EY (voorheen Moret & Limperg) nam in 1989 een afsplitsing van Bakkenist Spits & Co (Bos en Co) over. Ik kwam dus bij toeval bij het adviesbureau EY terecht, als senior-adviseur. Op dat moment had ik een aantal opdrachten gedaan volgens de principes van de Chaostheorie. In de chaostheorie beweeg je lenig mee met de echte tijd i.p.v. die tijd stil te zetten met een kloktijd, en zo de realiteit af te stemmen op de Planning & Control cyclus. Misschien heb je er nu wel eens van gehoord: kwartaaloverzichten, maandoverzichten, weekoverzichten, urenstaten etc. Je kon het er maar druk mee hebben. Er ontstond als ware een hele parallelle wereld, los van de realiteit. En als je dan de doelen in de planning had gehaald, dan kreeg je een bonus. De realiteit had je wellicht verkloot (milieu en zo), maar op papier klopte het. Typisch vorige eeuw, zal ik maar zeggen.
De Chaos & Complexiteitstheorie was begin jaren 90 erg populair, ook bij SIOO (beroepsopleiding voor Organisatieadviseurs), waar ik de toen nog de tweejarige opleiding volgde. Er belde een journalist en zo kwam er een verhaaltje in de Volkskrant: ‘Chaos stelpt bloedend vlees’ (1995). Toen was het hek van de dam. EY was van de Orde (geplande tijd) en niet van de Chaos (de echte tijd). Ik wilde verder met de echte tijd.
Door die verhalen belde een uitgever (Business Contact) met de vraag of ik geen boek wilde schrijven over die Chaostheorie en wat je daarmee kon als organisatie. Samen met oud-collega Rob Wetzels heb ik toen in 1997 het boek Niets nieuws onder de zon en andere toevalligheden (ondertitel: Strategie uit Chaos) geschreven. Het is nog steeds te downloaden als e-book en werd toentertijd bij Manager &Literatuur (het tijdschrift dat aan de wieg stond van Managementboek.nl) door de lezers besteld via de fax. Zo deden we dat in die tijd. Heel modern. Via een zwager kwam ik met de uitgevers in contact: Philip van Coevorden en Kees Visser. Die laatste had toevallig een scriptie over de Chaostheorie geschreven. En ik woonde in Schiedam, op 200 meter van hun net gestarte bedrijf. Voordat ik het wist had ik een gesprek dat ergens over ging. En werd ik recensent voor hun tijdschrift.
Manager &Literatuur was een blad dat eens per twee maanden verscheen en ging over het handjevol managementboeken dat in die tijd verscheen. De laatste pagina was een bestellijst waarop je de nieuwe boeken kon aankruisen en dat faxte je naar Schiedam. Mijn eerste recensie ging over één van de boeken van Peter Senge: The 5th Discipline, het praktijkboek uit 1995. Senge is vooral bekend geworden door het begrip ‘Lerende Organisatie’. Een populair begrip in die dagen. Zo kwam ik bij toeval in het lezingen- en cursussencircuit terecht. Een Amerikaan naar Nederland halen was te duur: dan maar de recensent voor een groepje liefhebbers zetten. Dat is ook leuk.
De tijd leek rijp om een studieboek Inleiding in het Chaosdenken voor het onderwijs te schrijven met o.a. Frans Eynatten (TU Eindhoven) en waarin één van mijn EY-casussen (Herinrichting van het Westland) buitengewoon helder, dat vind ik nog steeds, is beschreven. Van Gorcum gaf het uit, er werd geen boek verkocht. Het vak Chaostheorie wordt immers niet gegeven op scholen en universiteiten. Nu begrijp je gelijk hoe onderwijsvernieuwing werkt, daar speelt toeval geen rol. We zijn inmiddels net het jaar 2000 gepasseerd. De Internetbubbel diende zich aan als 1ste crisis van de nieuwe eeuw, hoezo Chaos?
