De mondelinge behandeling in civiele zaken
Gebonden Nederlands 2019 1e druk 9789462904637Samenvatting
De mondelinge behandeling is het hart van de civiele procedure en levert een belangrijke bijdrage aan de rechtspleging in civiele zaken. Het gesprek tussen partijen en de rechter vervult een centrale rol in het uitwisselen van informatie over feiten, belangen, emoties en behoeften rondom een civielrechtelijk geschil of een civielrechtelijk georiënteerd conflict. De mondelinge behandeling is een dynamisch moment, vaak het sluitstuk van de oordeelsvorming door de rechter en het vertrekpunt voor de keuze tussen een minnelijke regeling en een rechterlijke uitspraak.
Voor zowel rechtspraktijk, onderwijs als wetenschap is het van belang om goed inzicht te hebben in de dynamiek van de mondelinge behandeling en het instrumentarium dat rechters en beroepsmatige rechtsbijstandverleners ter beschikking staat om hun rol tijdens een mondelinge behandeling in een civiele zaak optimaal te vervullen. Rechters en beroepsmatige rechtsbijstandverleners kunnen dat inzicht ook goed gebruiken bij het maken van eigen keuzes in de behandeling van civiele zaken.
In dit boek gaan de auteurs vanuit hun eigen beroepsachtergrond en ervaring uitgebreid en systematisch in op juridische, communicatieve en sociaalpsychologische aspecten van de mondelinge behandeling in civiele zaken.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Dineke de Groot en Hans Steenberghe
1.1 Inleiding 17
1.2 Introductie tot dit boek 18
1.2.1 Waarom dit boek? 18
1.2.2 Focus van dit boek 18
1.2.3 Opzet 19
1.2.4 Wetgeving 20
1.3 Introductie van de hoofdstukken 21
1.3.1 Hoofdstuk 1 – Introductie 21
1.3.2 Hoofdstuk 2 – Communicatie ter zitting 21
1.3.3 Hoofdstuk 3 – Procedurele rechtvaardigheid 22
1.3.4 Hoofdstuk 4 – Rechtsregels met betrekking tot de mondelinge behandeling 22
1.3.5 Hoofdstuk 5 – Feitenonderzoek tijdens de mondelinge behandeling 23
1.3.6 Hoofdstuk 6 – Oordeelsvorming en de mondelinge behandeling 24
1.3.7 Hoofdstuk 7 – Ambtshalve rechtstoepassing tijdens de mondelinge behandeling 24
1.3.8 Hoofdstuk 8 – De mondelinge behandeling en de schikking 25
1.3.9 Hoofdstuk 9 – De mondelinge behandeling vanuit het perspectief van de advocaat 26
1.4 Geschilbeslechting en conflictoplossing 27
1.4.1 Inleiding 27
1.4.2 Geschilbeslechting en conflictoplossing in dit boek 28
1.4.3 Conflictoplossing 28
1.5 Tot slot 30
2 Communicatie ter zitting – In gesprek over geschillen, conflicten en oplossingen 31
Margreet J. Smilde
2.1 Inleiding 31
2.2 Basisbegrippen uit de communicatieleer 32
2.2.1 Communiceren op inhoudsniveau 33
2.2.2 Communiceren op gevoelsniveau 35
2.2.3 Communiceren op relationeel niveau 41
2.2.4 Communiceren op appellerend niveau 43
2.2.5 Reacties op inhouds-, gevoels-, relationeel en appellerend niveau 44
2.2.6 Samenvatting 45
2.3 Communicatie, conflict en dysfunctionele interactiepatronen 46
2.4 Het driegesprek en het vier-‘partijen’-systeem 61
2.5 Effectief communiceren: drie wegen 63
2.5.1 Inleiding 63
2.5.2 De weg van het luisteren 64
2.5.3 De weg van het bemiddelen 68
2.5.4 De weg van het gidsen 70
2.6 Effectief communiceren 74
2.7 Trainen en ontwikkelen van zittingsvaardigheden 77
2.8 Literatuur 77
3 Ervaren procedurele rechtvaardigheid 85
Hilke Grootelaar, Liesbeth Hulst en Kees van den Bos
3.1 Inleiding 85
3.1.1 Onderzoek naar ervaren procedurele rechtvaardigheid in een juridische context, een historisch overzicht 85
