Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Handreiking voor een mooi gesprek over professionele identiteit

Het PI-model helpt professionals bij het zelfonderzoek en de kritische reflectie waartoe de overgang naar een nieuwe ontwikkelingsfase hen uitdaagt. In de praktijk blijkt dat lastig. Daarom schreef Manon Ruijters bij Je Binnenste Buiten een praktische verdieping: Mijn Binnenste Buiten.

Bert Peene | 9 april 2019 | 3-4 minuten leestijd

Professionele identiteit is volgens Manon Ruijters het hart van de professionele ontwikkeling. Het vergeten hart, wel te verstaan, en dat is jammer want een professional merkt pas dat hij een professionele identiteit heeft bij crises en ‘desoriënterende dilemma’s’. Dan helpt het als je weet ‘waar je van bent’ en hoe zich dat verhoudt tot wat er in een nieuwe situatie van je wordt verwacht.

In Je Binnenste Buiten (2014), dat Ruijters samen met collega’s van de Onderzoeksgroep Professionele Identiteit van Aeres Hogeschool schreef, ontwikkelde zij een model waarin de verschillende aspecten van professionele identiteit zijn ondergebracht. Dit zgn. PI-model wil professionals helpen bij het zelfonderzoek en de kritische reflectie waartoe de overgang naar een nieuwe ontwikkelingsfase hen uitdaagt. In de praktijk blijkt dat echter verre van eenvoudig en daarom schreven ze bij Je Binnenste Buiten - Over professionele identiteit in organisaties een praktische verdieping: Mijn Binnenste Buiten.

Voor we op dat praktijkboek inzoomen, is het goed nog even stil te staan bij wat Ruijters et al onder een crisis verstaan. Ze baseren zich daarbij met name op de ideeën van de Duitse ontwikkelingspsycholoog Erik Erikson voor wie iedere carrièrestap een crisis is. Of beter gezegd: tot een crisis leidt, zeker als zo’n stap een radicale perspectiefwijziging inhoudt. Bijvoorbeeld doordat je een andere of veel meer verantwoordelijkheid krijgt of je rol binnen de organisatie verandert. Zo’n ‘crisis’ wordt gekenmerkt door worsteling en een gevoel van onzekerheid; ze maakt je kwetsbaar. In positieve zin kan zij echter leiden tot positieve transformatie ofwel vergroting van inzicht en professionele ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat de professional in kwestie voldoende tijd maakt voor zelfonderzoek en kritische reflectie. Waar ben ik van of wil ik van zijn, wat kenmerkt mij en geeft mij mijn professionele kleur, waarmee en met wie wil ik mij verbinden?

Nu is reflecteren niet echt gemakkelijk. Het begint met een terugblik op het eigen gedrag in een betekenisvolle situatie; een ‘crisis’ dus of een ‘desoriënterend dilemma’. Daarbij moet je bereid zijn ook je minder aangename of functionele trekjes onder ogen te zien, accepteren dat je ze hebt en vervolgens een keus maken hoe je ermee om wilt gaan. Volgens onderwijskundige Fred Korthagen gaat reflecteren om weten wat je doet, waarom je het doet, waarom op deze manier en niet anders, wat je ermee wilt bereiken en welke gevolgen jouw handelen heeft voor jou en voor anderen.

Op zich biedt ook Je Binnenste Buiten al wel mogelijkheden tot zelfreflectie. In hoofdstuk 6, waarin Manon Ruijters na een lange aanloop het PI-model beschrijft, zijn meerdere zgn. ontwikkelnotities opgenomen, vragen die kunnen helpen bij een eerste verkenning van de diverse aspecten van professionele identiteit. Die vragen komen ook terug op de dialoogkaarten die bij het boek besteld kunnen worden. Volgens het voorwoord in hun nieuwste boek blijkt dat echter niet genoeg om daadwerkelijk met het verkennen van de eigen professionele identiteit aan de slag te gaan. Opmerkelijk genoeg bekennen de auteurs dat ook zij die vraag naar een praktische vertaling niet goed konden maken. En zo was het idee voor een nieuw boek geboren.

Wie daarin op zoek gaat naar werkvormen, checklists en andere praktische hulpmiddelen, komt echter bedrogen uit. De auteurs hebben het meer gezocht in wat zij ‘iets narratiefs’ noemen. In het boek wisselen praktijkverhalen, korte stukjes theorie, uitnodigingen en persoonlijke vragen elkaar af en dat maakt het lezen een stuk spannender dan het vorige boek. Dat hoef je overigens niet gelezen te hebben om samen met Ruijters en haar collega’s een leerzame reis te maken naar ‘waar je van bent’; het PI-model wordt gewoon nog eens uitgelegd. Daarbij zijn ook verwijzingen naar betekenisvolle situaties niet vergeten; ook in die zin is dit boek praktischer dan zijn voorganger.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden