Compendium Nederlands vermogensrecht

WOORD VOORAF / V

Hoofdstuk 1 ALGEMENE INLEIDING / 1
1. Inhoud van het Burgerlijk Wetboek / 1
2. Begrip vermogensrecht / 1
3. Systeem van het vermogensrecht / 2
4. Algemeen deel, goederenrecht en verbintenissenrecht / 2
4a. Internationaliserend vermogensrecht / 3
5. Nummering van het BW / 4
6. Zoekstrategie / 4
7. Literatuur / 4
8. Tijdschriften / 5
8a. Internetbronnen / 6

Algemeen deel / 7

Hoofdstuk 2 INLEIDING EN BEGRIPSBEPALINGEN / 9
9. Inhoud Boek 3 / 9
10. Inhoud afdelingen 3.1.1, 3.1.1A en 3.1.1B / 10
A. GOEDEREN / 10
11. Goederen, zaken en vermogensrechten: 3:1, 3:2, 3:6 / 10
B. ONDERSCHEIDINGEN VAN ZAKEN / 11
12. Roerende en onroerende zaken: 3:3 / 11
13. Bestanddelen: 3:4 / 11
14. Gevolgen van het zijn van bestanddeel / 12
15. Geld als zaak / 13
C. ONDERSCHEIDINGEN VAN VERMOGENSRECHTEN / 13
16. Volledige rechten / 13
17. Beperkte rechten: 3:8 / 14
18. Zakelijke rechten / 14
19. Afhankelijke rechten: 3:7 / 14
D. ENIGE BIJZONDERE GOEDEREN / 15
20. Vruchten: 3:9 / 15
21. Registergoederen: 3:10 / 15
22. Algemeenheid van goederen / 16
22a. Goodwill / 16
E. OVERIGE BEGRIPSBEPALINGEN / 16
23. Goede trouw: 3:11 / 16
24. Te goeder trouw, niet te goeder trouw, te kwader trouw / 17
25. Redelijkheid en billijkheid: 3:12 / 17
26. Misbruik van bevoegdheid: 3:13 / 18
27. Strijd met regels van publiekrecht: 3:14 / 19
F. ELEKTRONISCH RECHTSVERKEER / 19
27a. Elektronisch vermogensrechtelijk rechtsverkeer / 19

Hoofdstuk 3 RECHTSHANDELINGEN / 21
28. Begrip rechtshandeling / 21
29. Begrip ‘partij bij de rechtshandeling’ / 21
30. Inhoud titel 3.2 / 21
31. Overeenkomstige toepassing buiten het vermogensrecht: 3:59 / 22
A. DE TOTSTANDKOMING VAN DE RECHTSHANDELING / 22
32. Totstandkoming gebaseerd op een dubbele grondslag / 22
33. Grondslag I (geopenbaarde wil): 3:33 / 23
34. Moment waarop de rechtshandeling tot stand komt: 3:37 / 23
35. Discrepantie tussen wil en verklaring / 24
36. Bewijs van discrepantie bij geestelijke stoornis: 3:34 / 24
37. Grondslag II (opgewekt vertrouwen): 3:35 / 25
38. Wijze van bescherming bij 3:35 / 25
38a. ‘Nadeel’ als gezichtspunt bij 3:35 / 26
39. Samenvatting totstandkoming van de rechtshandeling / 27
40. De rechtshandeling onder tijdsbepaling of voorwaarde: 3:38 / 27
B. GRONDEN VAN NIETIGHEID (VAN RECHTSWEGE) EN VERNIETIGBAARHEID / 28
41. Rubricering van de nietigheden / 28
42. Overzicht van de algemene gronden van nietigheid en vernietigbaarheid / 28
43. Handelings(on)bekwaamheid: 3:32 / 29
44. Reikwijdte van de handelingsonbekwaamheid / 30
45. Gevolgen van handelingsonbekwaamheid / 30
46. Handelingsonbevoegdheid: 3:43 / 30
47. Overtreding van een vormvoorschrift: 3:39 / 31
48. Strijd met wet, goede zeden of openbare orde: 3:40 / 31
49. Verrichten in strijd met de wet: 3:40 leden 2 en 3 / 32
50. Overige gevallen van strijd met een wettelijk voorschrift / 33
51. Inhoud of strekking in strijd met goede zeden en/of openbare orde: 3:40 lid 1 / 34
52. Begrip wilsgebrek / 35
53. Bedreiging (‘dwang’): 3:44 lid 2 / 35
54. Bedrog: 3:44 lid 3 / 36
55. Misbruik van omstandigheden: 3:44 lid 4 / 36
56. Bescherming van wederpartij of geadresseerde: 3:44 lid 5 / 36
57. Schadevergoeding / 37
58. Benadeling van schuldeisers: 3:45 e.v. / 37
58a. Faillissementspauliana / 38
C. GEVOLGEN VAN NIETIGHEID VAN RECHTSWEGE / 38
59. Gevolgen van nietigheid van rechtswege / 38
60. Partiële nietigheid: 3:41 / 38
61. Conversie (omzetting): 3:42 / 39
62. Bekrachtiging (convalescentie): 3:58 / 40
D. VERNIETIGING EN HAAR GEVOLGEN / 41
63. Wijzen van vernietiging: 3:49 e.v. / 41
63a. Beperking buitengerechtelijke weg bij registergoederen: 3:50 lid 2 / 42
64. Einde van de vernietigbaarheid / 42
65. Gevolgen van de vernietiging / 43
66. Rechter kan aan vernietiging haar werking
ontzeggen: 3:53 lid 2 / 43
67. Gevolgen van vernietiging met de Pauliana: 3:45 / 44
E. BESCHERMING VAN DERDEN / 44
68. Bescherming van derden: 3:36 / 44
69. Belangrijkste verschillen tussen 3:36 en 3:35 / 45
70. Toepassingsgebied van 3:36 / 46

Hoofdstuk 4 VERTEGENWOORDIGING / 47
A. VERTEGENWOORDIGING / 47
71. Begrip vertegenwoordiging / 47
72. Geen algemene wettelijke regeling / 47
73. Belangrijkste gevallen van directe vertegenwoordiging / 48
74. Middellijke vertegenwoordiging / 48
75. Bevoegdheid en verplichting / 48
B. VERTEGENWOORDIGING KRACHTENS VOLMACHT / 48
76. Begrip volmacht, volmachtverlening: 3:60 / 48
76a. Bode geen gevolmachtigde / 49
77. Uitoefening van de volmacht: 3:66 / 49
78. Volmacht en handelingsonbekwaamheid: 3:63 / 50
79. Einde van de volmacht: 3:72 / 51
C. HET ONTBREKEN VAN EEN TOEREIKENDE VOLMACHT / 51
80. Hoofdregel en uitzonderingen / 51
81. Bekrachtiging: 3:69 / 52
82. Verval van de bevoegdheid tot bekrachtiging / 53
83. Vertrouwen op volmachtverlening: 3:61 lid 2 / 53
84. Vertrouwen op voortbestaan volmacht: 3:76 / 54
84a. Gebondenheid van erfgenamen: 3:77 / 55
85. Aansprakelijkheid van de pseudo-gevolmachtigde: 3:70 / 55

