Inmiddels ben ik blij met deze quote, omdat die zichtbaar maakt dat risicosturing op minimaal twee manieren bekeken kan worden. Waarvan er één tot een hardnekkig misverstand leidt.
Laten we daarmee beginnen. In deze interpretatie betekent risicosturing gestuurd worden door de mogelijke risico’s. Dit zou betekenen dat zodra een risico opdoemt een koerswijziging nodig is, vanwege dat risico. Dus letterlijk of figuurlijk een ruk aan het stuur naar rechts of links, of wellicht hard remmen. Een risico wordt gebruikelijk gezien als een onzekere gebeurtenis of situatie in de nabije of verdere toekomst, met vervelende, ongewenste gevolgen bij optreden. Punt is echter dat het helemaal niet zeker óf het risico zich wel daadwerkelijk manifesteert, en zo ja wanneer. Door dus op élk risico afwerend te reageren zal in de praktijk van alles aan beheersing in gang worden gezet, of juist aan activiteiten worden vermeden, wat achteraf helemaal niet nodig blijkt. Want gelukkig lang niet alles wat wij mensen als risico beschouwen gebeurt (het omgekeerde is trouwens ook het geval). Dit is dus een vorm van rigide en absurde risicosturing, die uiteindelijk alles tot stilstand brengt. Iets wat nadrukkelijk niét de bedoeling is van risicogestuurd werken.
Dan nu de andere manier om risicosturing te bekijken. Dit betekent sturing van de mogelijke risico’s, op basis van wat je wilt bereiken of realiseren. Met andere woorden, op basis van doelstellingen. Bij deze benadering past een risico-definitie die meer en meer in diverse richtlijnen en standaarden opdoemt: risico is het effect van een onzekere situatie of gebeurtenis op doelstellingen. Hierbij zijn doelen in brede zin, dus ook bepaalde resultaten of eisen, het uitgangspunt. Je wilt iets realiseren of bereiken, en kijkt daarbij kritisch om je heen welke onzekerheden daar een negatief (of positief!) effect op hebben. Dit zijn de relevante risico’s, waarbij je vervolgens besluit om daar al dan niet iets aan te doen. Zo’n besluit is onder andere afhankelijk van je eigen risicobereidheid, en van de mogelijkheden en bijbehorende kosten om zo’n risico te beperken. Bij deze benadering ligt de focus dus op het sturen van het risico. Dit wordt bedoeld met risicogestuurd werken.
Dan is er ook nog een derde optie: helemaal geen risicosturing. Je kunt hier natuurlijk bewust voor kiezen, met een kans dat je alsnog door het risico wordt gestuurd. Of het overkomt je gewoon. Denk bijvoorbeeld aan twee pluimveehouders en het Fipronil-schandaal.
Kippenboer A krijgt een aantrekkelijk aanbod van de innovatieve bloedluisbestrijder Kippenvriend. Deze enthousiaste ondernemers beweren met hun nieuwe middel Fypro-rein (hun zelfbedachte codewoord voor hun bestrijdingsmiddel op basis van Fipronil) kippenstallen vier maal zo lang bloedluisvrij te houden. Kippenboer A is gezond argwanend. Zij Googlet op de naam Fypro-rein, belt eens met een toxicoloog, en komt zo tot de conclusie dat Fyrpo-rein op z’n minst een nogal ongebruikelijk middel is. Kippenboer A heeft de kwaliteit van haar eieren en reputatie hoog in het vaandel staan. Ze slaat dit aantrekkelijke aanbod dan ook vriendelijk en resoluut af. Geen experimenten in de stal. In risicotermen: Kippenboer A beschouwt dit middel als onacceptabel risico voor eierkwaliteit. Gegeven haar doel om die te garanderen besluit ze af te zien van het nieuwe bestrijdingsmiddel. Vanuit dit doel stuurt ze dus primair op het voedselveiligheidsrisico. Kostenvoordelen door gebruik van het bestrijdingsmiddel laat ze liggen.
Kippenboer B krijgt precies hetzelfde ogenschijnlijk zo aantrekkelijke aanbod van de innovatieve bloedluisbestrijders. Kippenboer B is nogal zuinig en ruikt een mogelijkheid om z’n toch wel forse bedrijfslasten te reduceren. Alle beetjes helpen. Volgens de enthousiaste Kippenvrienden blijven de kippenstallen met hun nieuwe middel Fypro-rein immers vier maal zo lang bloedluisvrij: kassa! Kippenboer B laat het middel dus spuiten. En inderdaad, na 2 maanden, 4 maanden en zelfs na 6 maanden, geen bloedluis te bekennen! Natuurlijk wil Kippenboer B ook goede kwaliteit eieren blijven leveren. Anders kost het immers omzet, en dus geld. Maar het komt gewoon niet in hem op dat die aardige Kippenvriendmensen met een vanwege voedselveiligheid verboden middel spuiten. Als dat aan het licht komt en de media er opduikt ontstaat een persoonlijk drama. Met als resultaat de ruiming van tienduizenden kippen en faillissement van zijn pluimveebedrijf. In drie generaties opgebouwd, binnen drie weken weggevaagd. Kippenboer B werd dus gestuurd door een opgetreden risico, in plaats van zelf te sturen. Vanwege een risico dat als zodanig helemaal niet door hem is gezien. En redelijkerwijs ook niet door hem kon worden gezien. Zijn blik was immers primair op kosten en omzet gericht. Dáár was het bedrijf groot mee geworden.
Conclusie: met risicosturing door risicogestuurd werken wordt nadrukkelijk niet bedoeld om bij elk risico dat in beeld komt gelijk aan de beheersingsreflex toe te geven. Het dus is niet zo dat al het handelen dan door risico’s wordt gestuurd. Het betekent daarentegen ook niet dat elk relevant risico altijd bij iedereen tijdig in beeld komt. Denk aan Kippenboer B. Er wordt wél mee beoogd, om vanuit heldere doelen de relevante risico’s tijdig in het vizier te krijgen. Om vervolgens op basis van doel, risicobereidheid en mogelijkheden tot beheersing bewust te kiezen, om al dan niet iets te doén. Laat daar nu geen misverstand meer over bestaan.
Dr. Martin van Staveren adviseert organisaties over anders omgaan met risico’s. Zijn missie is om daarmee effectiviteit en welzijn te vergroten, binnen én buiten organisaties. Martin is ook kerndocent aan de executive masteropleidingen Risicomanagement en Public Management, Universiteit Twente. Begin 2015 verscheen zijn boek Risicogestuurd werken in de praktijk bij uitgeverij Vakmedianet.
Over Martin van Staveren
Martin van Staveren is adviseur, auteur, docent en spreker. Hij ontwikkelde het gedachtegoed voor risicoleiderschap. Met zijn bureau VSRM helpt hij organisaties doelgericht om te gaan met risico’s én kansen in complexe situaties. Eerder schreef hij onder andere Risicogestuurd werken (2015), Risicoleiderschap (2018) en Iedereen Risicoleider (2020).