Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De meeste mensen deugen

Wie naar de trends kijkt, kan niet anders concluderen dan dat het hedendaagse publieke debat is verhard. Op Twitter gaat men grof te keer, met o.a. Trump als grote bully.

Freija van Duijne | 27 september 2019 | 4-6 minuten leestijd

Dreigementen, beledigingen en andere grove taal is in onze samenleving zo gewoon geworden, dat SIRE een campagne is gestart met de hashtag #doeslief. Voor iedereen die zich afvraagt of de verharding nog te stuiten is, zal het nieuwe boek van Rutger Bregman, getiteld ‘De meeste mensen deugen', een grote opluchting zijn. En nog interessanter, als we dit mensbeeld als uitgangspunt nemen, dan kunnen we een nieuwe geschiedenis schrijven van de mensheid en de samenleving op zijn kop zetten. Dit in Bregmans eigen woorden.

Om die nieuwe geschiedenis te schrijven duikt historicus Bregman zelf de geschiedenis in. Niet alleen met het mooie, maar tikje ongenuanceerde openingsverhaal over de Tweede Wereld Oorlog. Een verhaal over de veerkracht en vriendelijkheid waarmee de Britten de Blitz hebben doorstaan. Bregman's boek is een aaneenrijging van veelal bekende verhalen, maar dan vanuit een nieuwe invalshoek onderbouwd met nieuwe feitenkennis. Zijn doel is om de cynische toon te ontkrachten over het eeuwenoude beeld, dat de mens van nature slecht is. Beschaving is in die theorie het kleine laagje vernis dat onze egoïstische geest in toom houdt. Het politiek-filosofische beeld dat de filosoof Thomas Hobbes heeft uitgedragen in zijn boek Leviathan. Daartegenover staat de Franse romanticus Jean-Jacques Rousseau die morele goedheid zag in zijn oermens ‘de edele wilde'. Zonder de organisatiegraad van de samenleving was deze mens in zijn vrije natuur en vol compassie. Het mensbeeld van Hobbes is dominant, tot op de dag van vandaag. Bregman's missie is om dit duistere mensbeeld te herzien. Het beeld dat de meeste mensen deugen noemt hij een radicaal idee, waar machthebbers benauwd van worden. Met deze toonzetting opent Bregman zijn verhalenboek.

Niet Lord of the flies, maar het ware verhaal van jongetjes die schipbreuk lijden en overleven op een onbewoond eiland. Niet het bekende Paaseiland-verhaal van inwoners die kosten wat het kost bomen kapten om grote beelden te maken, maar een veel genuanceerder verhaal over rattenplagen en slavernij. En dan de verhalen over het onderzoek van de grote naoorlogse Amerikaanse psychologen, met nieuwe inzichten en conclusies die niet pasten bij de mythes die deze grote ego's jaren lang in stand hebben gehouden. Allemaal boeiende verhalen waarin Bregman onze egoïstische, agressieve en onverschillige houding ontkracht. Hoewel Bregman een begenadigd verteller is, doet de verteltrant me soms denken aan de parapsychologie en de alternatieve geneeskunde. Waarbij het dominante (maar later dus ontkrachte) verhaal door de gevestigde wetenschap steeds weer herhaald en bevestigd wordt. Maar de underdog, waar niemand in eerste instantie naar luisterde, laat zich niet uit het veld slaan en krijgt uiteindelijk gelijk.

Hoe grondig al deze verhalen ook zijn uitgespit, mij bekruipt toch het gevoel dat Bregman aan de veilige kant is gebleven. Bijvoorbeeld het Milgram experiment, waarbij proefpersonen wordt opgedragen schokken uit te delen aan een onbekend slachtoffer. Dat zegt vooral iets over de beïnvloedbaarheid van de mens. Bregman had hierover kunnen vertellen door het verhaal op te voeren van de Britse illusionist Darren Brown. Hij heeft zijn eigen experiment gebaseerd op Milgram in zijn show The push, waarbij hij zijn proefpersonen aanzet iemand over de rand van een gebouw te duwen. Brown selecteerde de meest meegaande mensen en kneedde ze met kleine gebaren om ze tot die grote daad te laten komen. Dit is een interessant proces. Hoe inderdaad vriendelijke, coöperatieve mensen tot kwalijke zaken gedreven kunnen worden. En omgekeerd hoe we kunnen dit voorkomen als samenleving. Naast onderzoek over compliance miste ik ook de invalshoek van de speltheorie. Tit-for-tat (lik op stuk) en het gevangenendilemma, waarbij het gaat over al dan niet samenwerken. Uit eindeloos veel onderzoek is gebleken dat, in lijn met Bregman's betoog, mensen inderdaad coöperatieve wezens zijn. En dat samenwerken, voordeel van de twijfel geven, niet gelijk terug slaan de meest succesvolle strategieën blijken te zijn voor alle partijen. Waar ik ook meer over had willen lezen is hoe het dan toch komt dat in zo veel praktijksituaties (verbaal) geweld zo gewoon is geworden en hoe we hier vanaf komen. Van het jeugdvoetbal tot de oudejaarsavond, men kijkt nauwelijks nog op van de grove woorden van toch heel gewone en vriendelijke mensen. Bregman noemt bekende voorbeelden van het nieuwe realisme, Buurtzorg dat zonder managers werkt, de Agora school in Roermond waar het draait om het volgen van je eigen nieuwsgierigheid, Noorse gevangenissen zonder tralies en repressieve bewakers. Hoopvolle verhalen over ‘hoe het ook anders kan', maar waar het wellicht ook niet overal rozengeur en maneschijn is.

De kaft en omslag van het lijvige boek (4,5cm dik) staan vol met aanbevelingen van interessante mensen. Met ‘een nieuwe geschiedenis van de mens' als ondertitel doet de presentatie van het boek denken aan de door Bregman bewonderde historicus Yuval Noah Harari (bekend van de boeken Sapiens en Homo deus). Dit geenszins bescheiden boek draait in de kern vooral over de strijd tussen goed en kwaad. Niet verwonderlijk zou je kunnen zeggen, gezien Bregmans afkomst uit een domineesgezin. Dit gezegd hebbende, zijn het wel degelijk onze compassie en coöperatieve aard, waarmee wij mensen een betere toekomst kunnen scheppen. En daarom loont het om cynische mensbeelden te lijf te gaan. De verhalen van Bregman zijn boeiend. Dankzij de grote letters en de vele lege pagina's leest het boek vlot weg. Ik hoop dat het aanzet tot verder nadenken over de vraag hoe we als samenleving de goedheid van de menselijke natuur kunnen benutten om te bouwen aan een gelukkige, veerkrachtige en succesvolle toekomst.

Over Freija van Duijne

Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden