In 'Professionals & leidinggeven' bestoken zij de lezer met een bombardement van goede adviezen over hoe managers (teams van) professionals kunnen coachen. In de rol van meesterkoks schrijven zij een boek vol waardevolle recepten. Het is echter ook een boek dat blijk geeft van een bijna ontstellend pragmatisme en op den duur vermoeit en irriteert door de drammerigheid. Toch vallen de auteurs geen moment van hun voetstuk. Dat komt vooral omdat zij hun rijke ervaring met 'professional service firms' om kunnen zetten in nuttige tips met een hoog spijker-op-de-kopgehalte!
McKenna en Maister starten in hoofdstuk 1 met de kwestie van de rol en het mandaat van de teamleider. Zij benadrukken dat het sluiten van een expliciet contract, zowel met hun meerdere als met hun teamleden, over wat men van elkaar kan verwachten buitengewoon belangrijk is. Juist temidden van professionals zijn de verhoudingen immers diffuus. Postiemacht bestaat nauwelijks (of maakt geen indruk). 'Vestig uw recht om te coachen!', 'Legitimeer uw 'zeurrechten' waardoor u als extern geweten medewerkers aan hun beloftes kunt houden', zo kunnen we enkele adviezen samenvatten. Het zijn typisch voorbeelden van de categorie 'open deur, maar zeer waar'! De auteurs leggen genadeloos de vinger op de zere plek. Zo dienen teamleiders geen extra beloning te krijgen louter en alleen vanwege hun functie, ze moeten alleen meer betaald krijgen als ze de prestaties van het team weten te verhogen. Een ander voorbeeld: De teamleider moet zijn mensen niet zien als declarabele-urenmachines. Coachen is niet alleen bedoeld om het financiële resultaat op te krikken, maar primair om individuen te helpen. Als lezer zeg je gemakkelijk: oh ja!, maar toch verwaarloos je deze elementaire zaken in de praktijk al snel. Sommige vuistregels zijn wel erg simpel ('Doe altijd wat u zegt dat u gaat doen' en 'Durf fouten toe te geven') maar tegelijk ligt daar de kracht van hun boodschap: Leidinggeven gaat in essentie over integriteit en goed met anderen kunnen omgaan en inderdaad, dat is precies waar het bij leidinggeven tussen professionals vaak misgaat. Goed beschouwd beschrijven McKenna en Maister het a-b-c van fatsoenlijke en effectieve menselijke communicatie. Die opgave maken ze meer dan waar en het siert hen dat ze volstrekt helder zijn over hun ambitie. 'Dit is een boek over hoe je dingen 'doet', niet in de eerste plaats over theorieën, concepten en ideeën', zo schrijven ze letterlijk in de inleiding. Als Nederlanders vinden we dit 'how-to-do' niveau als snel te plat en typisch Amerikaans, maar ze presenteren wel een directe, heldere schrijfstijl zonder dikdoenerij of omslachtigheid. Het blijft niettemin verbazen dat auteurs die beiden beschikken over een stevige academische staat van dienst, het aandurven een boek te schrijven met meer dan 45 lijstjes met aandachtspunten en praktische adviezen. Zorgvuldig beschrijven zij in hoofdstuk 2 hoe managers individuen moeten coachen en om kunnen gaan met 'moeilijke mensen' of aanhoudende performaceproblemen, daarbij rekening houdend met verschillende stijlen van medewerkers (ingedeeld volgens een bekend vierkwadrantenschema). De voorschriften zijn van grote praktische waarde, vooral voor beginnende managers. De vertaling uit het Engels vertoont overigens slordigheden en storende fouten. Zo wordt compensation vertaald door compensatie in plaats van door beloning. De vertaling is soms te letterlijk. Onder professionals gebruiken wij geen termen als firma of honorariumverdieners. Wél is de uitgever er in geslaagd de drukke, rommelige lay-out van de Amerikaanse versie om te zetten in een rustig paginabeeld bij de Nederlandse editie. In het derde hoofdstuk gaat het over teams en wat de leider moet doen om het enthousiasme en de ambitie van een team te verhogen (in plaats van alleen de winstgevendheid te managen). De kracht zit niet in woorden maar in daden, betogen de McKenna en Maister. Dus strategieontwikkeling is niet het vaststellen van doelen, maar het maken van harde afspraken over concrete acties. Net als in zijn voorgaande boeken bewijst Maister dat hij vooral houdt van aanpakken. In het laatste hoofdstuk komen onder de titel 'Bouwen aan de toekomst' thema's aan bod, zoals mentorschap, selectie en perfomancemeting. Stuk voor stuk nuttige onderwerpen die helder worden beschreven, voorzien van bruikbare checklists voor de praktijk. De oprechtheid en gedrevenheid spat van de pagina's af. Soms echter bekruipt me het gevoel dat ik niet serieus genomen word. Zo lees ik bij de paragraaf 'Omgaan met crises' met enig afgrijzen een waslijst aan suggesties in het geval een collega uit het team overlijdt. Heb ik behoefte aan een rijtje voorschriften bij zo'n gebeurtenis (met, oh ironie, regel 2 van het rijtje: ga niet precies volgens het boekje te werk)? Ik blijf in tweestrijd verkeren. Enerzijds zijn de adviezen beslist to-the-point ('Dring u niet op als uw aandacht niet welkom is', 'Gebruik geen gemeenplaatsen als: Ik weet hoe je je voelt') en een ontredderde teammanager zal mogelijk baat kunnen hebben bij zo'n checklist. Anderzijds raak ik op den duur verveeld en haak ik af door het repeterend snelvuur van de imperatieven. Bovendien ervaar ik als lezer weinig ruimte om mijn eigen weg te zoeken. De valkuilen worden trefzeker beschreven en er valt vrijwel niets in te brengen tegen de gesublimeerde praktijkervaring die telkens als tien geboden wordt opgediend. Maar mag ik het ook op mijn eigen manier doen?, zo vraag ik mij - af en toe naar adem snakkend - af. Ik ben een mens, geen interactiemachine. De achterliggende boodschap van McKenna en Maister lijkt toch te zijn: leidinggeven bestaat uit het toepassen van gedragsregels, wat mij betreft een te mechanistisch mensbeeld.