Kwame Anthony Appiah laat zien dat een bepaald soort eergevoel, dat kan voorkomen in drie zeer verschillende gebieden zoals Europa, Azië of Afrika, mensen soms laat vasthouden aan barbaarse, vernederende en gewelddadige gewoonten. Zoals het tot het begin van de 19e eeuw bestaande duel in het Verenigd Koninkrijk, het afbinden van vrouwenvoeten in China of de Trans-Atlantische handel in slaven . Het waren praktijken die, gebaseerd op diepgewortelde gevoelens en associaties, lange tijd als de gewoonste zaak van de wereld werden beschouwd. Ze werden pas afgeschaft nadat deze gewoonten ook gevoelens van schaamte gingen oproepen. Willen wij iets veranderen aan vergelijkbare gewoonten in de wereld, zoals eerwraak of genitale verminking, dan moeten we ons volgens Appiah precies richten op die gevoelens van eer en schaamte. In De erecode verdedigt Appiah, een van de meeste invloedrijke filosofen van dit moment, de stelling dat eer echter niet alleen het probleem is, maar ook de oplossing.
Eer en schaamte
Het boek is voortgekomen uit een simpele vraag: wat kunnen wij van onderzoek naar morele revoluties leren over moraliteit? Appiah onderzocht daarvoor de morele revoluties die de basis vormden voor de afschaffing van het duel, het afbinden van vrouwenvoeten of de handel in slaven. In zijn boek onderzoekt hij uitvoerig hoe de drie genoemde praktijken zijn ontstaan, hoe zij functioneerden en hoe deze zijn verdwenen. Daarnaast kijkt hij naar de morele revolutie die momenteel in Pakistan en andere Afrikaanse landen gaande is ten aanzien van eerwraak. Zijn conclusie is helder. In alle vier de gevallen speelt 'eer' en het bestaan van een historisch gevormde 'erecode' een belangrijke rol. Het begrip 'eer' is een moeilijk te vatten begrip. Appiah, die op 24 november 2016 in Amsterdam de tweejaarlijkse Spinozalens voor zijn werk ontving, sluit daarbij opvallend goed aan op het denken van Spinoza. Nederlands bekendste filosoof omschreef rond 1660 'eer' als een 'bepaald soort blijdschap die iedereen in zichzelf voelt als hij merkt dat zijn gedrag door anderen gewaardeerd en geprezen wordt'. Het begrip staat tegenover 'schaamte' dat door Spinoza wordt omschreven als 'een bepaald soort droefheid die in iemand ontstaat als hij ziet dat zijn gedrag door anderen veracht wordt'. 'Eer' is een begrip, zo laat Appiah zien, dat afhankelijk van de situatie kan verschillen. Zowel landelijk, lokaal als binnen sociale groepen kan sprake zijn van verschillende soorten 'eergevoel'. 'Eer' en 'schaamte' hangen sterk af van de sociale groep of groepen waartoe men behoort en de identiteit die daarbij hoort.