3.1.2 Meer recent onderzoek naar procedurele rechtvaardigheid in een Nederlandse juridische context 89
3.2 Wat is ervaren procedurele rechtvaardigheid? 91
3.2.1 Soorten rechtvaardigheid 92
3.2.2 Wat ervaren mensen precies als procedureel rechtvaardig? 94
3.3 Ervaren procedurele rechtvaardigheid beïnvloedt belangrijke reacties van mensen (het fair process effect) 98
3.3.1 Waarom heeft procedurele rechtvaardigheid effect op de reacties van mensen? 103
3.3.2 Wanneer doet procedurele rechtvaardigheid ertoe? 105
3.4 Ervaren procedurele rechtvaardigheid en de civiele zitting 108
3.4.1 Wat is de relevantie van dit alles voor de civiele zitting? 108
3.4.2 Proactieve procedurele rechtvaardigheid 109
3.4.3 De relatie tussen proactieve en reactieve rechtvaardigheid 112
3.4.4 De empathische rechter? 113
3.4.5 De regisserende rechter 116
3.5 Conclusie 120
3.6 Literatuur 122
4 Rechtsregels met betrekking tot de mondelinge behandeling 139
Dineke de Groot
4.1 Inleiding 139
4.1.1 Opzet van dit hoofdstuk 140
4.2 Rechtsregels bij de ontwikkeling van de mondelinge behandeling 140
4.3 De aanspraak op een mondelinge behandeling 144
4.3.1 Eerste aanleg 144
4.3.2 Het recht op een eerlijk proces 146
4.3.3 Achterwege laten van mondelinge behandeling in eerste aanleg 147
4.3.4 Hoger beroep en cassatie 148
4.4 De mondelinge behandeling en het onmiddellijkheidsbeginsel 149
4.4.1 Inleiding 149
4.4.2 Mondelinge behandelingen met en zonder pleitkarakter 150
4.4.3 Hoofdregel voor mondelinge behandeling met pleitkarakter 151
4.4.4 Rechterswissel 151
4.4.5 Regels bij rechterswissel 152
4.4.6 Enkelvoudig en meervoudig behandelen en beslissen 154
4.5 Dagbepaling en oproeping 157
4.5.1 Eerste aanleg 157
4.5.2 Hoger beroep en cassatie 159
4.6 Voorschriften over de invulling van de mondelinge behandeling 160
4.6.1 Inleiding 160
4.6.2 Indiening van stukken met het oog op de mondelinge behandeling 160
4.6.3 Berichtgeving aan partijen over doelen van de mondelinge behandeling 163
4.6.4 Voorschriften over het verloop van de mondelinge behandeling 165
4.6.5 Bewijsverrichtingen tijdens de mondelinge behandeling 166
4.6.6 Voorschriften over de verdere aanpak van de zaaksbehandeling 167
4.7 Schikking bij mondelinge behandeling 168
4.8 Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling 170
4.8.1 Algemeen voorschrift voor het opmaken van een proces-verbaal 170
4.8.2 Ambtshalve en op verzoek opmaken van een proces-verbaal 170
4.8.3 Vormvoorschriften voor het proces-verbaal 171
4.8.4 Voorschriften voor de inhoud van het proces-verbaal 172
4.8.5 Voorschriften voor de afgifte van het proces-verbaal 173
4.9 De mondelinge uitspraak tijdens de mondelinge behandeling 174
4.9.1 Eerste aanleg 174
4.9.2 Hoger beroep en cassatie 177
4.9.3 Regels voor het doen van mondelinge uitspraken 177
4.9.4 Rechterswissel na mondelinge uitspraak 178
4.10 Literatuur 179
5 Feitenonderzoek tijdens de mondelinge behandeling 183
Ruth de Bock
5.1 Inleiding 183
5.1.1 De mondelinge behandeling als hart en sluitstuk van de procedure 183
5.1.2 Regievoering door de rechter bij het feitenonderzoek 184
5.1.3 Het feitenonderzoek staat niet alleen ten dienste van de rechter 186
5.1.4 Feitenonderzoek en het belang van verhalen 187
5.1.5 Gevolgen voor de mondelinge behandeling: ruimte geven 189
5.2 Feitenonderzoek is waarheidsvinding 190
5.2.1 Waarheid is het oriëntatiepunt 190
5.2.2 Waarheidsvinding als beginsel van procesrecht 191
5.2.3 Het maatschappelijk belang van waarheidsvinding 193
5.2.4 Eigen verantwoordelijkheid van de rechter voor waarheidsvinding 194