Hoofdstuk 5 RECHTSVORDERINGEN / 57
86. Begrip rechtsvordering / 57
A. ALGEMENE BEPALINGEN / 57
87. Algemene bepalingen: 3:302–305 / 57
87a. Collectieve actie: 3:305a-e / 58
B. VORDERING TOT NAKOMING, REËLE EXECUTIE / 59
88. De vordering tot nakoming: 3:296 / 59
89. Reële executie / 60
90. Reële executie bij verplichtingen tot afgifte / 61
91. Reële executie bij verplichtingen tot een feitelijk doen of nalaten: 3:299 / 61
92. Reële executie bij verplichtingen tot het verrichten van een rechtshandeling: 3:300 / 61
93. Botsende rechten op levering: 3:298 / 62
94. Dwangsom en lijfsdwang / 63
C. VERJARING VAN RECHTSVORDERINGEN / 63
95. Extinctieve verjaring / 63
96. De verjaringstermijn: 3:306–315 / 64
96a. Vervolg; bijzonderheden schadevergoeding: 3:310 / 65
97. Stuiting en verlenging van de verjaring / 67
98. Vervaltermijnen / 67

Goederenrecht / 69

Hoofdstuk 6 INLEIDING GOEDERENRECHT / 71
99. Twee hoofdonderdelen / 71
A. VERKRIJGING EN VERLIES VAN GOEDEREN / 71
100. Wijzen waarop goederen kunnen worden verkregen: 3:80 / 71
101. Wettelijke regeling / 72
B. GOEDERENRECHTELIJKE VERHOUDINGEN / 73
102. Goederenrechtelijke verhoudingen / 73
103. Goederenrechtelijke rechten – persoonlijke rechten / 73
104. Kenmerken van goederenrechtelijke rechten / 74
105. Gesloten systeem van goederenrechtelijke rechten / 75
106. Vorderingsrechten met goederenrechtelijke karaktertrekken / 75
107. Plan van behandeling / 76

Algemene wijzen van verkrijging en verlies van goederen / 77

Hoofdstuk 7 OVERDRACHT VAN GOEDEREN / 79
108. Overdraagbaarheid: 3:83 / 79
A. VEREISTEN VOOR OVERDRACHT / 80
109. Vereisten voor overdracht: 3:84 / 80
110. Begrip titel / 80
111. Causaal stelsel bij overdracht / 81
112. Goederenrechtelijk effect (‘zakelijke werking’) / 81
113. Fiduciaire titel is geen geldige titel / 82
113a. Terughoudende toepassing fiduciaverbod / 83
114. Begrip beschikkingsbevoegdheid / 84
115. Begrip levering; twee componenten / 85
116. De leveringshandeling; overzicht / 85
116a. Bepaaldheid: 3:84 lid 2 / 86
116b. Uitleg in het goederenrecht / 86
B. LEVERING VAN ONROERENDE ZAKEN / 87
117. Vereisten: 3:89 / 87
118. De leveringsakte / 87
119. De inschrijving: 3:18–21 / 88
120. Negatief stelsel van openbaarheid / 89
121. Onbetrouwbaarheid van de registers; lijdelijkheid van de bewaarder / 89
122. Verzachting van het negatieve stelsel / 90
123. Verklaring van waardeloosheid; doorhaling / 90
124. Het kadaster / 90
C. LEVERING VAN ROERENDE ZAKEN / 91
125. Twee situaties / 91
126. Levering door bezitsverschaffing: 3:90 / 91
127. Relativering van de levering per constitutum possessorium / 92
D. LEVERING VAN VORDERINGSRECHTEN / 93
128. Onderverdeling van de vorderingsrechten / 93
129. Levering van vorderingsrechten op naam: 3:94 lid 1 / 93
129a. Vervolg; stille cessie: 3:94 lid 3 / 94
130. Levering van vorderingsrechten aan toonder of order: 3:93 en 3:94 / 95
E. LEVERING DOOR ENKELE AKTE / 95
131. De restbepaling van 3:95 / 95

Hoofdstuk 8 BIJZONDERE GEVALLEN VAN OVERDRACHT / 97
A. VOORWAARDELIJKE OVERDRACHT / 97
132. Begrip voorwaardelijke overdracht / 97
133. Opschortende en ontbindende voorwaarde / 97
134. Overdracht van roerende zaken onder opschortende voorwaarde: 3:91 / 98
135. Het eigendomsvoorbehoud: 3:92 / 98
135a. Verlengd eigendomsvoorbehoud / 99
136. Vervreemdingsbevoegdheidsclausules / 100
137. De overdracht onder tijdsbepaling: 3:85 / 100
B. OVERDRACHT VAN TOEKOMSTIGE GOEDEREN / 101
138. Begrip toekomstig goed / 101
139. De levering van toekomstige goederen: 3:97 / 101
140. Levering van toekomstige roerende zaken / 102
141. Levering van toekomstige vorderingen op naam / 102
142. De uiteindelijke overdracht / 103
143. Dubbele levering bij voorbaat: 3:97 lid 2 / 104
143a. Levering bij voorbaat en beslag / 104
144. Afgrenzing / 104
C. VERTEGENWOORDIGING BIJ OVERDRACHT / 105
145. Algemeen / 105
146. Vertegenwoordiging bij de levering van een goed / 105
147. Middellijke vertegenwoordiging van de verkrijger van een roerende zaak / 106
148. Middellijke vertegenwoordiging van de vervreemder van een roerende zaak / 107