Ik vertelde Kees en Philip dat ik al een tijdje lezingen (sinds 1997) hield onder de titel ‘Intensieve Menshouderij’. Zij overtuigden mij dat ik er een artikel over zou moeten schrijven en dankzij Managementsite (Willem Mastenbroek) werd het een hit. Er kwam een tweede artikel. In 2003 belde een uitgever (Scriptum, de oud-huisbaas van Managementboek): moet je er geen boek overschrijven? Samen met Judith Pouw (toen nog stagiaire) lukte dat. Het boek Intensieve Menshouderij verscheen in december 2004 op verzoek van het CNV. Zij wilden het graag op een congres kunnen uitdelen. Waarbij ik op aanraden van Mathieu Weggeman het meer duurzame ‘Rijnland Model’ noemde als alternatief voor de Intensieve Menshouderij. Samen met Joep Schrijvers kwam ik bij Denkproducties terecht: Joep sprak voor hen over Hoe word ik een rat? en ik over 'Hoe bouw je vervolgens een riool?’ (c.q. een intensieve menshouderij). Toen gebeurde er iets essentieels (voor mij). Een paar maanden na de Intensieve Menshouderij verscheen het boek: Angelsaksen versus Rijnlanders (2005) van Jaap Jan Brouwer en de inmiddels overleden professor Piet Moerman. Het laatste hoofdstuk van dat boek trok een vergelijk tussen de Rijnlandse werkwijze (volg de beweging en doe wat vervolgens nodig is) en de Chaostheorie. Er viel bij mij een jackpot aan kwartjes. Jaap Jan en ik beloofden elkaar plechtig: we gaan samen ooit nog eens een boek schrijven.
In 2007 richtten we samen met Kees en Philip het kwartaalmagazine Slow Management op. Het was toen uiteraard ook al helder dat het best een tandje minder kon, maar wel met meer aandacht. De titel was een knipoog naar Slow Food vanzelfsprekend. We zijn inmiddels 47 nummers verder - 1.200 abonnees, de boogde 4.000 is nooit gelukt - onder de bezielende leiding van hoofdredacteur Walter van Hulst. Ook in de nieuwe eeuw waren er nog steeds vreemde reflexen in managementland. Even een klein voorbeeldje bij mij in het bedrijfsverzamelgebouw op de deur: ‘De behandeltijd voor een zitting fysiotherapie is door de verzekering gesteld op 26 minuten. Dit is inclusief de administratietijd die hiervoor nodig is’. Deze vorm van Communisme noemde men echter ‘Marktwerking in de Zorg’. De verwarring ten top.
Lezingen deed ik er even bij (bijzaak)… ik was immers organisatieadviseur (hoofdzaak). Eind 2008 zaten we in de 2e crisis, de financiële. Het leek wel dat naarmate de welvaart groeide, de problemen door het gedoe in de parallelle wereld steeds groter werden. Geld, wat is nog geld? Banken gingen failliet (DSB, Icesave, Lehman Brothers) tenzij ze alsnog het predicaat Systeembank kregen of door vrouwen werden gerund. En dat was het moment dat Van Duuren me benaderde voor een boek. Ik schreef het samen met Hester Heringa: Bij welke reorganisatie werk jij?
Dit leek het moment om het Rijnlandse gedachtegoed verder en nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. Het Rijnland Boekje, dat ik met Mathieu Weggeman maakte, verscheen zodoende ook in 2009. Na nogal wat overleg met Business Contact. Het was de eerste keer dat we liepen te leuren met een idee. Ze wilden niet. Niks geen kleine lullige boekjes, een kloek boek dat is wat we moeten hebben van jullie. Managementboek was er aanvankelijk ook niet zo blij mee: voor een relatief klein bedrag (9,95) heb je dezelfde afhandelingskosten als voor een boek van 30 euro. Inmiddels zijn we bezig met de 15e druk. Bizar. Mensen bestelden er 10 tegelijk en gaven ze aan medewerkers, klanten en toeleveranciers: zo gaan wij hier werken! In pakketjes van 10 werden ze veelal verkocht. Had niemand vooraf op gerekend. Dat was kennelijk een goed moment voor Business Contact om met mij een functioneringsgesprek te houden: ‘Waarom heb jij die andere boeken ook niet bij ons uitgegeven?’ ‘Hmmm, ik werd door jullie voor het 1e boek gevraagd en vervolgens deden die andere uitgevers dat ook. Ik ben tot dusver pas gaan schrijven nadat een uitgever het mij/ons vroeg’.