5.2.5 Waarheids- en volledigheidsplicht van partijen 195
5.2.6 Gevolgen voor het feitenonderzoek tijdens de mondelinge behandeling: actieve rechter 197
5.3 Feitenonderzoek en feitenvaststelling 198
5.3.1 Het feitenonderzoek moet leiden tot het kunnen nemen van een beslissing 198
5.3.2 Feiten moeten in de beslissing worden opgenomen 199
5.3.3 Feiten moeten in de procedure aan de orde zijn gesteld 200
5.3.4 Het aanvullen van feiten door de rechter 201
5.3.5 Feiten van algemene bekendheid 202
5.3.6 Een feit staat vast doordat partijen het erover eens zijn 204
5.3.7 Een feit staat vast door impliciete bewijslevering 205
5.3.8 Een feit staat vast door expliciete bewijslevering 207
5.3.9 Gevolgen voor het feitenonderzoek op de mondelinge behandeling: doorvragen en vastleggen 208
5.4 Wisselwerking tussen feit en recht 209
5.4.1 Rechterlijk oordeel als toepassing van het recht op de feiten 209
5.4.2 Rechtsvindingsdriehoek 211
5.4.3 Relevante feiten 212
5.4.4 Gevolgen voor het feitenonderzoek tijdens de mondelinge behandeling: uitgestelde oordeelsvorming 213
5.5 Het samenspel tussen rechter en partijen 215
5.5.1 Startpunt bij partijen 215
5.5.2 Daarna is de rechter aan zet 217
5.5.3 Spanningsveld: artikel 24 Rv en 25 Rv 218
5.5.4 Gevolgen voor het feitenonderzoek tijdens de mondelinge behandeling: aftasten en vastleggen 220
5.6 Bronnen voor het feitenonderzoek tijdens de mondelinge behandeling 221
5.6.1 Voorbereiding: schriftelijke stukken en zittingsagenda 221
5.6.2 Indienen nadere schriftelijke stukken 223
5.6.3 Verzoek aan de rechter om wederpartij op te dragen bepaalde stukken in het geding te brengen 223
5.6.4 Indienen schriftelijke getuigenverklaringen 225
5.6.5 Het ondervragen van partijen 226
5.6.6 Het horen van partijen als getuige 227
5.6.7 Het horen van anderen dan partijen; getuigen en deskundigen 229
5.6.8 Beroep getuige op een verschoningsrecht 230
5.6.9 Gewichtige redenen tot geheimhouding 233
5.6.10 Het gebruik van audiovisuele middelen tijdens de mondelinge behandeling 234
5.6.11 Gerechtelijke bezichtiging of plaatsopneming 235
5.6.12 Aan het einde van de mondelinge behandeling 236
5.6.13 De mondelinge uitspraak 236
5.7 Na de mondelinge behandeling 238
5.7.1 Beslissen op basis van het feitenonderzoek: het onmiddellijkheidsbeginsel 238
5.7.2 Bewijswaardering 240
5.7.3 Feiten in de beslissing 241
5.8 Literatuur 242
6 Oordeelsvorming en de mondelinge behandeling 249
Rogier Hartendorp
6.1 Grondslagen rechterlijke oordeelsvorming 249
6.1.1 Inleiding 249
6.1.2 Mondelinge behandeling als moment van rechterlijke oordeelsvorming 251
6.1.3 Spanningsvelden rechterlijke oordeelsvorming tijdens de mondelinge behandeling 253
6.2 Processen en methoden rechterlijke oordeelsvorming 257
6.2.1 Inleiding 257
6.2.2 Repertoire en vooroordelen 257
6.2.3 Negatieve vooroordelen en rationele fouten 260
6.2.4 Verwoorden 263
6.2.5 Groeiende overtuiging 265
6.2.6 Emotionele luciditeit 266
6.3 Meervoudige besluitvorming 269
6.3.1 Inleiding 269
6.3.2 Valkuilen meervoudige besluitvorming 270
6.3.3 Aanbevelingen voor oordeelsvorming in een meervoudige kamer 272
6.4 Mondeling vonnis 274
6.4.1 Inleiding 274
6.4.2 Aanbevelingen voor het doen van een mondelinge uitspraak 275
6.5 Literatuur 279
7 Ambtshalve rechtstoepassing tijdens de mondelinge behandeling 287
Pieter Frans Lock
7.1 Inleiding 287
7.2 Ambtshalve toepassing van procesrechtelijke regels 288
7.2.1 Inleiding 288
7.2.2 Verplichting tot ambtshalve toepassing van procesrechtelijke regels van openbare orde 289