Hoofdstuk 9 DERDENBESCHERMING BIJ VERKRIJGING VAN GOEDEREN / 108
149. Algemeen / 108
150. Derdenbescherming bij verkrijging van goederen; overzicht / 108
A. BESCHERMING TEGEN BESCHIKKINGSONBEVOEGDHEID / 108
151. Vereisten voor bescherming krachtens 3:86 / 108
152. Gevolgen van een geslaagd beroep op 3:86 / 109
152a. De uitzonderingsregel van lid 3 (diefstal) / 109
153. Latere verkrijgers en 3:86 / 110
154. Beperkte rechten en 3:86 / 110
155. Beperking van het beroep op goede-trouw-bescherming: 3:87 / 111
155a. Uitzonderingen voor cultuurgoederen: 3:86a-86b c.a. / 111
156. Vereisten voor bescherming krachtens 3:88 / 112
157. Gevolgen van een geslaagd beroep op 3:88 / 112
158. Bijzonderheden 3:88 / 113
158a. Latere verkrijgers en 3:88 / 113
158b. Beperkte rechten en 3:88 / 114
B. BESCHERMING TEGEN ONVOLLEDIGHEID EN ONJUISTHEID VAN DE IN DE OPENBARE REGISTERS GEPUBLICEERDE GEGEVENS / 114
159. In de openbare registers inschrijfbare feiten: 3:17 / 114
160. Bescherming tegen onvolledigheid: 3:24 / 115
161. Bescherming tegen onjuistheid: 3:25 en 3:26 / 116
162. Bescherming na rechtsuitwijzing: 3:27 / 116
163. Goede trouw en openbare registers / 117
C. BESCHERMING KRACHTENS HET ALGEMENE ARTIKEL 3:36 / 117
163a. Bescherming krachtens 3:36 / 117
163b. Eigen werkingsterrein 3:36 bij verkrijging van goederen / 118

Hoofdstuk 10 VERKRIJGING EN VERLIES DOOR VERJARING / 119
164. Algemeen, vereisten: 3:99 / 119
165. Voortzetting van verjaring bij bezitsopvolging: 3:102 / 119
166. Verband met extinctieve verjaring: 3:104 en 3:105 / 120
167. Tenietgaan van beperkte rechten door verjaring: 3:106 / 120

Goederenrechtelijke verhoudingen / 121

Hoofdstuk 11 BEZIT EN HOUDERSCHAP / 123
168. Inhoud titel 3.5 / 123
A. ALGEMEEN / 123
169. Rechthebbende – bezitter – houder / 123
170. Bezit en houderschap: 3:107 en 3:108 / 123
171. Bezit te goeder trouw: 3:118 / 124
172. Wettelijke vermoedens: 3:109 en 3:119 / 125
B. BEZITSVERKRIJGING EN BEZITSVERLIES / 125
173. Bezitsverkrijging: 3:112–116 / 125
174. Bezitsoverdracht bij zaken: 3:115 / 126
175. Bezitsverschaffing door de houder van een zaak / 127
176. Bezitsverkrijging voor een ander: 3:110 / 128
177. Interversie van houderschap: 3:111 / 128
178. Bezitsverlies: 3:117 / 128
C. RECHTSGEVOLGEN VAN BEZIT (EN HOUDERSCHAP) / 129
179. Rechtsgevolgen van bezit / 129
180. Vergoeding van kosten en schade: 3:120 en 3:121 / 129
181. Vergoeding van kosten en schade; bijzonderheden / 130
182. De houder en vruchten, kosten en schade: 3:124 / 130
183. Bezitsacties: 3:125 / 131

Hoofdstuk 12 BEWIND / 132
184. Afkoppeling titel 3.6 / 132
185-195. Vervallen / 132

Hoofdstuk 13 GEMEENSCHAP / 133
196. Begrip gemeenschap: 3:166 / 133
197. Soorten gemeenschap / 134
A. BEVOEGDHEDEN VAN DE DEELGENOTEN / 135
198. Genot, gebruik en beheer van gemeenschapsgoederen: 3:168–172 / 135
199. De beschikkingsbevoegdheid / 136
200. Verhaal op gemeenschapsgoederen / 136
B. VERDELING VAN DE GEMEENSCHAP / 138
201. Begrip verdeling: 3:182 / 138
201a. Wie kan verdeling vorderen? / 138
202. Vorm van de verdeling: 3:183 / 139
202a. Wijze van verdeling: 3:185 / 139
203. Nietige en vernietigbare verdelingen: afdeling 3.7.3 / 139
204. Werking van de verdeling: 3:186 / 140
205. Invloed van de verdeling op beperkte rechten op aandelen: 3:177 / 141

Hoofdstuk 14 EIGENDOM / 142
206. Algemeen / 142
A. OMVANG VAN DE EIGENDOM / 142
207. Omschrijving van het eigendomsrecht: 5:1 lid 1 / 142
208. Voorwerp van eigendom / 143
209. Eigendom van de grond: 5:20 / 143
210. Horizontale natrekking / 144
211. Bevoegdheden van de eigenaar / 144
212. Rechtsvorderingen van de eigenaar / 144
B. BEPERKINGEN VAN DE EIGENAARSBEVOEGDHEDEN / 145
213. Algemeen / 145
214. Beperking door wettelijke voorschriften / 146
215. Beperking door regels van ongeschreven privaatrecht / 147
216. Hinder: 5:37 / 147
217. Misbruik van eigenaarsbevoegdheden: 3:13 / 148
218. Onderscheid tussen hinder en misbruik van eigenaarsbevoegdheden / 149
C. VERKRIJGING EN VERLIES VAN EIGENDOM / 149
219. Wijzen van eigendomsverkrijging / 149
220. Toe-eigening (occupatie): 5:4 / 150
221. Vinderschap: 5:5–12 / 150
222. Verplichtingen van de vinder / 150
223. Eigendomsverkrijging door de vinder / 151
224. Schatvinding: 5:13 / 151
225. Gevolgen van het bijeenraken van zaken / 152
226. Natrekking: 5:3, 5:14 lid 1, 5:20 / 153
227. Samensmelting, zaaksvorming: 5:14 lid 2, 5:16 / 153
228. Oneigenlijke vermenging / 154
229. Vruchttrekking: 5:17 / 155
230. Verlies van eigendom / 155
D. MANDELIGHEID / 155
231. Begrip mandeligheid / 155
232. Ontstaan van mandeligheid: 5:60–62 / 156
E. SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN / 156
232a. Appartementsrechten: titel 5.9 / 156

Hoofdstuk 15 BEPERKTE RECHTEN (ALGEMEEN) / 158
233. Algemeen / 158
A. ONTSTAAN, OVERDRACHT EN TENIETGAAN VAN BEPERKTE RECHTEN / 158
234. Ontstaan van beperkte rechten / 158
235. Overdracht van beperkte rechten: 3:98 / 159
236. Tenietgaan van beperkte rechten: 3:81 / 160
B. BEPERKTE RECHTEN EN DERDENBESCHERMING / 161
237. Drie gevallen / 161
238. Conflict volledig recht – beperkt recht / 161
239. Conflict beperkt recht – volledig recht / 162
240. Conflict beperkt recht – beperkt recht / 162

