Jobmarketing

Aan het begin van 'Jobmarketing' legt Aaltje Vincent uit wat zij bedoelt met jobmarketing. In de eerste plaats maakt ze duidelijk dat jij (lees: diegene die het boek leest en op zoek is naar werk) het 'product' bent dat je wilt vermarkten. Gesteld wordt dat je jezelf goed moet kennen eerdat je eraan kunt beginnen. In de categorie 'zelfhulpboeken' en 'coaches' zijn er voldoende mogelijkheden om daarachter te komen.

De 'doelgroep' bij jobmarketing is dat deel van de markt binnen de gehele arbeidsmarkt waarop de lezer terecht denkt te komen. Om helderheid te verschaffen en om een bepaald segment van de arbeidsmarkt goed te leren kennen adviseert Vincent om oriënterend te gaan netwerken. Daarna zet ze beknopt uiteen dat het er bij arbeidsmarktcommunicatie, zowel mondeling als schriftelijk, op aankomt dat je helder hebt wat voor werk je wilt en waar je dat wilt gaan doen.

Vervolgens moet je werken aan je persoonsprofiel, 'wie ben ik en wat wil ik'. Wat neem je mee, welk werk vind je leuk, wat zijn je deskundigheden etcetera. Daarna gaan we aan het werk... Werk vinden, zo stelt de auteur, is hard werken, het kost energie en is een spannende en enerverende periode in iemands leven.

Het is nodig een plan te hebben met haalbare doelen en een werkwijze waarop je die doelen wilt behalen. De werkplek moet in orde zijn, je communicatiekanalen (mail, mobiele telefoon, vaste telefoon) moeten goed functioneren om de bereikbaarheid zeker te stellen.

Over 'vacatures' geeft de auteur een doorkijk in de verschillende types, levensloop van een vacature en op welke wijze die doorgaans ingevuld worden. Het hoofdstuk over het curriculum vitae (loop van het leven) gaat in op het belang ervan dit goed op orde te hebben. Het moet in één oogopslag weergeven of je voldoet aan het profiel en of je geschikt geacht wordt voor de functie. Daarna zijn er in het hoofdstuk voorbeelden te over van goede en minder goede cv's.

De flexibiliteit van de arbeidsmarkt is tegenwoordig groter dan een aantal decennia geleden. Men blijft niet het hele leven vast bij eenzelfde werkgever. Verschillende contractvormen kunnen overeengekomen worden, variërend van kort- tot langlopend, freelance en payrolling.

Het al eerder genoemde (oriënterend) netwerken vindt een verdieping in hoofdstuk 6. Mensen willen graag iets voor anderen betekenen en kunnen helpen bij het in contact komen met anderen. Hierdoor ontstaat een web met mensen die van belang zijn voor jouw toekomstige baan. Het gaat dus om het actief maken en leggen van contacten.

De uitsmijter betreft het onderwerp solliciteren. Vincent beveelt aan om een stappenplan te volgen om aangeboden werk te vinden. Er zijn vele mogelijkheden om vacatures te vinden, tot aan het op speciale sites plaatsen van je cv. Het analyseren van de vacature en het inwinnen van nadere informatie moeten je scherp maken om op het eerste gesprek te komen. Het voeren van het gesprek en de voorbereiding daarop moeten serieus aangepakt worden.

Geconcludeerd kan worden dat het boek geschikt is voor alle mensen die actie op hun weg willen om (ander) werk te vinden. Het boek staat bol van de tips, icoontjes voor boeken, lampjes voor tips, laptopjes voor sites, pijlen voor ingesprongen tekst, 'niet zo … maar zo'-voorbeelden, tekstballonnen, cv's, sollicitatiebrieven etcetera. Het is vanuit dat oogpunt bezien eerder een werkboek en gids dan literatuur. Omdat sites soms een beperkte houdbaarheidsdatum hebben (ze verdwijnen nogal eens en het kan voorkomen dat de content niet up to date is) vraag ik me af of het verwijzen met dergelijke links wel zinvol is.

Maar het boek is praktisch en bevat een flink aantal tips waar ik zeker wat aan heb. De auteur meldt ten slotte nog dat zij weet dat er meer werk is, dan er banen zijn. Dat moet in de huidige economische crisis - of stamt deze informatie van voor deze periode? - een geruststellende gedachte zijn.