Lucratief belang in de Wet IB 2001
Paperback Nederlands 2022 1e druk 9789013163704Samenvatting
Geeft een actuele en diepgaande beschrijving van de lucratiefbelangregeling in de Wet IB 2001. Dit is de enige uitgave die deze regeling vanuit een brede invalshoek en in samenhang met andere belastingwetten inzichtelijk maakt. De titel bespreekt openstaande fiscale vraagstukken en bevat een helder overzicht van relevante jurisprudentie en literatuur.
Ruim 10 jaar na invoering was er nog altijd geen boek over de lucratiefbelangregeling. Hoog tijd dus voor een uitgave over dit onderwerp, zeker aangezien belonen door middel van aandelen zeer actueel is. Het raakt de fiscaliteit in de volle breedte en bevindt zich op het grensvlak van actief en passief inkomen, een kernprobleem van de inkomstenbelasting. De private equity-praktijk is bovendien complex en steeds in beweging. Kortom, de lucratiefbelangregeling is voor elke fiscalist een relevant onderwerp.
Lucratief belang in de Wet IB 2001 slaagt erin de ingewikkelde regelgeving stap voor stap en in al haar facetten te behandelen. De regeling wordt niet alleen inzichtelijk gemaakt op basisniveau, de uitgave gaat ook diepgaand in op de verschillende deelonderwerpen en geeft de actuele stand van zaken. Het geheel wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van uitgewerkte praktijkvoorbeelden. Dit helpt de lezer om de ingewikkelde materie te doorgronden. De titel wordt afgesloten met een integratiecasus waarin de diverse complexe thema’s samenkomen.
Belonen door middel van aandelen blijft actueel. Het is van belang te onderkennen wanneer men met de regeling te maken krijgt, maar juist ook wanneer deze niet van toepassing is. De lucratiefbelangregeling wordt in deze publicatie niet slechts geïsoleerd beschouwd, maar ook in samenhang met de andere onderdelen van de Wet IB 2001, zoals de aanmerkelijkbelangregeling en de positie ten opzichte van box 3. Bovendien is inzicht in de samenhang met de loonheffing en de vennootschapsbelasting essentieel om de lucratiefbelangregeling goed te kunnen doorgronden.
Lucratief belang in de Wet IB 2001 richt zich op iedereen die zich wil verdiepen in de lucratiefbelangregeling. De titel is van grote waarde voor zowel adviseurs die nog niet zo veel te maken hebben gehad met de regeling als ingevoerde specialisten. Dankzij de vele voorbeelden is deze uitgave ook zeer geschikt als lesmateriaal voor docenten en studenten die zich de lucratiefbelangregeling eigen willen maken.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Opzet brochure / VII
Lijst met gebruikte afkortingen / XV
HOOFDSTUK 1
De lucratiefbelangregeling, achtergrond en ratio / 1
1.1 Achtergrond van de lucratiefbelangregeling / 1
1.1.1 Het inkomensbegrip en boxenstructuur van de Wet IB 2001 / 6
1.1.2 De private-equity- en managementparticipatiepraktijk / 9
1.1.3 Waarom een lucratiefbelangregeling? / 10
1.1.4 Wat als er geen lucratiefbelangregeling zou zijn? / 13