Hoofdstuk 16 (BEPERKTE) GEBRUIKSRECHTEN / 164
241. Begrip erfdienstbaarheid: 5:70 / 164
242. Inhoud van de last / 164
243. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van de erfdienstbaarheid / 165
B. ERFPACHT / 165
244. Begrip erfpacht: 5:85 / 165
245. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van het erfpachtsrecht / 166
C. OPSTAL / 166
246. Begrip opstalrecht: 5:101 / 166
247. Eigendom van de opstallen / 167
248. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van het recht van opstal / 167
249. Vervallen / 167
D. VRUCHTGEBRUIK / 167
250. Begrip vruchtgebruik: 3:201 / 167
251. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van het vruchtgebruik / 168
252. Belangrijkste bevoegdheden van de vruchtgebruiker / 168
253. Verplichtingen van de vruchtgebruiker / 169
254. Recht van gebruik, recht van bewoning: 3:226 / 170

Hoofdstuk 17 (BEPERKTE) ZEKERHEIDSRECHTEN EN VERHAAL / 171
255. Inhoud titels 3.9 en 3.10 / 171
A. PAND EN HYPOTHEEK; ALGEMENE BEPALINGEN / 171
256. Kenmerken pand en hypotheek / 171
257. Substitutie (‘zaaksvervanging’): 3:229 / 172
B. PANDRECHT / 173
258. Terminologie / 173
259. Algemene vestigingsvereisten / 173
260. Vestigingshandeling bij pand op roerende zaken: 3:236 en 3:237 / 173
261. Vestigingshandeling bij pand op vorderingen op naam: 3:236 en 3:239 / 174
262. Vestigingshandeling bij pand op andersoortige goederen / 175
263. Pandrecht op toekomstige goederen / 176
263a. Vervolg; ‘bulkverpanding’ van (toekomstige) vorderingen op naam / 176
263b. Rangorde van pandrechten / 177
264. Pand en derdenbescherming / 178
265. Bescherming vuistpand: 3:238 / 178
266. Bescherming openbaar pand: 3:88 jo. 3:239 lid 4 / 179
267. Bevoegdheden van de pandhouder / 179
268. Vorm van verhaal / 180
269. Omvang van de executiebevoegdheid / 181
270. Verdeling van de opbrengst / 182
271. Verplichtingen van de pandhouder / 182
272. Wijzen van tenietgaan / 183
C. RECHT VAN HYPOTHEEK / 183
273. Terminologie / 183
274. Vestigingsvereisten: 3:260 / 183
275. Inhoud van de hypotheekakte / 184
276. Huurbeding: 3:264 / 185
276a. Inroeping van het huurbeding / 185
277. Rangorde van hypotheken / 186
278. Bevoegdheden van de hypotheekhouder / 186
279. Vorm van verhaal / 186
280. Omvang van de executiebevoegdheid / 187
281. Verdeling van de opbrengst / 188
282. Zuivering: 3:273 / 188
283. Wijzen van tenietgaan / 189
D. VERHAALSRECHT OP GOEDEREN / 189
284. Algemeen / 189
285. Executie en parate executie / 189
286. Omvang van de executiebevoegdheid / 190
287. Executie door een beslaglegger; afwikkeling / 190
288. De tot de opbrengst gerechtigde personen / 191
289. Rangorde bij verdeling van de opbrengst / 191
290. Voorrechten (privileges): afdelingen 3.10.2 en 3.10.3 / 192
291. Voorrechten – beperkte zekerheidsrechten / 193
292. Faillissement / 193
293. Rechtsgevolgen van het faillissement / 194
293a. Surseance van betaling; schuldsanering natuurlijke personen / 194
E. RETENTIERECHT / 195
294. Begrip retentierecht: 3:290 / 195
295. Inroeping van het retentierecht: 3:291 / 195
296. Voorrang bij verhaal: 3:292 / 196
297. Einde van het retentierecht / 197

Verbintenissenrecht / 199

Hoofdstuk 18 INLEIDING VERBINTENISSENRECHT / 201
298. Inhoud Boek 6 / 201
299. Begrip verbintenis / 202
300. Redelijkheid en billijkheid: 6:2 / 203
301. Rechtsverwerking / 204

De verbintenis in het algemeen / 207

Hoofdstuk 19 ENIGE BIJZONDERE VERBINTENISSEN / 209
A. NATUURLIJKE VERBINTENIS / 209
302. Begrip natuurlijke verbintenis: 6:3 / 209
303. Rechtsgevolgen natuurlijke verbintenis: 6:4 / 210
304. Omzetting natuurlijke verbintenis: 6:5 / 210
B. VOORWAARDELIJKE VERBINTENIS / 211
305. Begrip voorwaardelijke verbintenis: 6:21 / 211
306. Rechtsgevolgen opschortende voorwaarde / 211
307. Rechtsgevolgen ontbindende voorwaarde / 212
C. PLURALITEIT / 213
308. Begrip pluraliteit / 213
309. Pluraliteit van schuldenaren: 6:6 / 213
310. Rechtsgevolgen pluraliteit van schuldenaren / 213
311. Pluraliteit van schuldeisers: 6:15 / 214
312. Rechtsgevolgen pluraliteit van schuldeisers / 215
313. Pluraliteit van prestaties / 215
314. Alternatieve verbintenis: afdeling 6.1.4 / 216

Hoofdstuk 20 ONTSTAAN, OVERGANG EN TENIETGAAN VAN VERBINTENISSEN / 217
A. HET ONTSTAAN VAN VERBINTENISSEN / 217
315. Het ontstaan van verbintenissen: 6:1 / 217
B. OVERGANG VAN VORDERINGEN EN SCHULDEN / 218
316. Algemeen / 218
317. Gevolgen van de overgang van een vordering: afdeling 6.2.1 / 218
318. Verweermiddelenregel: 6:145 e.v. / 219
C. BIJZONDERE WIJZEN VAN OVERGANG VAN VORDERINGEN EN SCHULDEN / 219
319. Subrogatie: afdeling 6.2.2 / 219
320. Gevolgen van subrogatie / 220
321. Schuldoverneming: 6:155–158 / 221
322. Gevolgen van schuldoverneming / 221
323. Contractsoverneming: 6:159 / 221
324. Gevolgen van contractsoverneming / 222
D. TENIETGAAN VAN VERBINTENISSEN / 222
325. Algemeen / 222
326. Verrekening (compensatie): afdeling 6.1.12 / 222
327. Vereisten voor verrekeningsbevoegdheid: 6:127 / 223
328. Uitzonderingen / 223
329. Afstand van een vorderingsrecht: 6:160 / 224
330. Vermenging van vordering en schuld: 6:161 / 224

Hoofdstuk 21 RECHTEN VAN DE SCHULDEISER / 225
331. Rechten van de schuldeiser / 225
332. Overzicht rechten schuldeiser / 225
333. Rechtsverlies: 6:88–90 / 227
333a. Klachtplicht: 6:89 (en 7:23) / 227

