Wat je ziet, hangt af van wie je bent. De auteur gebruikt hiervoor de metafoor van een neushoornhoorn: in elk beeld dat de neushoorn, oftewel jijzelf, ziet zit de hoorn er pontificaal middenin en moet je om je eigen hoorn kijken. (We negeren voor deze metafoor even het feit dat de ogen van een neushoorn in werkelijkheid opzij kijken, niet vooruit.)
Patronen is een ‘methodeboek’ waarin Danielle Braun haar antropologische blik en denkwijze toepast op het observeren en veranderen van gedrag in organisaties. De inhoud is veelal gebaseerd op haar eigen ervaring, die rijkelijk wordt gedeeld in vele voorbeelden. Stap voor stap neemt ze je mee in wat patronen zijn, hoe je ze herkent, hoe je ze duidt en communiceert.
In de eerste helft van het boek ben je in de rol van observator van buitenaf die de patronen in beeld wil brengen. Om te observeren moet je als buitenstaander beginnen. Het gevoel van ‘culture shock’ als je een groep voor het eerst meemaakt is de reden dat dingen je opvallen, omdat ze anders zijn dan wat je zelf kent. Het doet me denken aan een vreemde taal leren: die leerlingen worden expliciet onderwezen in de regels van spelling en grammatica van de nieuwe taal, terwijl moedertaalsprekers die impliciet hebben opgepikt.
Voor het ordenen van patronen bespreekt Braun de voor- en nadelen van drie methodes om dat te doen: dimensies (zoals die van Hofstede), typologieën (zoals de kleuren van De Caluwé), en grounded theory (achteraf de rode draad in de inzichten vinden). Hierbij is het zinvol om vooraf te bepalen welke methode je gaat toepassen.
Het spannende moment komt als je de geobserveerde patronen terugkoppelt aan de groep omdat daar altijd emotie bij komt kijken. Dat herken ik uit mijn eigen werk als consultant. Hoewel ik niet bezig was met cultuur en gedrag, maar met verkoop en marketing, werd mijn samenvatting van knelpunten in de huidige werkwijze niet geaccepteerd door de groep. Ik heb me altijd afgevraagd hoe dat kwam en wat ik anders had kunnen doen, en nu weet ik het: minder analyse van buitenaf, meer verhalen van binnenin. Dat inzicht neem ik mee.
In de tweede helft van het boek stapt Braun in een andere rol, die van de verandermanager die patronen wil veranderen, of juist bestendigen, en geeft zij haar visie over hoe je dat doet. Ze laat duidelijk weten dat de ‘bedrijfskundige’ veranderaanpak top-down vanuit het management wat haar betreft niet werkt. Liever een virale aanpak met mensen uit alle lagen in de organisatie die anderen ‘aansteken’ om nieuwe patronen te volgen. Tot slot deelt ze enkele voorbeelden van patronen die zij in veel organisaties heeft gezien.
Dit is een boek vol beelden. Hiermee bedoel ik niet te foto's die de tekst illustreren, maar de beelden die Braun oproept met haar woorden, die haar eigen neushoornhoorn laten zien. Zij ziet organisaties als tribale groepen van mensen, en gebruikt tribale terminologie om hun gedrag te duiden.
Een virale verandering is gebaseerd op de principes van voodoo. Een veranderproces wordt vergezeld door rituelen. Logo's aan de muur zijn totems. De adviseur die een beeld van de cultuur schetst is een magiër. De afdelingsleider is een chief, en de verkopers of innovators zijn jagers.
Het voelt onwennig, een kleine ‘culture shock’ die je als buitenstaander ervaart als je het voor het eerst meemaakt. Waarmee de concepten van Braun door het lezen van het boek zichzelf bewijzen, als kleine fractalen van een groter patroon. Als dit soort concepten je aanspreken dan is dit boek een aanrader. Het geeft je een andere blik om naar groepen en organisaties te kijken.
Over Nora Ghaoui
Nora Ghaoui is managementconsultant bij Veridia Consulting en een expert op het gebied van strategie en operationele verbetering. Zij richt zich op het maken van uitvoerbare strategieën met heldere keuzes en concrete acties, waarin digitaal en data een steeds grotere rol spelen.