De dood van het duel
In het eerste hoofdstuk van zijn boek, 'De dood van het duel', maakt Appiah op basis van een goed gekozen voorbeeld al meteen duidelijk wat de rol van 'eer' in dit soort praktijken is. Ook al was 'het duel' in het Verenigd Koninkrijk in de eerste helft van de 19e eeuw bij wet verboden, de praktijk was dat als de ene 'gentleman' door een andere 'gentleman' in zijn 'eer' werd aangetast, deze de ander diende uit te dagen tot een duel om zijn 'eer' te redden. Het duel diende daarbij te voldoen aan een serie voorwaarden die in handboeken waren vastgelegd. Tot in de hoogste kringen, tot de koning aan toe, werd het 'duel' als de normaalste zaak van de wereld gezien. Appiah begint met het beruchte duel dat op 21 maart 1829 plaatsvindt tussen de hertog van Wellington, op dat moment premier, en de graaf van Winchilsea, lid van het Hogerhuis. Het duel was het gevolg van de luidruchtige oppositie die de graaf van Winchilsea voerde tegen een wetsontwerp van Wellington om katholieken voor het eerst in meer dan honderdvijftig jaar weer het recht te geven zitting te nemen in het Britse parlement. Met een ingezonden brief in The Standard lanceerde de graaf van Winchelsea met een serie beschuldigingen een gerichte aanval op Wellington. Wellington, sinds zijn eerste overwinningen op Napoleon in Spanje, een nationale held, werd publiekelijk aan de schandpaal genageld. Het werd een van de laatste duels die in het Verenigd Koninkrijk werden uitgevoerd
Publieke waarden
Volgens de codes die de samenleving en de klasse beheersten waarin Wellington leefde, had hij als gentleman het recht om met respect te worden behandeld door een andere gentleman. Winchelsea had dat voorrecht met zijn publieke aantijging op schandelijke wijze geschonden. De kern van het begrip 'eer' is volgens Appiah het eenvoudige idee dat wie eergevoel heeft, vindt dat hij recht heeft op respect. Vooral binnen een groep van gelijken, zoals gentlemen, is deze vorm van erkenning belangrijk. Wordt dat gedrag door leden van dezelfde groep niet 'gewaardeerd en geprezen', maar de betreffende lid 'schaamteloos' behandeld, dan is er binnen de door de groep gehanteerde 'erecode' voldoende aanleiding om genoegdoening te eisen en de verhoudingen in de groep met een duel weer te herstellen. Alleen wanneer de uitgedaagde zich publiekelijk had verontschuldigd kon een duel worden voorkomen. Indien niet, dan wees een duel er op dat de uitdager bereid was te sterven voor zijn 'eer'. De gewoonte van een duel tussen 'gentlemen' werd uiteindelijk afgeschaft door de opkomst van de moderne staat waarin de rol van kranten, het publieke debat in het parlement en de rechtspraak steeds belangrijker werd om geschillen te slechten.
Respect
Het begrip 'respect' heeft een dubbele betekenis, zo laat Appiah zien. Het werkt twee kanten op. Zo is het voetafbinden in China uiteindelijk afgeschaft doordat Duitse zendelingen in China de dialoog aangingen over het voetafbinden. Wederzijds respect stond daarbij centraal. Dat Chinezen naar de opvattingen van de Duitse zendelingen luisterden was mogelijk omdat Duitse zendelingen een diepe bewondering hadden voor de Chinese beschaving. Ze hadden Chinees geleerd en lazen de Chinese klassieken en vertaalden de Bijbel in het Mandarijn. Door de opstelling van de Duitse zendelingen wisten de Chinezen dat ze werden gerespecteerd. Daardoor was het des te pijnlijker om te horen dat er kritiek was op een oude gewoonte. De Duitse zendelingen gaven daarbij geen directe kritiek. Ze zeiden: 'We begrijpen het niet, waarom doen jullie dit?'. Het is een schoolvoorbeeld dat Appiah ook bij de andere morele revoluties zag. Ook daar waren het buitenstaanders die een respectvolle dialoog aangingen met degenen die de gewoonte van hun voorouders hadden voortgezet. Dankzij de inzet van Duitse zendelingen werd in bijna twintig jaar een sociale verandering gerealiseerd waarbij het voetafbinden niet langer als 'eervol' gezien.
Eerwraak
Eenzelfde ontwikkeling zien we volgens Appiah bij 'eerwraak'. Eerwraak is een 'gewoonte' die historisch gezien vooral voorkomt in het Middellands Zeegebied. Ook in Italië was eerwraak lange tijd een gewoonte die breed werd gedeeld. De daaronder liggende eercode bestond eruit dat het iedere man altijd vrij staat om seks te verlangen van vrouwen met wie hij niet is getrouwd, en dat het 'de plicht van de vrouw is te weigeren'. Dat is de reden waarom de schande bij de vrouw ligt als ze de man geeft wat hij wil. Alleen zij schendt de regels. Stemt ze uiteindelijk in, en wordt ze zwanger, dan is de 'eer' van de vrouw geschaad, is zij een 'hoer' en kan de man niet meer met haar trouwen. Het zijn deze diepgewortelde gevoelens en associaties die een rol spelen bij eerwraak. Uiteindelijk werd pas in 1981 in Italië artikel 544 van het Wetboek van Strafrecht ingetrokken dat het type huwelijk erkende dat hier een gevolg van was. Dit was het zgn. 'matrimonio riparatore', een door families afgedwongen huwelijk dat na een verkrachting, zelfs van een minderjarige, het kwaad 'repareerde'. Hoewel in het Europese deel van het Middellandse Zee steeds minder voorkomend, bestaat eerwraak nog steeds in andere landen rond de Middellandse Zee. De gewoonte verspreidde zich vervolgens naar islamitische landen in het Midden-Oosten en naar landen in Afrika, zoals Pakistan. Daarbij wordt niet zoals in Italië uiteindelijk gekozen voor een 'matrimonio riparatore'. Nee, de uiteindelijke 'straf' waartoe families in dit soort gevallen besluiten is dat de betreffende vrouw dient te worden gebrandmerkt (door het afsnijden van haar neus of haar te overgieten met zoutzuur) of te worden vermoord voor de 'schande' die zij de familie heeft berokkend.