Hoofdstuk 22 NAKOMING VAN VERBINTENISSEN / 230
334. Begrip nakoming / 230
A. BETROKKEN PERSONEN / 230
335. Standaardsituatie en uitzonderingen / 230
336. Door wie kan bevrijdend worden betaald? / 230
337. Aan wie kan bevrijdend worden betaald? / 231
338. Bescherming krachtens 6:34 / 232
339. Betaling door een derde aan een derde: 6:35 / 233
B. DE VERBINTENIS TOT AFLEVERING VAN ZAKEN / 233
340. De verbintenis tot aflevering van zaken / 233
C. DE VERBINTENIS TOT BETALING VAN EEN GELDSOM / 234
341. Karakter verbintenis tot betaling van een geldsom / 234
342. Nominaliteitsbeginsel, gangbaar geld: 6:111–112 / 234
343. Bevoegdheid tot girale betaling: 6:114 / 234
344. De plaats van betaling: 6:115–118 / 235
344a. Buitenlands geld: 6:121–126 / 235
D. OVERIGE NAKOMINGSBEPALINGEN / 236
345. Het tijdstip van nakoming: 6:38–40 / 236
346. Verdere inhoud van afdeling 6.1.6 / 236

Hoofdstuk 23 OPSCHORTING VAN DE NAKOMING / 238
347. Begrip opschortingsrecht / 238
348. Wettelijke regeling van de opschortingsrechten / 238
349. Vereisten voor opschortingsbevoegdheid: 6:52 / 239
350. Uitzonderingen: 6:54 / 240
351. Gevolgen van bevoegde opschorting / 240
352. Einde van het opschortingsrecht / 241

Hoofdstuk 24 SCHULDEISERSVERZUIM / 242
353. Inhoud afdeling 6.1.8 / 242
354. Ontstaan van schuldeisersverzuim: 6:58 en 59 / 242
355. Gevolgen: rechtsverlies bij crediteur / 243
356. Bevrijding van de verbintenis: 6:60 / 244
357. Overige bevoegdheden van de debiteur / 244
358. Einde van het schuldeisersverzuim / 245
359. Tijdens schuldeisersverzuim intredende onmogelijkheid / 245
360. Toerekenbaarheid van de onmogelijkheid: 6:64 / 246
361. Schuldeisersverzuim bij aanbod door een derde: 6:73 / 246
362. Crediteursovermacht / 247

Hoofdstuk 25 RECHT OP SCHADEVERGOEDING WEGENS TEKORTKOMING IN DE NAKOMING / 248
363. Algemeen / 248
364. Soorten schadevergoeding / 248
365. Vereisten voor schadevergoeding: 6:74 / 249
365a. Positief belang / 249
A. TEKORTKOMING IN DE NAKOMING / 249
366. Begrip tekortkoming / 249
367. Uitzonderingen op het opeisbaarheidsvereiste: 6:80 / 251
B. TOEREKENBAARHEID VAN DE TEKORTKOMING / 251
368. Toerekenbaarheid; niet-toerekenbaarheid / 251
369. Schuld van de debiteur / 252
370. Risico van de debiteur / 252
371. Aansprakelijkheid voor hulppersonen: 6:76 / 253
372. Aansprakelijkheid voor gebruikte zaken: 6:77 / 254
373. Gevolgen van overmacht / 255
374. ‘Risico ter zake van de prestatie’ / 256
C. BLIJVENDE ONMOGELIJKHEID VAN NAKOMING / 256
375. Inleiding / 256
376. Begrip blijvende onmogelijkheid / 257
377. Gevallen van blijvende onmogelijkheid / 257
D. VERZUIM / 258
378. Het begrip verzuim: 6:81 / 258
379. Ingebrekestelling: 6:82 / 259
380. Verzuim zonder ingebrekestelling: 6:83 / 260
381. Gevolgen van verzuim / 261
382. Risico-omslag bij verzuim: 6:84 / 261
383. Vergoeding van vertragingsschade: 6:85 / 262
384. Omzetting in vervangende schadevergoeding: 6:87 / 263
385. Einde van het verzuim / 264
E. BOETEBEDING / 264
386. Boetebeding: 6:91–94 / 264
387. Inroeping van het boetebeding: 6:92 en 6:93 / 265
388. Matiging en aanvulling van de bedongen boete: 6:94 / 265

Hoofdstuk 26 SCHADEVERGOEDING / 266
389. Algemeen / 266
390. Inhoud afdeling 6.1.10 / 266
A. SCHADE EN WIJZE VAN VERGOEDING / 267
391. Het begrip schade; vermogensschade / 267
391a. Immateriële schade; smartengeld / 267
392. De begroting van de schade: 6:97, 6:104 en 6:105 / 268
392a. Abstracte schadeberekening / 270
393. Letselschade: 6:107 / 271
393a. Vervolg; loondoorbetaling: 6:107a / 272
394. Overlijdensschade: 6:108 / 273
395. De vorm van de schadevergoeding: 6:103 / 274
B. CAUSAAL VERBAND / 274
396. Twee stadia / 274
396a. Bewijslast condicio sine qua non / 275
396b. Meerdere oorzaken / 275
396c. Alternatieve causaliteit: 6:99 / 276
396d. Alternatieve causaliteit dader/slachtoffer; proportionele
aansprakelijkheid / 277
396e. Proportionele aansprakelijkheid tegenover kansschade / 277
396f. ‘Tweede’ (hypothetische) causaliteit / 278
397. Causale toerekening; relevante factoren: 6:98 / 278
C. VOORDEELSTOEREKENING / 280
398. Voordeelstoerekening: 6:100 / 280
D. EIGEN SCHULD EN MEDESCHULD / 281
399. ‘Eigen schuld’: 6:101 / 281
400. Verminderingsmaatstaf bij eigen schuld / 282
400a. Eigen schuld in het verkeer / 283
401. ‘Medeschuld’: 6:102 lid 1 / 284
402. Medeschuld plus eigen schuld: 6:102 lid 2 / 285
E. RECHTERLIJKE MATIGING / 286
403. Rechterlijke matiging: 6:109 / 286
404. Voor matiging relevante omstandigheden / 286
F. LIMITERING BIJ A.M.V.B. / 287
405. Limitering bij a.m.v.b.: 6:110 / 287