1.2 De lucratiefbelangregeling in kort bestek / 15
1.2.1 Belangrijkste kenmerken / 15
1.2.2 Plaats in de Wet IB 2001 / 18
1.2.3 Kritiek op de lucratiefbelangregeling / 20
1.2.4 Evaluatie lucratiefbelangregeling / 22
1.3 Leverage, carried interest en distributiewaterval / 23
1.3.1 Leverage (hefboomwerking) nader beschouwd / 24
1.3.2 Carried interest / 26
1.3.3 De distributiewaterval / 26
HOOFDSTUK 2
Lucratiefbelangkwalificatie / 31
2.1 Algemene aspecten / 31
2.1.1 Opbouw van art. 3.92b Wet IB 2001 / 31
2.1.2 Onmiddellijk en middellijk gehouden vermogensbestanddelen / 32
2.2 Art. 3.92b lid 1 letter a Wet IB 2001 (beloningsoogmerk) / 35
2.2.1 Algemene kenmerken beloningsoogmerk / 35
2.2.2 Feiten en omstandigheden die relevant zijn voor het beloningsoogmerk / 39
2.2.3 Situaties die niet onder het beloningsoogmerk vallen / 41
2.2.4 Beloningsoogmerk in de jurisprudentie / 46
2.3 Art. 3.92b lid 1 letter b Wet IB 2001 (schulden met kwijtscheldingsfaciliteit) / 49
2.3.1 Beloningsoogmerk bij schulden met kwijtscheldingsfaciliteit / 50
2.3.2 Rechtens dan wel in feite / 51
2.3.3 Middellijk gehouden schuld met kwijtscheldingsfaciliteit / 51
2.3.4 Voorbeeld schuld met kwijtscheldingsfaciliteit / 52
2.3.5 Pakketbenadering? / 52
2.4 Art. 3.92b lid 2 t/m 4 Wet IB 2001 (aandelen, vorderingen en rechten) / 53
2.4.1 Dynamische toets / 54
2.4.2 Rechtstreeks samenhangende schulden / 55
2.5 Art. 3.92b lid 2 Wet IB 2001 (aandelen) / 56
2.5.1 Art. 3.92b lid 2 aanhef en letter a Wet IB 2001 (‘hefboomaandelen’) / 56
2.5.2 Art. 3.92b lid 2 aanhef en letter b Wet IB 2001 (aandelen met een preferentie van ten minste 15%) / 63
2.6 Art. 3.92b lid 3 Wet IB 2001 (lucratieve vorderingen) / 64
2.7 Art. 3.92b lid 4 Wet IB 2001 (lucratieve rechten) / 68
2.7.1 Vermogensrechten die economisch overeenkomen of vergelijkbaar zijn met aandelen van lid 2 letter a / 69
2.7.2 Voorbeelden van met art. 3.92b lid 2 letter a Wet IB 2001 economisch vergelijkbare vermogensrechten / 76
2.7.3 Vermogensrechten die economisch overeenkomen of vergelijkbaar zijn met aandelen van art. 3.92b lid 2 letter b Wet IB 2001 / 81
2.7.4 Vermogensrechten die economisch overeenkomen of vergelijkbaar zijn met vorderingen van lid 3 / 81
2.7.5 Overige rechten en verplichtingen die onder art. 3.92b lid 4 Wet IB 2001 vallen / 82
2.7.6 Voorbeelden van overige rechten en verplichtingen die onder lid 4 vallen / 83
2.7.7 Pakketbenadering / 88
2.8 Art. 3.92b lid 5 Wet IB 2001 (verbonden personen) / 90
2.9 Wie is lucratiefbelanghouder? / 92
2.9.1 Huwelijksvermogensrecht en lucratief belang / 92
2.9.2 Juridisch en economisch belang lopen uiteen / 93
2.9.3 Certificering / 93
2.9.4 Van eigendom afgeleide rechten, zoals optierecht of vruchtgebruik / 94
HOOFDSTUK 3
Resultaatbepaling / 95
3.1 Art. 3.94 jo. 3.95 Wet IB 2001 (quasiwinstregime) / 95
3.1.1 Resultaat uit één of meer werkzaamheden (art. 3.90 Wet IB 2001) / 96
3.1.2 Totaalwinstregime van toepassing / 100
3.1.3 Totaalwinst uit een lucratief belang / 100