7.2.3 Verplichting tot ambtshalve toepassing van andere procesrechtelijke regels 298
7.2.3.1 Procesreglement 300
7.2.3.2 Processueel ondeelbare rechtsverhouding 300
7.2.4 Bevoegdheid tot ambtshalve toepassing van procesrechtelijke regels 302
7.2.5 Verboden ambtshalve toepassing van procesrechtelijke regels 306
7.2.6 Regie op de procedure door de rechter 307
7.3 Artikel 25 Rv: Ambtshalve aanvullen van rechtsgronden 308
7.3.1 Inleiding 308
7.3.2 Ambtshalve aanvullen van rechtsgronden binnen de rechtsstrijd van partijen 312
7.3.3 Twee voorbeelden van het al dan niet toelaatbaar ambtshalve aanvullen van een rechtsgrond 316
7.3.4 Ambtshalve toetsen aan een rechtsregel binnen de rechtsstrijd van partijen 320
7.3.5 Ambtshalve kwalificeren van de rechtsverhouding tussen partijen 323
7.4 Ambtshalve toetsing buiten de rechtsstrijd van partijen 328
7.4.1 Inleiding 328
7.4.2 Ambtshalve toetsing aan regels van openbare orde 329
7.4.3 Ambtshalve toetsing aan regels met Unierechtelijke oorsprong 330
7.4.4 Andere ambtshalve toetsingsbevoegdheden 333
7.4.5 Ambtshalve toetsing aan regels van dwingend recht 334
7.5 Capita selecta: verbod en gebod tot ambtshalve toepassing van verjaringsregels 336
7.6 Voorkomen van een verrassingsbeslissing 340
7.7 Ambtshalve rechtstoepassing in hoger beroep 342
7.7.1 Ambtshalve toepassing van procesrechtelijke regels 342
7.7.2 Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden 343
7.7.3 Ambtshalve toetsen aan recht van openbare orde en daaraan gelijk te stellen regels 344
7.7.4 Ambtshalve ingrijpen door de appelrechter in het partijdebat en de beperking van de tweeconclusieregel 347
7.8 Literatuur 353
8 De mondelinge behandeling en de schikking 363
Hans Steenberghe
8.1 Inleiding 363
8.2 De schikkingstaak van de rechter 364
8.2.1 Een begripsomschrijving van de schikking 364
8.2.2 Heeft de civiele rechter een schikkingstaak? 367
8.2.3 De schikkingstaak en de persoon van de rechter 372
8.2.4 De schikkingstaak als dilemma van de rechter 377
8.3 Conflictoplossing 381
8.3.1 Conflictoplossing als aandachtspunt van de rechtspraak 381
8.3.2 Heeft de civiele rechter tot taak om conflicten op te lossen? 383
8.3.3 De rechter als verbinder van geschilbeslechting en conflictoplossing 387
8.3.4 De balans tussen geschilbeslechting, schikking en conflictoplossing 391
8.4 Initiatieven in de rechtspraak gericht op schikking en conflictoplossing 394
8.4.1 Het vragenmodel, ook wel de matrixmethode 394
8.4.2 De conflictdiagnosezitting 394
8.4.3 Het participatiemodel onder regie van de rechter 396
8.4.4 De Gericht Op Oplossing behandeling 396
8.4.5 De spreekuurrechter 397
8.4.6 Wat kan de rechter van deze initiatieven leren? 398
8.5 De aanvang van het schikkingsgesprek 399
8.5.1 De belangenvraag als opmaat? 399
8.5.2 De afstemming van de wens en verwachtingen van partijen 400
8.5.3 De timing van het schikkingsgesprek 403
8.5.4 Het kantelmoment 404
8.6 De inhoud van het schikkingsgesprek 405
8.6.1 De motieven van partijen om (niet) te schikken 405
8.6.2 De vijf elementen van een volwaardig schikkingsgesprek 407
8.7 Het eerste element: het toetsen van de onderhandelingsbereidheid 409
8.7.1 De inschatting door de rechter van de onderhandelingsbereidheid van partijen 409
8.7.2 Het misleidende effect van ruzie- of redelijk gedrag van partijen 411
8.7.3 De inschatting door partijen van de schikkingsbereidheid van de andere partij 413
8.7.4 Het effect van het optreden van de rechter op de schikkingsbereidheid 414