In 2011 werd samen met Jaap Jan Brouwer een eerdere belofte ingelost: Nieuw Europees Organiseren (NEO met een verwijzing naar de film The Matrix) verscheen. Ook bij Van Duuren. Precies 100 jaar na Taylor. Samen met Managementboek is Taylors boek The Principles of Scientific Management alsnog vertaald en is in de epiloog nagedacht hoe zijn principes er in deze eeuw uit zouden zien. Gaaf.
En Business Contact had zijn lesje geleerd: ‘Gaan jullie een deel 2 schrijven van Het blauwe Rijnland Boekje?’ In 2012 verscheen Het rode Rijnland Praktijkboekje. In 2014 verscheen bij Eburon de Rijnland Reeks: ebook-jes (voor 4,95) speciaal gemaakt voor op je tablet of mobieltje. Dus niet een gewoon boek, dat later ook als ebook wordt uitgegeven. ‘Nieuwe tijden, anders organiseren’ was zowel in 2014 en 2015 het bestverkochte e-book in managementland, waarbij achteraf de complete Rijnland Reeks toch ook slim op papier (weer bij Business Contact) verscheen (2016). In 2017 verscheen Het groene Rijnland Veranderboekje en uiteindelijk moest in 2019 de Rijnlandtrilogie met Mathieu gebundeld worden in het Grote oranje Rijnlandboekje. Zo blijf je lekker bezig.
Op dit moment wordt er gewerkt aan een herziene e-book-versie van Nieuw Europees Organiseren, omdat het ontstaan van het Rijnlands Kapitalisme, als variant op het NEOliberalisme, er in staat beschreven.
En verder zijn we druk bezig met een studieboek voor het HBO: Rijnlands Organiseren (bij uitgeverij Boom). En ik ben best bang wat daar volgend jaar in 2021 mee gaat gebeuren in het onderwijs. Jij ook? Of zouden we iets opgestoken hebben van deze 3e crisis in nog geen 20 jaar tijd? Iets met duurzaam, iets met de menselijk maat en iets met mandaat voor de vakmensen die het echte werk doen aan de voorkant van organisaties. Waarom? Om de systeemwereld te kunnen finetunen op de leefwereld. Ingewikkelder is het niet. En dan heb je ook een welvarende economie: er is genoeg voor iedereen. We leven trouwens met de Aarde, niet erop!
Dank je wel Kees en Philip voor jullie duwtjes in de goede richting, dank aan alle uitgevers en Managementsite, die steeds met mij en ons in zee gingen, zonder dat er maar een letter op papier stond. Eén ding heb ik zeker geleerd: ook boeken schrijven en uitgeven gebeurt op basis van vakmanschap, verbinding en vertrouwen. Het genie naaien we er achteraf verder wel in (Henry Mintzberg).
Organisatieadviseur Jaap Peters studeerde Bedrijfskunde in Delft. Jaap is vooral bekend van zijn boeken ‘Intensieve Menshouderij’, ‘Bij welke reorganisatie werk jij?’, de Rijnlandboekjes die hij met Mathieu Weggeman schreef en het recente e-book ‘Nieuwe tijden, anders organiseren’. De verhalen van Jaap worden steevast beoordeeld als herkenbaar en inspirerend. Niet gek voor iemand die put uit een rijke adviespraktijk met opdrachten in het onderwijs, de zorg, bij de nationale politie, gemeentes en in het bedrijfsleven. Kennis gedijt het beste als je het van het ene naar het andere domein brengt.