3.1.4 Totaalwinst uit een middellijk lucratief belang / 110
3.1.5 Jaarwinstbepaling voor de lucratiefbelanghouder / 112
3.1.6 De actief- en passiefzijde van de lucratiefbelangbalans / 117
3.1.7 Schulden in verband met een lucratief belang / 119
3.1.8 Vervreemding van een lucratief belang / 121
3.2 Art. 3.95b lid 1 t/m 4 Wet IB 2001 (resultaatbepaling lucratief belang) / 124
3.2.1 Art. 3.95b lid 1 Wet IB 2001 (opgeofferd bedrag) / 125
3.2.2 Art. 3.95b lid 2 Wet IB 2001 (genietingstijdstip middellijke voordelen) / 132
3.2.3 Art. 3.95b lid 3 Wet IB 2001 (vervreemdingsfictie omzettingen) / 134
3.2.4 Art. 3.95b lid 4 Wet IB 2001 (verliesaftrekuitsluiting) / 137
3.3 Art. 3.95b lid 5 Wet IB 2001 (AB-variant, de keuzeregeling voor het AB-regime) / 138
3.3.1 AB-variant is een keuze voor het aanmerkelijkbelangregime / 138
3.3.2 Middellijke structuur vereist / 140
3.3.3 De doorstootregeling / 140
3.3.4 Tot het bedrag van de voordelen inkomen uit aanmerkelijk belang genoten / 146
3.3.5 Niet voldaan wordt aan de dooruitdeling, dubbele heffing / 147
3.4 Doorschuifregelingen / 148
3.4.1 De doorschuifbepalingen die gelden voor lucratiefbelanghouders / 149
3.4.2 Overgang krachtens huwelijksvermogensrecht / 150
3.4.3 Echtscheiding / 151
3.4.4 Overlijden / 152
3.4.5 Fusie, splitsing en ruil / 155
3.5 Genieten en toerekening van het lucratiefbelangresultaat door gehuwden en partners / 159
3.5.1 Wie geniet lucratiefbelangvoordelen en hoe luiden de toerekeningsregels? / 160
3.5.2 Wie geniet aanmerkelijkbelangvoordelen? / 161
3.5.3 Toerekeningsperikelen bij de AB-variant / 162
3.6 Tarief / 163
3.6.1 Progressief tarief, tenzij AB-variant / 163
3.6.2 Belastingdruk lucratiefbelanghouder / 164
3.6.3 Belastingdruk op kosten en opbrengst / 166
HOOFDSTUK 4
Internationale aspecten / 167
4.1 Inleiding / 167
4.1.1 Overzicht internationale aspecten / 167
4.1.2 Samenloop ROW en AB / 168
4.1.3 Verdragskwalificatie / 168
4.2 Internationale aspecten onmiddellijk gehouden lucratief belang / 175
4.2.1 Binnenlands belastingplichtige onmiddellijkelucratiefbelangvoordeel / 175
4.2.2 Buitenlands belastingplichtige onmiddellijkelucratiefbelangvoordeel / 177
4.2.3 Emigratie onmiddellijkelucratiefbelangvoordeel / 178
4.2.4 Immigratie onmiddellijkelucratiefbelangvoordeel / 179
4.3 Internationale aspecten aanmerkelijk belang / 181
4.3.1 Binnenlands belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder / 181
4.3.2 Buitenlandse belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder / 181
4.3.3 Niet belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder / 182
4.3.4 Dubbele heffing en voorkomingsregels aanmerkelijk belang / 182
4.3.5 Emigratie van de AB-houder / 183
4.4 Internationale aspecten middellijk gehouden lucratief belang / 184
4.4.1 Binnenlands belastingplichtige middellijkelucratiefbelangvoordeel / 185
4.4.2 Buitenlands belastingplichtige middellijkelucratiefbelangvoordeel / 186
4.4.3 Emigratie middellijkelucratiefbelangvoordeel / 187
4.4.4 Immigratie middellijkelucratiefbelangvoordeel / 188
