Het eerste essay is de hartstochtelijke toespraak ‘De verleerde kunst van het democratisch debat’, die Sandel hield in 2014 toen de Universiteit Utrecht hem een eredoctoraat verleende.
‘Markten voor vluchtelingenquota, voortplantingsvergunningen en het recht om walvissen te schieten, hoe efficient ook in economische termen, zijn voorbeelden van twijfelachtig beleid in die zin dat ze de houding en normen aantasten die we zouden moeten hebben ten aanzien van vluchtelingen, kinderen en bedreigde diersoorten.’
Sandel meent dat rechtvaardigheid nauw verbonden is met solidariteit en loyaliteit. Hij pleit bovendien voor een politiek debat waarin zowel morele als religieuze argumenten een plaats hebben. Hij neemt hierbij voormalig president Obama als voorbeeld. Obama maakte zich eveneens sterk voor morele en religieuze discussies in de politiek. Obama deed, in navolging op Robert Kennedy en Martin Luther King, een oproep tot een nieuw burgerschapsidealisme.
‘De taal van een politiek debat beheersen is de eerste stap naar het winnen van dat debat. Maar bij positieve discriminatie weerspiegelen de diverse antwoorden meer dan louter politieke manipulatie: ze duiden ook op verdeeldheid onder het grote publiek.’
Sandel stelt bovendien in zijn boek dat we uitsluitend tot een rechtvaardige samenleving komen door te kiezen voor de ‘deugd’ in het openbare leven. Betrokken thema’s zijn daarbij volgens Sandel: burgerschap, opoffering en dienstbetoon, het gegeven dat markten hun morele beperkingen hebben, een uitgangspunt van onderlinge solidariteit en het tegengaan van ongelijkheid, een politiek van morele betrokkenheid. Sandel maakt duidelijk dat het debat over publieke deugden geen achterhaalde zaak is, maar de kern van politiek die rechtvaardigheid centraal wil stellen.
Sandel heeft het krachtige vermogen zijn woorden (gesproken of geschreven) zó te kiezen dat hij overtuigt. Je kunt nauwelijks om zijn uitersts logische stellingen heen en je moet van goeden huize komen om die te weerleggen.
‘We hebben gezien dat economische redenaties op twee betwistbare normatieve aannames berusten. De ene is de aanname dat een goed aan een marktmechanisme wordt overgeleverd niet van betekenis verandert; de andere is de bewering dat deugd een goed is dat door gebruik uitgeput raakt.’
‘Politiek en moraal. Filosofie voor het publieke debat’ is opnieuw een boeiend boek dat de lezer een ‘andere kant op laat kijken’. Het haalt oogkleppen neer en laat stilstaan bij de negatieve kanten van hoe wij heel veel (politieke) zaken momenteel aanpakken.
Kan het anders? Jazeker, lees eerst dit boek, dan praten we verder…