De 8 coachcompetenties

Voorwoord bij de tweede herziene editie

Inleiding

1 Geeft blijk van ethische praktijkuitoefening
1.1 De grondhouding van de coach
1.1.1 Partnering
1.1.2 Empowerment
1.2 Helderheid over je rol als coach en het verschil met andere vormen van hulpverlening ofondersteuning
1.3 Omgaan met informatie
1.3.1 Informatie krijgen van derden
1.3.2 Informatie verstrekken
1.3.3 Informatie krijgen van de cliënt
1.4 Omgaan met de organisatiecontext van de cliënt
1.4.1 De driehoeksrelatie coach – cliënt – opdrachtgever
1.4.2 Verschillende coachingscliënten binnen dezelfde organisatie
1.5 Conclusies

2 Belichaamt een coaching mindset
2.1 Wat is een coaching mindset?
2.1.1 Openheid
2.1.2 Onvoorwaardelijke positieve aandacht
2.1.3 Oordeelvrije houding
2.1.4 Growth mindset
2.1.5 Authenticiteit
2.2 Hoe onderhoud je een coaching mindset?
2.2.1 Blijven leren
2.2.2 Reflectieve praktijk
2.2.3 Voorbereiding
2.3 Samenvatting

3 Maakt en handhaaft overeenkomsten
3.1 Waar gaat het om?
3.1.1 Afspraken over het coachingstraject
3.1.2 De doelstellingen van het hele coachingstraject
3.1.3 De doelstelling(en) per coachingsgesprek
3.2 Waaraan herken je deze competentie?
3.2.1 Wat wil de cliënt bereiken?
3.2.2 Maatstaven benoemen
3.2.3 Wat is belangrijk en zinvol voor de cliënt?
3.2.4 Wat moeten we bespreken?
3.3 Meesterschap in deze competentie

4 Cultiveert vertrouwen en veiligheid
4.1 Waar gaat het om?
4.1.1 Bevindingen uit psychotherapie-effectonderzoek
4.1.2 Effectonderzoek bij coaching
4.1.3 De vertrouwensrelatie
4.1.4 Conclusies
4.2 Waaraan herken je deze competentie?
4.2.1 Erkenning en respect
4.2.2 Steun en empathie
4.2.3 De cliënt aanmoedigen zich volledig te uiten
4.2.4 Partneren: de cliënt bepaalt wat waar is voor hem
4.3 Meesterschap in deze competentie

5 Blijft present
5.1 Waar gaat het om?
5.2 Waaraan herken je deze competentie?
5.2.1 In respons op de hele persoon
5.2.2 In respons op het gewenste resultaat
5.2.3 Coach als partner: de cliënt kiest wat er gebeurt
5.2.4 Nieuwsgierig
5.2.5 Stilte
5.3 Meesterschap in deze competentie

6 Luistert actief
6.1 Waar gaat het om?
6.1.1 Niveaus van luisteren
6.1.2 Cumulatief luisteren
6.2 Waaraan herken je deze competentie?
6.2.1 Op maat
6.2.2 Exploreer taalgebruik
6.2.3 Exploreer emoties
6.2.4 Energie en non-verbale cues
6.2.5 Exploreer hoe de cliënt zichzelf of zijn wereld waarneemt
6.2.6 De cliënt krijgt de ruimte
6.2.7 Vat samen
6.3 Meesterschap in deze competentie

7 Bevordert bewustwording
7.1 Waar gaat het om?
7.1.1 Hebben mensen het vermogen om bewust besluiten te nemen?
7.1.2 Volgen en uitdagen
7.1.3 Vragen stellen
7.1.4 Eigen input geven
7.2 Waaraan herken je deze competentie?
7.2.1 Vragen stellen over de cliënt
7.2.2 Vragen die het denken of voelen van de cliënt over zichzelf verruimen
7.2.3 Vragen die het denken of voelen van de cliënt over zijn situatie verruimen
7.2.4 Vragen die het denken, voelen of doen vanuit het gewenste resultaat stimuleren
7.2.5 Deelgenoot maken van waarnemingen en overwegingen
7.2.6 Passend tempo
7.2.7 Heldere en beknopte taal
7.2.8 De cliënt is het meest aan het woord
7.3 Meesterschap in deze competentie

8 Faciliteert de groei van de cliënt
8.1 Waar gaat het om?
8.1.1 De juiste acties
8.1.2 De rol van gewoontes
8.1.3 Het juiste actieplan
8.1.4 Coachen is een dynamisch proces
8.1.5 Cliënt neemt zelf verantwoordelijkheid voor vooruitgang
8.2 Waaraan herken je deze competentie?
8.2.1 Vooruitgang exploreren
8.2.2 De cliënt leert over zichzelf
8.2.3 De cliënt leert over zijn situatie
8.2.4 Toepassen van het nieuw geleerde
8.2.5 De cliënt ontwerpt zelf acties en denken
8.2.6 De weg vooruit
8.2.7 Rekenschap
8.2.8 Progressie opmerken
8.2.9 Partneren – ook bij het beëindigen van de sessie
8.3 Meesterschap in deze competentie

9 De coach als regisseur van het proces
9.1 Het proces van elk gesprek

9.2 Het coachingsproces van begin tot eind

Dankwoord
Gebruikte literatuur
Index