HOOFDSTUK 5
Raakvlakken met andere regelingen / 191
5.1 Raakvlakken met loonbelasting / 192
5.1.1 Belastingplicht Wet LB 1964 / 193
5.1.2 Loonbegrip / 194
5.1.3 Loon in de vorm van vermogensrechten en het waarderingsvraagstuk / 198
5.1.4 De 30%-regeling, inkomende werknemers / 201
5.2 Raakvlakken met het resultaat uit overige werkzaamheden / 203
5.2.1 Een lucratief belang belast als ‘klassiek’ ROW / 204
5.2.2 Terbeschikkingstellingsregelingen / 206
5.2.3 Onzakelijke elementen, onzakelijke lening en garantstelling / 209
5.3 Raakvlakken met de aanmerkelijkbelangregeling / 211
5.3.1 Kwalificatie als aanmerkelijkbelanghouder / 212
5.3.2 Direct of indirect aanmerkelijk belang / 214
5.3.3 Soortregeling / 214
5.3.4 Inkomen uit aanmerkelijk belang / 216
5.3.5 Doorschuifregelingen / 217
5.4 Raakvlakken met inkomen uit sparen en beleggen / 217
5.4.1 Box 3-regime / 218
5.4.2 ‘Lucratieve’ vermogensrechten in box 3 / 220
5.5 Raakvlakken met de vennootschapsbelasting / 221
5.5.1 Heffing van vennootschapsbelasting naast lucratiefbelangheffing / 221
5.5.2 Vennootschapsbelasting in een lucratiefbelangstructuur / 221
5.6 Raakvlakken met schenk- en erfbelasting / 224
5.6.1 Schenking van lucratieve aandelen / 224
5.6.2 Erven van lucratieve aandelen / 226
5.6.3 Bedrijfsopvolgingsregeling / 226
HOOFDSTUK 6
Integratiecasus Green Capital / 227
6.1 Green Capital, Energy Fund, Wattage BV en de managers / 228
6.1.1 Onmiddellijke structuur / 229
6.1.2 Positie van de managers / 230
6.1.3 Middellijke structuur / 231
6.1.4 Distributiewaterval / 232
6.1.5 Middellijke structuur is meest optimaal / 233
6.2 Certificering en schenking / 234
6.2.1 Certificering aandelen targetmanagers / 234
6.2.2 Schenking van certificaten / 235
6.2.3 Niemand heeft een aanmerkelijk belang, iedereen heeft een lucratief belang / 236
6.2.4 De verdeling van de opbrengst na dubbele certificering / 236
6.3 Herstructurering / 237
6.3.1 Aandelenfusie of ruil / 238
6.3.2 Toe- of uittreden van managers / 238
6.3.3 Bad leaver en negatief loon / 239
6.4 Lucratief belang en bedrijfsopvolging / 241
6.4.1 Gefaseerde bedrijfsopvolging Pi BV / 242
6.4.2 Gefaseerde bedrijfsopvolging, is sprake van een ‘reguliere bedrijfsopvolging’? / 243
6.4.3 Is de bedrijfsopvolging zakelijk? / 243
6.4.4 Is voldaan aan het beloningsoogmerk? / 244
6.5 Huwelijk, echtscheiding en overlijden / 245
6.5.1 Het huwelijk van Z / 245
6.5.2 De echtscheiding van A / 246
6.5.3 Z overlijdt / 246
6.6 Enkele internationale aspecten / 248
6.6.1 DeeItijdmanagement in Frankrijk / 248
6.6.2 Buitenlandse lucratiefbelanghouder werkt in Nederland / 249
6.6.3 Emigratie naar Frankrijk / 250
6.7 De co-investering van fondsmanager A / 251
6.7.1 Co-investeren en pakketbenadering / 251
6.7.2 Co-investering in Voltage BV / 252
6.7.3 De fiscale kwalificatie van de opbrengst / 252
6.7.4 Disproportioneel rendement / 253
Literatuurlijst / 255
Jurisprudentieregister / 259
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan