Al het leven is op zoek naar energie om in leven te blijven. Het verschil tussen mensen en al het andere leven is dat wij planmatig en doelgericht te Werk gaan. Maar vreemd genoeg lijken wij in de loop van de geschiedenis niet voor de meest energie-efficiënte manier van leven te hebben gekozen. Net als de maskerwever, een Zuid-Afrikaanse vogel die intrigerende nesten bouwt en om vervolgens de meeste van deze nesten weer te slopen, besteden we allerlei energie aan zaken die we helemaal niet nodig hebben om een ontspannen leventje te leiden.
Suzman haalt zijn inspiratie bij de Ju/'hoan, het jagersverzamelaarsvolk uit de Kalahari woestijn dat tot in de jaren zestig zijn oorspronkelijke leefstijl heeft behouden. Dat jagen en verzamelen duurzaam is blijkt wel uit het feit dat mensen deze vorm van leven ruim 30.000 jaar hebben kunnen volhouden. Het brengt een economie van overvloed. Mensen jagen en verzamelen wat ze nodig hebben. De rest van het fruit laten ze aan de bomen hangen. Met de introductie van de landbouw werd dat anders. Als de oogst onvoldoende was, dan ontstond er schaarste. Landbouw is arbeidsintensief, maar vele handen betekent ook vele monden. Landbouw heeft ons in een spiraal gebracht van steeds meer werken onder het juk van voortdurende dreigingen en ontberingen. Jagers verzamelaars hadden het misschien ook niet makkelijk. Maar zelf in de meest onherbergzame omstandigheden lukte het ze toch om iets te vinden. Dankzij hun beperkte materiële wensen hadden ze niet veel nodig om in leven te blijven.
Suzman onderzoekt het verschillende tijdsperspectief van jagersverzamelaars en agrarische gemeenschappen. Foerageurs richten zich op de korte termijn en de continuïteit van ontwikkelingen. Landbouwers kijken naar het verleden, heden en toekomst. Ze volgen de seizoenscyclus en sommigen bouwden monumenten die jaren bleven staan, zoals Stonehenge. Fourageurs accepteren incidentele ontberingen. Landbouwers menen dat het beter had gekund als ze maar harder hadden gewerkt.
De geschiedenis van de landbouwende mens gaat verder met verstedelijking en bevolkingsgroei. In steden ontstond een andere orde van mensen die niet bij voedselproductie betrokken waren. Ook begonnen mensen machines te maken om ons het zware werk te laten doen. Op een gegeven moment kwam de industrialisatie. Producten als suiker en katoen maakten het leven aangenamer, ook voor de voormalige landbouwers die naar de steden waren getrokken. Als het er is, dan wil je het hebben. Dat is de kwaal van de oneindige ambitie die ons vasthoudt in de tredmolen van werken en zorgt dat we nooit genoeg geld hebben om al onze wensen te verwezenlijken. Burn-out, overwerkt en wel dood neervallen, dit zijn tekens aan de wand dat we verkeerd bezig zijn. Even als de grote ecologische voetafdruk van onze sterk uitgedijde soort.
Maar of we ooit in het utopia met de mini-werkweek van Keynes en anderen terecht gaan komen? Suzman betwijfelt of onze koppige soort vrijwillig afstand doet van zijn verworvenheden. Zelfs met de toenemende onzekerheid over onze geautomatiseerde toekomst en de duurzaamheid van de relatie met onze omgeving, dan nog is dit geen vanzelfsprekendheid. Suzman wil een stem geven aan de duizenden generaties voor ons die evengoed een fundamentele relatie met werk hadden. Een werkwijze die ons wellicht kan helpen om uit de klauwende greep van de schaarste-economie los te breken.
Het boek Werk is zorgvuldig opgebouwd met interessante verhalen van allerlei wetenschappers, uitvinders, en gewone mensen door de geschiedenis heen. Vanuit allerlei invalshoeken analyseert Suzman onze relatie met energie, met onze gemeenschap en met het creëren van welvaart. Het meest heb ik genoten van de mooie hoofdstukken over de jagersverzamelaars, waar Suzman als antropoloog veel van af weet. Zijn belangrijkste boodschap lijkt te zijn dat wij als moderne mensen zeer veel kunnen leren van deze oeroude samenlevingsvormen.
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen. Ze schreef zelf ook een boek: Toekomstverkennen. Ze maakt deel uit van het collectief van toekomstdenkers voor de trendrede.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.