Identiteit
Of het nu gaat om het duel, slavernij, het afbinden van voeten of eerwraak, Appiah maakt klip en klaar duidelijk dat het in dergelijke gevallen om tijd- en plaatsgebonden´sociale constructies´ gaat en niet om een gewoonte die gekoppeld is aan nationaliteit of religie. Het betreft een ´erecode´ van een sociale groep die historisch is gegroeid en die samenhangt met de ´identiteit´ en de ´overlevingsstrategie´ als ´sociale groep´. ´Eer´ is daarbij niet aan een morele maatstaf gekoppeld. Erecodes kunnen zelfs van mensen dingen vragen die immoreel zijn: het duidelijkste voorbeeld daarvan is eerwraak. Toch is het begrip 'eer' volgens Appiah wel degelijk geschikt om van individuele morele gevoelens publieke normen te maken. Daarvoor moet het begrip 'eer' worden ontdaan en gezuiverd van allerlei vooroordelen op basis van kaste, ras en sekse. Volgens Appiah treedt het vermogen van eer om de privé- en de publieke sfeer te verbinden duidelijk aan het licht in de manier waarop in Groot-Brittannië, China en Pakistan individuele morele overtuigingen werden gekanaliseerd. De historische veranderingen die een eind maakten aan het duelleren, de slavernij en het voetafbinden hebben 'eer' een andere vorm gegeven, maar haar niet vernietigd. Elke verandering was deel van een langere, omvangrijkere revolutie op het gebied van morele gevoelens en gericht op het veranderen van de rol van klasse, ras en sekse. Ook de verandering die momenteel in Pakistan op het gebied van eerwraak gaande is, is van dat laatste een voorbeeld, aldus Appiah.
Spinozalens
Met De erecode heeft Appiah volgens de stichting Internationale Spinozaprijs een diepere laag onder en achter de politieke actualiteit van verleden en heden zichtbaar gemaakt. Daar is niks van gelogen. Wilt u de ontwikkelingen rond eerwraak in Pakistan en andere landen in het Midden-Oosten en Afrika begrijpen en greep krijgen op hoe morele revoluties tot stand komen, dan moet u beslist 'De erecode' gaan lezen. Om de discussies in Nederland en Europa over 'identiteit' te kunnen duiden is De erecode en de toespraak die Appiah hield bij het in ontvangst nemen van de Spinozalens een absolute must.
Dave van Ooijen studeerde tussen 1979 en 1985 sociologie en politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij studeerde twee keer 'cum laude' af; bij de vakgroep Toegepaste Sociologie en de vakgroep Internationale Betrekkingen. Van 1979 tot 2014 was hij werkzaam bij Vereniging Milieudefensie, de gemeente Amsterdam, Nicis Institute en Platform31. Vanaf maart 2014 is hij raadslid/fractievoorzitter voor de PvdA in de gemeente Castricum. Sinds 1 juli 2017 is hij strategisch adviseur bij de gemeente Den Haag op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid. Zijn blogs, artikelen en recensies verschijnen (op persoonlijke titel) onder meer op zijn website.
Over Dave van Ooijen
Dave van Ooijen studeerde tussen 1979 en 1985 sociologie en politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1 juli 2017 is hij strategisch adviseur bij de gemeente Den Haag op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid. Zijn blogs, artikelen en recensies verschijnen (op persoonlijke titel) onder meer op zijn website.