In dit praktische boekje gaat hij in op het belang van coachen en het aanleren van de vaardigheden die vereist zijn om een goede coach te worden.
De manier waarop een manager met zijn medewerkers omgaat varieert van commanderen tot iedereen met rust laten. De meeste mensen, zo stelt Whitmore, zullen op deze schaal een positie innemen die ergens tussen beide extremen ligt, maar bij coaching praten we over iets heel anders: de voordelen van beide uitersten worden gecombineerd, terwijl de nadelen ervan worden vermeden.
Bij coaching komt de manager door het stellen van de juiste vragen er niet alleen achter wat zijn ondergeschikte van plan is te doen, maar ook hoe hij tot zijn conclusie is gekomen. De ondergeschikte wordt niet alleen gestimuleerd om beslissingen te nemen, maar wordt zo gecoacht dat hij zich bewust wordt van zijn handelen en meer verantwoordelijkheid neemt. Coachen is met andere woorden iemands potentiële capaciteiten vrijmaken zodat hij zo goed mogelijk presteert. Het is geen onderwijzen, maar leren bevorderen.
Whitmore ziet eigenlijk niets nieuws in deze gedachte, die al door Socrates werd toegepast. Op de een of andere manier is het met de opkomst van het efficiencydenken verloren gegaan. Hij acht nu echter de tijd rijp om voor wat coaching betreft de klok terug te draaien.
Na dit geconstateerd te hebben gaat hij in op de rol van de coach. Een coach is niet iemand die problemen oplost, doceert, advies of instructies geeft of zelfs maar deskundig is. Hij is daarentegen een klankbord, een helper, een begeleider, iemand die anderen meer bewust maakt. Typerende eigenschappen van een coach zijn bijvoorbeeld geduld, objectiviteit, behulpzaamheid, opmerkzaamheid, goed kunnen luisteren en aandacht kunnen geven. Met deze eigenschappen motiveert hij zijn medewerkers tot prestaties die zij tevoren nooit behaalden.
Daarnaast kan coaching behulpzaam zijn bij het vormen van teams die goed presteren en het steeds verder verbeteren van de teamprestaties. Al met al biedt coaching nogal wat voordelen.
Whitmore is echter de eerste om te onderkennen dat coaching niet als vanzelf ontwikkeld kan worden. Aangezien coaching niet uit een boek is te leren, vormt zijn boek slechts een eerste nuttige stap richting Succesvol coachen. Om die reden heeft hij zijn boek bewust beperkt van omvang gehouden. Het is tenslotte door oefening dat coaching daadwerkelijk ontwikkeld kan worden.
Voor Whitmore is dat een reden om de lezer aan het eind van het boek nog even extra aan te sporen de principes van coaching in praktijk te brengen. Voor hem wegen de voordelen die coaching biedt ruimschoots op tegen de inspanning. Hij stelt de lezer de retorische vraag of dit voor hem ook zal gelden.
Over Kees Visser
Kees Visser studeerde van 1988-1994 Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en startte in 1995 met zijn studiegenoot Philip van Coevorden Managementboek.nl.