Belangrijke bronnen van verbintenissen / 289

Hoofdstuk 27 ONRECHTMATIGE DAAD / 291
406. Inhoud titel 6.3 / 291
A. AANSPRAKELIJKHEID VOOR EIGEN GEDRAGINGEN / 291
407. Vereisten voor aansprakelijkheid: 6:162 en 6:163 / 291
408. Onrechtmatige daad: 6:162 lid 2 / 291
408a. Vervolg; gevaarzetting / 293
409. Relatie met wanprestatie / 293
410. Rechtvaardigingsgronden / 294
411. Toerekenbaarheid aan de dader: 6:162 lid 3 / 294
412. Aansprakelijkheid van kinderen: 6:164 / 295
413. Aansprakelijkheid van personen met een gebrek: 6:165 / 295
414. Schulduitsluitingsgronden / 296
415. Schade en causaal verband / 296
416. Het relativiteitsbeginsel: 6:163 / 297
417. Wat kan de benadeelde vorderen? / 297
418. Afwijzing verbodsactie op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen: 6:168 / 298
B. BIJZONDERE GEVALLEN / 298
419. Gedragingen in groepsverband: 6:166 / 298
420–421. Vervallen / 299
422. Aansprakelijkheid van rechtspersonen voor eigen gedragingen / 299
422a. Onrechtmatige overheidsdaad / 300
422b. Aansprakelijkheid werkgever jegens werknemer: 7:658 / 301
C. KWALITATIEVE AANSPRAKELIJKHEID (ALGEMEEN) / 303
423. Inhoud afdeling 6.3.2 / 303
424. Risicoaansprakelijkheid / 303
424a. Relatie met afdeling 6.3.1 / 304
D. AANSPRAKELIJKHEID VOOR PERSONEN / 304
425. Aansprakelijkheid voor kinderen: 6:169 / 304
426. Ondergeschikten, niet-ondergeschikten, vertegenwoordigers / 305
427. Aansprakelijkheid voor ondergeschikten: 6:170 / 305
428. Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten: 6:171 / 306
429. Aansprakelijkheid voor vertegenwoordigers: 6:172 / 307
E. AANSPRAKELIJKHEID VOOR ZAKEN / 307
430. De aansprakelijke persoon / 307
431. De schadesoort / 308
432. Risicoaansprakelijkheid met tenzij-formule / 309
433. Aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken: 6:173 / 310
433a. 6:173 en productenaansprakelijkheid; kanalisatie / 310
433b. Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen / 311
434. Vervallen / 312
435. Aansprakelijkheid voor opstallen: 6:174 / 312
435a. Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen: 6:175–178 / 313
435b. Vervolg; vereisten en uitzonderingen / 314
435c. Aansprakelijkheid voor stortplaats of mijnbouwwerk: 6:176–178 / 315
436. Aansprakelijkheid voor dieren: 6:179 / 315
F. PRODUCTENAANSPRAKELIJKHEID / 316
436a. Productenaansprakelijkheid: afdeling 6.3.3 / 316
436b. Risicoaansprakelijkheid; grenzen / 317
436c. Schade aan personen of zaken / 317
436d. Samenloop / 318
G. ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN; SCHENDING MEDEDINGINGSRECHT; MISLEIDENDE EN VERGELIJKENDE RECLAME / 318
436e. Oneerlijke handelspraktijken: afdeling 6.3.3A / 318
436f. Schending mededingingsrecht: afdeling 6.3.3B / 319
436g. Misleidende en vergelijkende reclame: afdeling 6.3.4 / 320
H. ELEKTRONISCH RECHTSVERKEER / 320
436h. Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer: afdeling 6.3.4A / 320
I. TIJDELIJKE REGELING VERHAALSRECHTEN / 321
436i. Tijdelijke regeling verhaalsrechten: afdeling 6.3.5 / 321

Hoofdstuk 28 ZAAKWAARNEMING, ONVERSCHULDIGDE BETALING, ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING / 323
A. ZAAKWAARNEMING / 323
437. Vereisten: 6:198 / 323
438. Rechtsgevolgen van zaakwaarneming: 6:199–202 / 324
439. Vertegenwoordigingsbevoegdheid: 6:201 / 324
B. ONVERSCHULDIGDE BETALING / 325
440. Begrip onverschuldigde betaling / 325
441. Gevallen van onverschuldigde betaling / 325
442. De vordering uit onverschuldigde betaling / 326
443. Ongedaanmaking en waardevergoeding: 6:203 en 6:210 / 326
444. Ongedaanmaking (in eigenlijke zin) / 327
445. Niet-nakoming van de ongedaanmakingsverbintenis: 6:204 en 6:205 / 328
446. Waardevergoeding: 6:210 lid 2 / 329
447. Vruchten, kosten en schade: 6:206–208 / 329
448. Ontvanger handelingsonbekwaam: 6:209 / 329
449. De ‘pot-ketel-bepaling’ van 6:211 / 329
C. ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING / 330
450. Algemeen, vereisten: 6:212 / 330
451. Omvang van de schadevergoedingsverbintenis / 331
451a. Toepassingsmogelijkheden / 331

Hoofdstuk 29 DE OBLIGATOIRE OVEREENKOMST / 333
452. Inhoud titel 6.5 / 333
453. Begrip overeenkomst / 333
454. Overeenkomstige toepassing: 6:216 / 333
455. De meerpartijenovereenkomst: 6:213 lid 2 / 334
456. Beginselen van contractenrecht / 334
456a. De hoedanigheden van partijen / 335
456b. De consument als contractspartij / 336
456c. De overheid als contractspartij / 337
457. Groeperingen van overeenkomsten / 338
458. Bijzondere overeenkomsten; overzicht / 338
459. Gefaseerde invoering Boek 7 / 340
460. Regelend en dwingend recht in Boek 7 / 340
461. Toepasselijkheid Boeken 3 en 6 / 341
462. Gemengde overeenkomst: 6:215 / 341
463. Standaardregelingen: 6:214 / 341

Hoofdstuk 30 HET TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMSTEN / 343
464. Inhoud afdeling 6.5.2 e.v. / 343
A. AANBOD EN AANVAARDING / 343
465. Aanbod en aanvaarding: 6:217 lid 1 / 343
466. Rechtskarakter van het aanbod / 344
467. Verval van het aanbod / 345
468. Het onherroepelijke aanbod: 6:219 / 345
469. Vrijblijvend aanbod en uitloving: 6:219 lid 2, 6:220 / 346
470. De aanvaarding / 346
471. De van het aanbod afwijkende aanvaarding: 6:225 / 347
B. DE PRECONTRACTUELE FASE / 347
471a. De precontractuele fase / 347
C. GELDIGHEID, NIETIGHEID EN VERNIETIGBAARHEID VAN
OVEREENKOMSTEN / 349
472. Algemeen / 349
473. Vorm van een voorovereenkomst: 6:226 / 349
474. Bepaalbaarheid van de verbintenissen: 6:227 / 349
474a. Elektronisch contracteren: 6:227a-c / 350
475. Dwaling: 6:228 / 350
476. Geval a: wederpartij gaf inlichting / 351
477. Geval b: wederpartij schond mededelingsplicht / 351
478. Geval c: wederzijdse dwaling / 352
479. Dwaling ten aanzien van toekomstige omstandigheden / 352
480. Dwaling voor rekening van de dwalende: 6:228 lid 2 / 353
481. Rechtsgevolgen van dwaling / 354
482. De voortbouwende overeenkomst: 6:229 / 354
D. INFORMATIE OVER DIENSTVERRICHTERS EN HUN DIENSTEN / 355
482a. Informatie over dienstverrichters en hun diensten: 6:230a-f / 355
E. OVEREENKOMSTEN TUSSEN HANDELAREN EN CONSUMENTEN / 355
482b. Overeenkomsten tussen handelaren en consumenten: 6:230g-z / 355
F. ALGEMENE VOORWAARDEN / 357
483. Begripsbepalingen: 6:231 / 357
483a. Algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten / 358
484. Gebondenheid aan algemene voorwaarden: 6:232 / 358
485. Twee vernietigingsgronden: 6:233 / 359
485a. Vervolg; de informatieplicht: 6:234 / 360
485b. Vernietigbaarheid; bijzonderheden / 361
485c. Vernietigbaarheid; consumentenbescherming / 362
486. Onredelijk bezwarend: concrete en abstracte toetsing / 362
487. De zwarte en de grijze lijst: 6:236 en 6:237 / 363
487a. Onheldere bedingen / 364
488. Bestrijding van onredelijk bezwarende bedingen / 364
489. Rechtszekerheid / 365

