suits & Hoodies?
Ik begin mijn boek met Marc Zuckerberg. Deze oprichter van Facebook, inmiddels lang en breed miljardair, staat model voor de mate waarin je kan slagen als startup. Alleen op bezoek bij Obama droeg hij ooit een pak, normaal draagt hij altijd een hoodie of T-shirt. Daarmee staat hij symbool voor een hele nieuwe generatie ondernemers: mensen die niet kijken naar de vorm, waaronder hun kleding, maar naar de inhoud. Peter Thiel, medeoprichter van PayPal en investeerder in startups, zei ooit dat hij nooit geld steekt in een bedrijf waarvan de CEO een pak en een das draagt. Maar goed, die kleding zegt uiteraard niet zo veel. Succes als startup én als gevestigde onderneming bereik je door een combinatie van inhoud, ambitie, drive en talent.
Het gaat bij veel startups fout zodra ze moeten opschalen van start-up naar scale-up. Hoe komt dat?
Het is een situatie dat ze een goed concept hebben dat toegevoegde waarde lijkt te hebben. Maar wat dan? De organisatie dient snel te worden uitgebouwd, er moeten veel mensen bijkomen. Processen moeten schaalbaar worden gemaakt. Dan komt het erop aan: die nieuwe mensen moeten ook de juiste focus hebben en weten wat ze moeten doen. De oprichters krijgen een andere rol, er wordt van hen gevraagd dat ze meer gaan managen. Of ervaren managers aannemen. Die nieuwe rol kan lang niet iedere oprichter aan. Zo lukt het uiteindelijk maar één procent van de startups om succesvol op te schalen, denk aan bedrijven als bol.com, marktplaats of Spotify. Het clichébeeld dat startups zo succesvol innoveren, klopt dus niet. Ze zijn daar niet a priori beter in dan gevestigde bedrijven. Bedrijven als Nike, General Electric of Ahold kunnen daar ook wat van. Als het opschalen niet lukt, komt de startup in een vervelende situatie. In het beste geval groeit hij bescheiden door; maar voor hetzelfde geld wordt het een financiële worsteling en raakt de cash op. Dan heb je een interventie nodig. Vaak is het dan zaak om terug te gaan naar de tekentafel. Dat is overigens ook een situatie waar veel gevestigde bedrijven zich in zullen herkennen, de meeste producten doorlopen nou eenmaal de bekende productlevenscyclus.
Startups zouden oog moeten hebben voor de zeven ‘essentials’ die de basis vormen van jouw boek?
Ja, dat zijn de overeenkomsten die ik vond tussen zowel succesvolle startups als succesvolle gevestigde bedrijven. Het gaat in vogelvlucht om groot dromen, vernieuwen, kwaliteit en toegevoegde waarde van het product, de organisatiecultuur, talent, focussen op de zaken waar het echt om gaat, en last but not least, om voldoende funding.
Met ‘groot dromen’ kom je op zich toch niet zo ver?
Ieder succes begint bij een zeer ambitieuze doelstelling. Die hoort te zorgen voor de zingeving en het bestaansrecht van het bedrijf. Een droom die grenst aan het onwaarschijnlijke. Zoals Microsoft ooit de droom ‘a computer on every desk and in every home’ poneerde. Zo’n droom moet mensen kunnen inspireren. Zoals Tony’s Chocolonely met de claim om de eerlijkste, slaafvrije chocolade van Nederland te maken. Of de overheid van Estland die als eerste ter wereld zijn dienstverlening digitaal wilde aanbieden. Het gaat dus nadrukkelijk niet over winst- of omzetcijfers, zoals Jim Collins ooit al aangaf in zijn boek Built to Last. Als je een team samenstelt, is het belangrijkste selectiecriterium dat dat team uit mensen moet bestaan vanuit verschillende disciplines. Ze moeten elkaar aanvullen. Dat kan ook van buiten. Zo betrokken de oprichters van de Amsterdamse start-up Fashiolista, voor de lancering van hun online mode-inspiratieplatform, studenten van het Amsterdam Fashion Institute bij het uitwerken van hun concept. Slim, want dat waren insiders die tegelijk hun doelgroep vormden.
Je startte zelf in de corporate wereld, verkocht een paar jaar geleden Layar en investeert nu zelf in startups. Welke kleding draag je nu?
Haha, meestal een hoodie, spijkerbroek en sneakers. Toen ik ruim twintig jaar geleden begon als intercedent bij Randstad, kwam ik daar binnen in een nieuw pak met stropdas, en een Samsonite-attachékoffer. Ga ik naar een adviesklus, dan trek ik soms een jasje en overhemd aan, maar zeker geen das. Kortom, ik ben zelf langzaam maar zeker getransformeerd van een ‘Suit’ in een ‘Hoodie’.
Na de verkoop van Layar had je opeens veel geld en tijd. Wat ging je doen?
Ik heb drie jonge kinderen en heb nu eindelijk tijd om hen te zien opgroeien. Ik coach en adviseer bedrijven en ondernemers. Daarnaast investeer ik in startups. En ik heb de tijd kunnen nemen om dit boek te schrijven.
De laatste jaren krijgen startups in de media, via startup bootcamps et cetera steeds meer aandacht. Maakt dat investeerders extra happig?
Het klopt dat startups de laatste tijd behoorlijk worden doodgeknuffeld. En met een goed idee is het tegenwoordig relatief makkelijk om geld op te halen bij investeerders. Zeker bij een eerste investeringsronde waar het gaat om hooguit zo’n 250.000 euro. Ik denk dat de wereld van de startup wel wat geromantiseerd wordt. Vergeet niet dat verreweg de meeste startups het simpelweg niet redden. Ruim de helft van de startups gaat binnen vijf jaar failliet. Maar het huidige klimaat in Nederland is heel gunstig voor startups, het is een paradijs. Zozeer dat je moet oppassen dat het niet té comfortabel wordt voor startups. Dat ze niet inkakken. Uiteindelijk is het gewoon keihard werken om er een succes van te maken.
Quintin Schevernels spreekt op 19 mei a.s. op het event 'New Spirit' met Steven van Belleghem, Marc Lammers e.a. in het Maitland Theater in Driebergen.