Schadevaststelling en tijd
Paperback Nederlands 2019 1e druk 9789462906723Samenvatting
Schadevergoeding strekt ertoe de benadeelde zoveel mogelijk in de positie te brengen waarin hij zou hebben verkeerd zonder aansprakelijkheidscheppende gebeurtenis. Vergoeding van schade vergt daarom vroeg of laat een oordeel omtrent de vraag in hoeverre schade is geleden. De gebeurtenis kan evenwel oorzaak zijn van allerlei feitelijke ontwikkelingen die zich gaandeweg ontvouwen met het verstrijken van de tijd. Dit boek handelt over de rol van de factor tijd bij vaststelling van schade, en gaat in op een aantal kernvragen: met welke feiten en omstandigheden moet de rechter rekening houden bij de vaststelling van schade, welk moment heeft voor zijn oordeel als beslissend te gelden, en hoe verhoudt een en ander zich tot andere leerstukken van schadevergoedingsrecht?
Dit boek bevat een analyse van het tijdselement in het schadevergoedingsrecht op beginsel- en begripsmatig niveau, gevolgd door een reeks deelstudies op vijf belangrijke deelterreinen: zaakschade, personenschade, winstderving, beleggingsschade en schade door rechtmatige overheidsdaad. De studie beoogt bij te dragen aan een grondiger begrip van het schadevergoedingsrecht en praktische inzichten te bieden voor hen die te maken krijgen met juridische vraagstukken van schade.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1 Introductie 15
1.2 Doel en onderzoeksvraag 17
1.3 Werkwijze 18
1.3.1 Opbouw van het boek 18
1.3.2 Internjuridische benadering 19
1.3.3 Verbredende bestudering 20
1.3.4 Literatuur en rechtspraak 22
1.3.5 Afbakening 22
1.3.6 Voorstudie: preadvies 23
1.4 Situering 23
DEEL A: Schadevergoeding en tijd – algemeen 27
2 Doel en beginselen van schadevergoedingsrecht 29
2.1 Inleidende opmerkingen 29
2.2 Doel van schadevergoeding 29
2.3 Beginselen van schadevergoedingsrecht 30
2.3.1 Volledigheidsbeginsel 30
2.3.2 Toerekeningsbeginsel 34
2.3.3 Doelmatigheidsbeginsel 35
2.3.4 Nominaliteitsbeginsel 36
2.3.5 Slachtofferbescherming 39
2.4 Slot 40
3 Het begrip schade 41
3.1 Inleidende opmerkingen 41
3.2 Schade als rechtsbegrip 41
3.2.1 Een complex begrip 41
3.2.2 Feitelijk-natuurlijk of juridisch-normatief? 43
3.2.3 Taakverdeling feitenrechter en cassatierechter 44
3.3 Structurele elementen 45
3.3.1 Schadestructuur en schadeobject 45
3.3.2 Het causale element 47
3.3.3 Het vergelijkingselement 49
3.3.4 Het hypothetische element 50
3.3.5 Het waarderingselement 51
3.3.6 Het tijdselement 52
3.4 Vermogensschade en ander nadeel 57
3.4.1 Een tweesporig schadebegrip 57
3.4.2 Vermogensschade 58
3.4.3 Ander nadeel dan vermogensschade 59
3.5 Slot 60
4 Begroting van schade 61
4.1 Inleidende opmerkingen 61
4.2 De kernbepaling: merkwaardigerwijs inhoudsloos? 61
4.3 Concrete en abstracte schadebegroting 64
4.3.1 Concrete schadebegroting als uitgangspunt 64
4.3.2 Abstraheren: een kwestie van begroting? 65
4.3.3 Technische en strategische ficties 67
4.4 Het moment waarnaar schade wordt begroot 69
4.4.1 Begroting naar het schademoment 69
4.4.2 Vaststelling omvang vergoedingsplicht naar tijdstip uitspraak 71
4.4.3 Begrotingsmoment: rechtsvergelijking 73
4.5 Toekomstige schade 80
4.5.1 Nog niet ingetreden schade 80
4.5.2 Uitstel of begroting bij voorbaat 82
4.5.3 Bedrag ineens 85
4.5.4 Periodieke uitkering 88
4.5.5 Toekomstige schade en wettelijke rente 92
4.6 Slot 100
5 Toerekening van schade 103
5.1 Inleiding 103
5.2 Het vereiste van voldoende (causaal) verband 104
5.2.1 Toerekening naar redelijkheid 104
5.2.2 Verwijderdheid van schade 104
5.2.3 Voorzienbaarheid van schade 106
5.3 Meervoudige causaliteit 108
5.3.1 Enkelvoudige en meervoudige causaliteit 108
5.3.2 Samenwerkende oorzaken 108
5.3.3 Gelijktijdig werkende oorzaken 110
5.4 Voordeelstoerekening 118
5.4.1 Voordeel naast schade 118
5.4.2 Voordeelsbegrip en voordeelsmoment 120
5.5 Eigen schuld en schadebeperkingsplicht 125
5.6 Slot 126
10 Schadevaststelling en tijd
DEEL B: Deelstudies 129
6 Zaakschade 131
6.1 Inleidende opmerkingen 131
