De wereld verandert in rap tempo en dat merkt ook de sportwereld. Dat vraagt om een ander, nieuw soort leiderschap. Dit onderwerp leeft bij sportorganisaties, bonden, clubs, teams en sporters binnen de professionele sport. Cors van den Brink, Eimer Wieldraaijer en Mariette Zeedijk gingen in gesprek met 12 ervaren leiders in de sport en legde hun bevindingen vast in het boek De leider als spelverdeler - 14 visies over leiderschap in de sport.
Naast interviews met twaalf directeuren, trainers en coaches (vaak ex-topsporters) uit verschillende sportrichtingen komen ook twee leiders van buiten de sport aan bod, namelijk Jan Raes, directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest, en Henk Hagoort, voorzitter van het College van bestuur van Hogeschool Windesheim.
De interviewers gingen in gesprek met onderstaande leiders binnen en buiten de sport:
Leiderschap in de sport: een inleiding
Rico Schuijters ‘Een goede coach doceert het leiderschap naar de behoefte van het team’.
Bartel Berkhout ‘Waar sta jij in het ecosysteem van de sport’.
Leiderschap in voetbalorganisaties
Toon Gerbrands ‘Hard met een d en hart met een t’.
Jan de Jong ‘Ik hou van de sheriff die zonder pistool door het dorp loopt’.
Ton van Rhoon ‘Als leider loop je niet op één versnelling’.
Leiderschap in sportorganisaties in verandering
Joëlle Staps ‘Sportorganisaties zijn net ijsbergen’.
Bram Ronnes ‘Bij vervelende keuzes sta je er als leider vaak alleen voor’.
Jan Minkhorst ‘De transitie naar een open club vergt modern leiderschap’.
Leiderschap op de sportvloer
Peter Portengen ‘Ik probeer spelers tegenwoordig meer zelf te laten nadenken’.
Paul Haarhuis ‘Ik ben vaak fanatieker dan de spelers en dat is geen goed teken’.
Merijn Zeeman ‘Een leider kan de ideale situatie voor een sportploeg uittekenen’.
Jelle Hilarius ‘Arbeiderszelfbestuur in een volleybalteam ‘.
Spiegelverhalen: leiderschap in organisaties met professionals buiten de sport
Jan Reas ‘Een goede leider haalt de organisatie uit haar routine’.
Henk Hagoort ‘Met een eigen mening pragmatisch op zoek naar consensus’.
De interviews geven samen een aardig kijkje in de sportkeuken, wat leiders in de sport doen en waar modern leiderschap in de sport om draait. Wat duidelijk naar voren komt is dat de manier waarop het leiderschap ingevuld wordt sterk afhangt van de persoon en situatie. Klinkt logisch want het leiden van een voetbalprofclub is natuurlijk heel wat anders dan het leiden van een sportorganisatie, want ‘dat zijn net ijsbergen, het grootste deel bevindt zich onder water’ zoals een van de leiders treffend aangaf.
Zo veel leiders, zo veel visies, opvattingen en ervaringen. Daar waar de ene leider het belangrijk vindt om in de eerste fase direct je stempel te drukken (‘daarna wordt het steeds moeilijker’), kiest een ander er juist voor om in die eerste fase vooral te luisteren en te kijken ‘hoe de hazen lopen’.
Toch zijn er wel een paar rode draden te ontdekken in de diverse interviews. Het oude command-and-control leiderschap maak ook in de sport steeds meer plaats voor dienend en verbindend leiderschap. Want ‘je komt niet meer weg met alleen het stellen van doelen of tonen van gezag’. De directeur, trainer of coach staat er niet meer alleen voor maar wordt ondersteund door een heel team van specialisten. Cruciaal daarbij is dat ‘jouw persoonlijkheid past bij de behoefte van het team, anders gaat het mis’, zoals een van de geïnterviewde sportleiders vertelde. Een ander aspect dat je vaker ziet terugkomen is dat leiderschap in de sport vooral ook een ervaringsvak is. En dat het draait om visie (‘waar staan we over 5 jaar?’), aanpassingsvermogen, incasseringsvermogen, flexibiliteit en innovatief zijn, want in de topsport moet het iedere dag beter. En last but not least natuurlijk het grote verschil tussen sport en het bedrijfsleven. In (top)sport voeren emotie, verenigingsbesturen, sporters, vrijwilligers en media de boventoon. Bij het lezen van de interviews met deze vaak bekende en succesvolle sportleiders bekroop mij toch wel een beetje het gevoel dat Jan Raes, directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest, in zijn interview als volgt verwoord: ‘Ik lees nogal wat interviews over management en die klinken dan vaak nogal zelfbewust.’
Door De leider als spelverdeler heen vind je (soms Cruijffiaanse) uitspraken van leiders die je prikkelen zoals deze: ‘Als wat echt belangrijk is niet te meten is, worden metingen heel belangrijk.’ Wil je meer weten over leiderschap in de sport, dan is dit een leuk boek om mee te beginnen.
Over Sjors van Leeuwen
Sjors van Leeuwen (Indora Managementadvies) is adviseur, auteur en spreker op het gebied van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Door zijn ervaring is hij goed thuis in vele strategische vraagstukken en het toenemend belang van de ‘de klant’ als onderscheidende factor. Sjors schreef o.a. Wendbare strategie op één A4, Zorgmarketing in de praktijk en CRM in de praktijk.