Hoofdstuk 31 RECHTSGEVOLGEN VAN OVEREENKOMSTEN / 366
490. Inhoud afdeling 6.5.4 / 366
A. RECHTSGEVOLGEN TUSSEN PARTIJEN / 366
491. Rechtsgevolgen van de overeenkomst tussen partijen: 6:248 lid 1 / 366
492. Uitleg van de overeenkomst / 367
492a. Uitleg contra proferentem / 368
492b. Rangorde van de bronnen / 368
493. Redelijkheid en billijkheid: 6:248 / 369
493a. Opzegging (duur)overeenkomst / 369
B. RECHTSGEVOLGEN TEN OPZICHTE VAN DERDEN / 370
494. De overeenkomst en derden / 370
495. Overgang van kwalitatieve rechten: 6:251 / 371
496. Blokkering van de overgang van een kwalitatief recht / 372
497. Overgang van kwalitatieve verplichtingen: 6:252 / 372
498. Relatie met erfdienstbaarheden / 373
499. Kettingbeding / 374
500. Derdenbeding: 6:253–256 / 375
501. Voorbeelden van derdenbedingen / 375
502. Aanvaarding van het derdenbeding: 6:253 / 375
503. Rechtsgevolgen van de aanvaarding / 376
504. Herroeping van het derdenbeding; vervanging van de derde / 376
505. Blokkering van de ‘paardensprong’: 6:257 / 376
506. Derdenwerking van aansprakelijkheidsbedingen / 377
506a. Samenhangende overeenkomsten / 378
C. WIJZIGING EN ONTBINDING DOOR DE RECHTER / 379
507. Onvoorziene omstandigheden (‘imprévision’): 6:258 / 379
508. Dwingend recht / 379
509. Relatie met andere leerstukken / 380
510. Voortdurende verplichtingen: 6:259 / 381
511. De rechterlijke uitspraak / 381

Hoofdstuk 32 WEDERKERIGE OVEREENKOMSTEN / 383
512. Begrip wederkerige overeenkomst; inhoud afdeling 6.5.5 / 383
513. Toepasselijkheid afdeling 6.5.5 / 383
A. DE EXCEPTIONES / 384
514. Algemeen / 384
515. De exceptio non adimpleti contractus: 6:262 / 385
516. De onzekerheidsexceptie: 6:263 / 385
516a. Tekortkoming moet opschorting rechtvaardigen / 386
517. Tegenover elkaar staande verbintenissen / 386
518. De exceptiones en de algemene opschortingsbevoegdheid / 387
B. VEREISTEN VOOR ONTBINDING / 387
519. Vereisten voor ontbinding: 6:265 / 387
520. Schuldeisersverzuim sluit ontbinding uit: 6:266 / 389
521. ‘Risico ter zake van de tegenprestatie’ / 389
522. Wijzen van ontbinding: 6:267 / 390
523. Gehele en gedeeltelijke ontbinding: 6:265 en 270 / 390
C. GEVOLGEN VAN DE ONTBINDING / 391
524. Gevolgen van (gehele) ontbinding: 6:269 en 6:271 / 391
525. Gevolgen van gedeeltelijke ontbinding / 392
526. Ongedaanmaking en waardevergoeding: 6:271 en 6:272 / 393
527. Ongedaanmakingsverbintenissen: 6:271, 6:273 en 6:274 / 393
528. Waardevergoedingsverbintenissen: 6:272 / 394
529. Vruchten, kosten en schade: 6:275 / 394
530. Ontvanger handelingsonbekwaam: 6:276 / 394
531. Ontbinding en schadevergoeding: 6:277 / 394
532. Bijbetaling bij wijziging in waardeverhouding: 6:278 / 395
533. Andersoortige stoten tot ongedaanmaking: 6:278 lid 2 / 396
D. DE MEERPARTIJENOVEREENKOMST / 396
534. De meerpartijenovereenkomst: 6:279 / 396

Hoofdstuk 33 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (I); KOOP EN RUIL / 398
535. Algemeen / 398
536. Inhoud titel 7.1 / 398
537. Begripsomschrijvingen: 7:1 en 7:49 / 398
538. Consumentenkoop: 7:5 / 399
539. Gevolgen van het zijn van consumentenkoop: 7:6 / 400
539a. Commerciële garanties bij consumentenkoop: 7:6a / 400
540. Toegezonden zaken: 7:7 / 400
A. RECHTEN VAN DE KOPER / 401
541. Verplichtingen van de verkoper / 401
541a. Vervolg; (non)conformiteit / 402
541b. Vervolg; bijzonderheden bij consumentenkoop / 402
542. Rechten van de koper / 403
543. Recht van de koper op nakoming / 403
544. Risico-overgang bij koop: 7:10 / 405
545. Recht van de koper op ontbinding / 405
545a. Vervolg; bijzonderheden bij consumentenkoop / 406
546. Schadevergoeding bij ontbinding: 7:36–38 / 406
547. Rechtsverlies bij de koper: 7:23 / 407
548. Speciale schadevergoedingsregeling bij consumentenkoop: 7:24 / 407
548a. Vervolg; verhaal op voorschakel: 7:25 / 408
B. RECHTEN VAN DE VERKOPER / 409
549. Verplichtingen van de koper / 409
550. Rechten van de verkoper / 409
551. Recht van reclame: afdeling 7.1.8 / 410
552. Gevolgen van de inroeping van het reclamerecht: 7:39 / 411
553. Reclamerecht en derden: 7:42 / 411
C. BIJZONDERE KOOPTYPEN / 412
553a. Bijzondere kooptypen / 412
553b. Koop van onroerende zaken: 7:2 en 7:3 / 412
554. Internationale handelskoop; Weens Koopverdrag (CISG) / 413
D. DIGITALE INHOUD EN DIGITALE DIENSTEN / 413
554a. Consumentenovereenkomst voor levering van digitale inhoud of digitale dienst / 413
554b. Vervolg; verhouding tot consumentenkoop / 414
554c. Vervolg; wederzijdse verplichtingen / 414