6.2 Zaaksbeschadiging 132
6.2.1 De waardevermindering als schade 132
6.2.2 Verminderde waarde ondanks herstel 137
6.2.3 Vergoedbaarheid objectieve herstelkosten zonder waardevermindering? 140
6.2.4 Herstelkosten overtreffen waardevermindering 144
6.2.5 Een keuzerecht voor de benadeelde? 147
6.3 Zaaksverlies 153
6.4 Waardevermindering zonder beschadiging 154
6.5 Zaaksbeschadiging zonder waardevermindering 160
6.5.1 Voor gebruik door het publiek bestemde zaken 160
6.5.2 Beschadiging van bomen 161
6.6 Slot 164
7 Personenschade 167
7.1 Inleidende opmerkingen 167
7.2 Verlies van arbeidsvermogen wegens letsel 168
7.2.1 Afbakening 168
7.2.2 Momentschade of duurschade 168
7.2.3 Schadebegroting langs twee lijnen 172
7.2.4 Van ‘wat als?’ naar ‘wat nu?’ 183
7.3 Derving van levensonderhoud wegens overlijden 191
7.3.1 Overlijdensschade 191
7.3.2 Derving van levensonderhoud 192
7.4 Ander nadeel dan vermogensschade 202
7.4.1 Persoonsaantasting 202
7.4.2 Momentschade of duurschade 203
7.4.3 Begrotingsmoment en wettelijke rente 205
7.4.4 Pleidooi voor begroting smartengeld naar tijdstip uitspraak 209
7.5 Slot 213
8 Winstderving en verlies van ondernemingswaarde 215
8.1 Inleidende opmerkingen 215
8.2 Rechtspersoon en onderneming 216
8.3 Winstderving 217
8.3.1 Winstderving in de ondernemingssfeer 217
8.3.2 ‘Concrete’ vaststelling; steeds waarschijnlijkheidsberekening 218
8.3.3 Boekhoudkundige benadering 220
8.3.4 De hypothetische situatie zonder normschending 221
8.3.5 De situatie na de normschending 222
8.3.6 Voordeelstoerekening en schadebeperkingsplicht 225
8.3.7 Winstderving als duurschade 228
8.4 Verlies van ondernemingswaarde 229
8.4.1 Ondernemingswaardering; de DCF-methode 229
8.4.2 Schade bestaande in van verlies van ondernemingswaarde 232
8.5 Twee benaderingen: compromis of keuze? 242
8.5.1 ‘Hybride’ benadering 242
8.5.2 Pleidooi voor een principiële keuze 246
8.6 Slot 248
9 Beleggingsschade 251
9.1 Inleidende opmerkingen 251
9.2 Koersgerelateerde schade vanwege misleiding op de beurs 252
9.2.1 Misleiding van beleggers 252
9.2.2 Transactiecausaliteit 253
9.2.3 Wettelijke rente 259
9.2.4 Eigen opvatting: focus op inhoudsbepaling van begrip schade 260
9.3 Schade door ondeugdelijk vermogensbeheer 263
9.3.1 Individueel vermogensbeheer 263
9.3.2 Vergelijking over de schadeperiode; peildatum en wettelijke rente 263
9.3.3 Nadere analyse vanuit tijdsperspectief 266
9.4 Schade in verband met effectenleaseproducten 268
9.4.1 Beleggen met geleend geld; schending zorgplicht 268
9.4.2 De schade van de afnemer 268
9.4.3 De tijdspuzzel: schade, voordeel en wettelijke rente 270
9.5 Slot 272
10 Rechtmatige overheidsdaad: onteigening en planschade 275
10.1 Inleidende opmerkingen 275
10.2 Schadevergoeding in verband met onteigening 277
10.2.1 Volledige schadevergoeding 277
10.2.2 Schadevaststelling per peildatum 278
10.2.3 Relativering peildatumfixatie 281
10.2.4 Gebeurtenissen na terinzagelegging 283
10.2.5 Kapitalisatie bijkomende schade 285
10.2.6 Verrekening van rente over vrijkomend kapitaal 286
10.2.7 Rente over de schadevergoeding 288
10.3 Vergoeding van planschade 291
10.3.1 Nadelige wijzigingen van het planologische regime 291
10.3.2 Directe en indirecte planschade 293
10.3.3 De peildatum in het planschaderecht 293
10.3.4 Schade voor rekening van aanvrager 296
10.3.5 Planologische schaduwschade 297
10.3.6 Omgevingswet: verschuiving schademoment? 298
10.4 Slot 302
DEEL C: Besluit 305
11 Slotbeschouwing 307
11.1 Het onderzoek 307
11.2 Een logisch-chronologische ordening 307
11.3 Vertroebeling 310
11.3.1 Vertroebeling van het kader 310
11.3.2 De ‘abstracte’ schadevaststelling 311
11.3.3 Kapitalisatie van toekomstige schade naar een peildatum in het verleden 312
11.3.4 Smartengeld en wettelijke rente 313
11.3.5 Schadevaststelling en voordeelstoerekening 314
11.3.6 Behoeftegerichte schadevergoeding bij letsel 315
12 Samenvatting 317
13 Summary 323
Literatuur 329
Jurisprudentie 351
Curriculum vitae 357
Publicaties 359
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan