Hoe kwam je op het idee dit spel te ontwikkelen?
Tijdens de leergang ‘Coaching voor Professionals’ bij de SchoolvoorCoaching maak je aan het eind van elk blok een reflectieverslag. Je scoort dan jezelf aan de hand van een lijst met coachcompetenties en maakt aantekeningen over zaken die opvallen en onderdelen die je in de komende periode verder wilt ontwikkelen. In tweetallen ga je hierover vervolgens hierover in gesprek. Ik merkte dat ik het moeilijk vond om mijn competentieontwikkeling ‘uit het hoofd’ bij te houden. Ook wist ik na zo’n intensief leertraject al haast niet meer hoe ik er bij de start voor stond; en dat is wel nodig om te kunnen reflecteren op je ontwikkeling. Uit ervaring wist ik resultaten en leerpunten voor de toekomst veel meer tot leven komen als je ze visueel maakt. En door zet vast te leggen heb je de volgende keer een uitgangspunt van waaruit je verder kunt werken. Daarom heb ik als afstudeeropdracht een spel gemaakt met twee toepassingen en zo’n 35 kaartjes. Vervolgens liep in mijn eigen coachingspraktijk weer tegen nieuwe vragen aan: Wat voor soort coach ben ik? Welke coachvragen kan ik aan? Welke soort mensen heb ik wat te bieden? Hoe zit het met mijn coachcompetenties? Welke drijfveren of motivaties zitten er achter bepaalde belemmeringen die ik voel? Alle onderdelen van het spel, dus ook de 106 kaartjes die het nu telt, zijn dus uit de praktijk voortgekomen.
Is het niet verwarrend het woord ‘competente’ te gebruiken? Marijke Lingsma heeft namelijk ook een spel waarin dat woord gebruikt wordt: De competente teamcoach.
Ik zie niet waarom dat verwarrend zou zijn. Het hele spel richt zich immers op coachcompetenties! Het leidt je van competentieanalyse naar ontwikkelplan. Het doel is nog competenter te worden dan je al bent. Dat is precies wat de titel belooft. Dus Leve de competente coach.
Het spel bevat veel zelfevaluatiemomenten. Je waarschuwt de lezer van het bijbehorende boek regelmatig eerlijk te zijn. Maar in hoeverre is dat mogelijk? Heeft niet ook een coach blinde vlekken?
Coaches zijn voortdurend met ontwikkeling bezig: die van klanten én die van zichzelf. Het willen leren van het verleden en openstaan voor verandering is, denk ik, voor veel coaches een vast gegeven waar zij niet altijd concreet bij stilstaan. Door met dit spel aan de slag te gaan, wordt dit wel een bewust proces. Pas als je weet waar je staat, weet je ook wat je nog moet doen om je professionaliteit te vergroten. Dan is eerlijkheid inderdaad een belangrijk aspect om tot de kern van de zaak door te dringen. En daarmee tegelijk een risico, want ook als coach heb je blinde vlekken, dat ben ik helemaal met je eens. Ik denk trouwens dat iedere coach zich daar wel van bewust is. Eerlijkheid en blinde vlekken zijn zaken waarmee wij op het professionele vlak dagelijks te maken hebben. De kracht van het spel zit hem mede in de expliciete uitnodiging in gesprek te gaan met anderen. Je stelt niet alleen jezelf vragen als ‘Wat versta ik onder de competenties en de gegeven voorbeelden?’, je stemt dat ook met andere spelers af: ‘Is dat hetzelfde als hoe jij dat ziet?’ Dat doe je ook met de vraag ‘Hoe zie ik mijn ontwikkeling?’, want die zet je af tegen de vraag ‘En hoe ervaar jij dat?’ Deze input levert een schat aan informatie op en zorgt er mede voor dat je blikveld zich verruimt. Ook het speelse karakter nodigt uit tot openheid en eerlijkheid. Door te kijken naar hoe leuk je het vindt om iets te doen, wordt op een aangename manier tegenwicht gegeven aan het alleen maar toetsen en evalueren. Daar komen in de praktijk heel positieve reacties op.
Moet je die verzameling kaartjes zien als een soort bijbel voor coachingvaardigheden: als je deze gedragingen beheerst, ben je een goede coach?
Zo is het in ieder geval niet bedoeld. Het klinkt ook erg belerend en dat is zeker niet mijn intentie geweest. Ik zie die kaartjes meer als een goed uitgangspunt voor iedere coach: wat mag je van jezelf verwachten? Maar het is minstens zo belangrijk dat je weet wanneer je welke vaardigheid moet toepassen of laten zien. En ook wanneer niet. Dus situationeel datgene toepassen waar die specifieke klant, met zijn of haar specifieke vraag in de context van het bedrijf of team en in de context van het hier en nu, het meeste baat bij heeft. Pas als je dat kunt, mag je jezelf een professionele coach noemen.
Het uitgangspunt bij dit spel lijkt de aanname te zijn dat ook een coach niet altijd van tevoren weet welk(e) aspect(en) van zijn vak hij moet of wil verbeteren. Om dat te ontdekken, moet hij eerst al ie kaartjes leggen. Heeft dit spel ook iets te bieden aan iemand die heel goed weet welke competenties hij wil ontwikkelen?
Ja, het spel biedt zowel toepassingen voor de coach die begint met inzicht verkrijgen in zijn positie als voor de coach die hier al verder in gevorderd is en aan de slag wil. Om het makkelijker te maken bij het kiezen welke toepassing op welk moment aansluit bij jouw behoefte, is een duidelijk overzicht opgenomen in het boek. Hierin worden per toepassing vermeld de titel, doelgroep, mogelijke groepssamenstellingen, het doel van de toepassing, een korte omschrijving en een tijdsindicatie. De gevorderde gebruiker zal ook meer gebruik maken van de variatiemogelijkheden die beschreven worden, om zo sneller en effectiever te kunnen werken omdat een aantal zaken al bekend zijn.
Leent coaching zich eigenlijk wel voor een spel als dit? Het gaat daarbij toch vooral om luisteren en op basis daarvan (door)vragen. Jouw spel daarentegen heeft wel wat weg van geprogrammeerde instructie: ga met de kaartjes aan de slag en beantwoord daarna de volgende vragen. Het proces wordt zo wel erg gestuurd.
Bij coaching zijn luisteren en (door)vragen zeker belangrijke onderdelen. Wat niet wegneemt dat dit op onderbouwde wijze plaatsvindt en dat juist binnen die onderbouwing vaak weer ruimte is om volgend te kunnen zijn aan het proces. Van die onderbouwing heb ik graag gebruik gemaakt in dit spel. In de praktijk zal de coach zijn eigen kennis en ervaring inbrengen in het toepassen van de methode. En in gesprek met anderen, iets waartoe het spel wel degelijk uitnodigt, is nadrukkelijk plaats voor het luisteren en doorvragen of het stellen van crossvragen. Door naast de basistoepassing ook variatiemogelijkheden te beschrijven, gebruikerservaringen weer te geven en de lezer uit te nodigen om vooral zijn eigen draai te geven aan de speltoepassingen die worden aangeboden, is er juist veel ruimte om tot onbeperkte mogelijkheden te komen. Je kunt de verschillende onderdelen heel goed inzetten op de manier waar op enig moment behoefte aan is.
(Fotografie: Ilona van Egdom)
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.