Hoofdstuk 34 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (II); GOEDEREN (VERVOLG) / 415
555. Overzicht / 415
A. FINANCIËLEZEKERHEIDSOVEREENKOMSTEN / 415
555a. Financiëlezekerheidsovereenkomsten / 415
B. KREDIETOVEREENKOMSTEN / 416
556. Kredietovereenkomsten; overzicht / 416
556a. Consumentenkredietovereenkomsten / 417
557. Goederenkrediet; roerende zaken / 418
557a. Goederenkrediet; huurkoop onroerende zaken / 419
557b. Goederenkrediet; woningkredietovereenkomsten / 419
558. Geldkrediet: geldlening / 420
C. OVEREENKOMST VAN PANDBELENING / 420
559. Overeenkomst van pandbelening / 420
D. SCHENKING / 421
560. Algemeen / 421
561. Begripsomschrijving / 422
562. Bijzonderheden totstandkoming / 422
563. Misbruik van omstandigheden / 422
564. Bijzondere vernietigingsgronden / 423
565. Enkele schenkingsbedingen / 423
566. Aansprakelijkheid schenker / 424
567. Begrip gift; overeenkomstige toepassing / 424
E. TIMESHARING C.A. / 425
567a. Timesharing c.a. / 425
F. HUUR / 425
568. Algemeen / 425
569. Begripsomschrijving / 426
569a. Duurovereenkomst / 426
570. Totstandkoming / 426
571. Verbintenissen verhuurder: 7:203–211 / 427
571a. Begrip gebrek / 427
572. Verhelpen van gebreken / 427
572a. Verdere rechten huurder / 428
573. Verbintenissen huurder: 7:212–225 / 428
574. Gebruiken als goed huurder / 428
575. Teruggave bij einde huur / 429
576. Aansprakelijkheid huurder / 430
577. ‘Koop breekt geen huur’: 7:226–227 / 430
578. Einde van de huur / 431
579. Woonruimte: 7:232–282 / 431
580. Woonruimte; huurprijzen c.a. / 432
581. Woonruimte; medehuur en huurvoortzetting / 432
582. Woonruimte; opzegging / 433
583. Bedrijfsruimte: 7:290–310 / 433
584. Bedrijfsruimte; bijzonderheden / 434
585. Noch woonruimte noch bedrijfsruimte: 7:230a / 434
G. PACHT / 435
586. Algemeen; begripsomschrijving / 435
587. Totstandkoming en duur; pachtoverneming / 435
588. Verbintenissen verpachter / 435
589. Verbintenissen pachter / 436
590. Geliberaliseerde pacht / 436
H. BRUIKLEEN / 437
591. Algemeen; begripsomschrijving / 437
592. Verbintenissen bruiklener / 437
593. Verbintenissen uitlener / 438

Hoofdstuk 35 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (III);
WERKZAAMHEDEN / 439
594. Overzicht / 439
A. OPDRACHT / 439
595. Algemeen; begripsomschrijving / 439
596. Verbintenissen opdrachtnemer / 440
597. Verbintenissen opdrachtgever / 440
598. Opzegging / 440
599. Lastgeving; algemeen / 441
600. Analoge toepassing / 441
601. Tegenstrijdige belangen / 441
602. Handelen in eigen naam; directe acties / 442
603. Privatieve last / 443
604. Bemiddelingsovereenkomst / 443
605. Agentuurovereenkomst / 444
606. Overeenkomst inzake geneeskundige behandeling; algemeen / 444
607. Toestemming patiënt / 445
608. Verbintenissen hulpverlener / 445
609. Verbintenis opdrachtgever / 445
610. Aansprakelijkheid ziekenhuis / 445
B. PAKKETREISOVEREENKOMST / 446
611. Algemeen; begripsomschrijving / 446
612. Verbintenissen betrokkenen / 447
613. Beëindiging en wijziging / 447
614. Rechtspositie bij non-conformiteit / 448
C. BETALINGSTRANSACTIE / 448
614a. Betalingstransactie / 448
D. BEWAARNEMING / 449
615. Algemeen; begripsomschrijving / 449
616. Verbintenissen bewaarnemer / 450
617. Verbintenissen bewaargever / 450
618. Derdenwerking / 450
619. Hotelhouder / 451
E. AANNEMING VAN WERK / 451
620. Algemeen; begripsomschrijving / 451
621. Verbintenissen aannemer / 452
622. Verbintenis opdrachtgever / 452
623. Oplevering en risico / 452
624. Bijzonderheden bij niet-nakoming / 453
625. Opzegging c.a. / 453
626. Aanneming bouw consumentenwoning / 454
F. OVERIGE OVEREENKOMSTEN / 454
627. Overige bijzondere overeenkomsten met betrekking tot werkzaamheden / 454

Hoofdstuk 36 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (IV); OVERIGE TYPEN / 456
628. Overzicht / 456
A. BORGTOCHT / 456
629. Algemeen; begripsomschrijving / 456
630. Verband met verbintenis hoofdschuldenaar / 456
631. Particuliere borgtocht / 457
632. Borg jegens derden-betrokkenen / 458
B. VASTSTELLINGSOVEREENKOMST / 458
633. Algemeen; begripsomschrijving / 458
634. Dwaling / 459
635. De vaststelling / 459
636. Dispositief stelsel / 460
637. Strijd met dwingend recht / 461
638. Beslissing door één partij of door derde / 461
638a. Massaschadeovereenkomsten / 461
C. RESTERENDE OVEREENKOMSTEN / 462
639. Resterende bijzondere overeenkomsten / 462
Overgangsrecht / 463

Hoofdstuk 37 OVERGANGSRECHT / 465
640. Algemeen / 465
641. Keuzescala / 465
642. Beginselen Overgangswet Boeken 3–10 / 466
643. Systematiek Overgangswet / 466
643a. Zoekstrategie / 467
644. Rechtshandelingen / 467
645. Verkrijging en verlies van goederen / 468
646. Derdenbescherming bij verkrijging van goederen / 468
647. Fiduciaire eigendom, eigendomsvoorbehoud / 468
648. Gevolgen tekortkoming / 469
649. Onrechtmatige daad / 469
650. Onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking / 469
651. Algemene voorwaarden / 470
652. Koop en ruil / 470
653. Consumentenbescherming / 470

Registers / 471

WETSARTIKELENREGISTER / 473
RECHTSPRAAKREGISTER / 485
TREFWOORDENREGISTER / 499