8.7.5 Bent u bereid om de zaak schikken? Een moeilijke vraag! 415
8.7.6 Onderhandelingsbereidheid en escalatie 418
8.8 Het tweede element: het voorlopig oordeel 420
8.8.1 De inhoud en functie van het voorlopig oordeel 420
8.8.2 Behoeft het voorlopig oordeel de instemming van partijen? 421
8.8.3 Het ongevraagd geven van een voorlopig oordeel 423
8.8.4 Heeft een voorlopig oordeel een positief effect op het treffen van een schikking? 425
8.8.5 Heeft een voorlopig oordeel een negatief effect op het treffen van een schikking? 426
8.9 Het derde element: het bazo 428
8.9.1 De inhoud en functie van het bazo 428
8.9.2 Het effect van het benoemen van het bazo en het bereiken van een schikking 429
8.9.3 Het bazo positief formuleren 431
8.10 Het derde element: lost de uitspraak het probleem voor partijen op? 431
8.10.1 De inhoud en functie van conflictinterventies 431
8.10.2 Conflictinterventies en de regiefunctie van de rechter 432
8.10.3 Het effect van conflictinterventies op het bereiken van een schikking 433
8.10.4 Conflict, een kwestie van aard van de zaak of perceptie van partijen? 435
8.10.5 Conflictinterveniërend communiceren 436
8.10.6 Conflictinterventies, maar hoe dan verder met de mondelinge behandeling? 439
8.10.7 Emoties van (een van de) partijen 442
8.11 Het vierde element: het advies of eigen voorstel van de rechter 444
8.11.1 De inhoud en functie van het voorstel van de rechter 444
8.11.2 De timing en de inhoud van het voorstel van de rechter 445
8.11.3 Behoeft het (doen van het) voorstel van de rechter de instemming van partijen? 447
8.11.4 Het effect van een voorstel van de rechter op het treffen van een schikking 449
8.12 De schorsing ten behoeve van schikkingsoverleg 449
8.12.1 Het voorstel en de duur van de schorsing 449
8.12.2 De voortzetting van het schikkingsgesprek door de rechter na de schorsing 451
8.12.3 Suggesties voor de vraagstelling aan partijen door de rechter na de schorsing 453
8.12.4 Informatie aan de rechter over de inhoud van het schikkingsoverleg 455
8.12.5 Hoe ver mag de rechter gaan? Drie voorbeelden uit de praktijk 456
8.13 De mediationverwijzing 459
8.13.1 Mediation als methode van conflictbemiddeling 459
8.13.2 De voor mediation in aanmerking komende partijen 460
8.13.3 Het mediationbeding 462
8.13.4 Een mislukte schikking als (contra)indicatie voor mediation 462
8.13.5 Het vervolg van de procedure bij een verwijzing naar mediation of werkafspraak 463
8.14 Slotbeschouwing 464
8.15 Literatuur 465
9 De mondelinge behandeling vanuit het perspectief van de advocaat 473
Hermine ten Haaft
9.1 Inleiding 473
9.2 De advocaat in hoedanigheid 475
9.2.1 Regelgeving – algemeen 475
9.2.2 Gedragsregels 2018 en de civiele procespraktijk 477
9.2.3 Partijdigheid 479
9.2.4 Gedragsregels in het licht van KEI 480
9.3 Procesverstorend gedrag 481
9.3.1 Algemeen 481
9.3.2 Procesverstoring in het licht van KEI 484
9.4 De mondelinge behandeling volgens KEI 485
9.4.1 Regie met afstemming 485
9.4.2 Schriftelijke voorbereiding 486
9.4.3 Uitnodiging voor de mondelinge behandeling – zittingsagenda 488
9.4.4 De zitting 491
9.4.5 Maatwerk – artikel 30o KEI-Rv 493
9.4.6 Bewijsverrichtingen tijdens de mondelinge behandeling – artikel 30k lid 2 KEI-Rv 495
9.5 Versterkte regie en partijautonomie 496
9.6 Schikkingsonderhandelingen ter zitting 498
9.7 Afronding 501
9.8 Literatuur 502
Over de auteurs 507
Wetsartikelenregister 509
Jurisprudentieregister 515
Trefwoordenregister 527
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan