Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Van vier milliseconden naar een miljardenbusiness

‘Het project had in de zomer van 2009 mythische vormen aangenomen. Tweeduizend werknemers waren al een tijdje bezig met het aanleggen van een dertienhonderd kilometer lange kabel tussen Chicago en New Jersey. Anders dan bij andere verbindingen moest de sleuf echter kaars- en kaarsrecht zijn. Niemand die wist waarom de kabel dwars door bergen en onder rivierbeddingen door moest lopen. Niemand die het eigenlijk ook iets kon schelen. De werkloosheid in Amerika was op dat moment zo hoog dat de arbeiders dankbaar waren dat ze überhaupt een baan hadden.’

Jeroen Ansink | 24 september 2014 | 2-3 minuten leestijd

Zo begint het boek Flitshandel van bestseller-auteur Michael Lewis, een waargebeurde geschiedenis die leest als een thriller. De kabel bleek in werkelijkheid een supersnelle glasvezelverbinding tussen de Chicago Mercantile Exchange en een datacentrum van de schermenbeurs Nasdaq in New Jersey. Het parcours was zo perfect recht dat het de reistijd van de elektronische informatie terugbracht van zeventien tot dertien milliseconden.

Een besparing van vier milliseconden lijkt niet veel, maar computergestuurde flitshandelaren kunnen in dat minieme tijdsverschil nog nét even tussen de partijen inbreken om schommelingen tussen vraag- en aanbodsprijs af te romen. Het gaat hierbij om fracties van centen, die, als het volume maar hoog genoeg is, jaarlijks een miljardenbusiness kunnen opleveren.

Lewis beschrijft de handelswijzen van dergelijke high frequency traders (HFT) vanuit het perspectief van de trader Brad Katsuyama. Deze medewerker van de Royal Bank of Canada rook onraad toen een order voor 10.000 aandelen Intel op mysterieuze wijze van prijs veranderde, net op het moment dat hij tot de koop wilde overgaan. Toen hij eenmaal doorhad wat er achter de schermen gebeurde, was hij zo van streek dat hij zijn baan opzegde. Met een aantal gelijkgestemden richtte hij vervolgens de IEX op, een alternatief elektronisch handelsplatform waarbij de invloed van HFT tot een minimum is beperkt.

Om dit opmerkelijke verhaal te vertellen, past Lewis opvallend genoeg nauwelijks wederhoor toe, wat de woede van de financiële wereld omtrent het boek (Lewis noemde het zelf een shitstorm) wellicht voor een deel verklaart. Zo worden verwijten dat de krant The Wall Street Journal en de toezichthoudende Securities and Exchange Commission (SEC) al in een vroeg stadium op de hoogte waren, niet opgevolgd met de vraag waarom ze niets met die informatie deden. Investeringsbanken als Goldman Sachs, door velen toch gezien als het ultieme kwaad, krijgen evenmin kans om hun kant van het verhaal te vertellen.

Dat maakt Flitshandel tot een klassieke zwart-wit strijd tussen de good en de bad guys. Dat doet de waarschijnlijk geen recht aan de complexe realiteiten van de moderne elektronische beurshandel, maar het leest wel lekker weg. Het zal geen toeval zijn dat Hollywood al plannen heeft om het boek te verfilmen.

Een ander punt is dat de door Lewis beschreven vorm van frontrunning misschien immoreel is, maar strikt genomen niet illegaal. Ironisch genoeg was het de SEC die in 2005 bepaalde dat beurshandelaren ‘de beste prijs’ moesten vinden voor hun beleggers. Die werd in eerste instantie bepaald door verouderde SEC-computers, die de verschillende elektronische handelsplatformen scanden op minieme prijsverschillen. De Amerikaanse toezichthouder besefte destijds waarschijnlijk niet dat beurshandelaren dergelijke analyses sneller en beter op hun eigen netwerken konden uitvoeren, en dat daarmee de kiem werd gelegd voor de HFT-platformen waar Lewis nu tegen fulmineert.

Dit raakt aan een realiteit die na zes jaar kredietcrisis nog steeds niet is veranderd: dat de beste studenten van Amerika's topuniversiteiten doorgaans doorstromen naar goedbetaalde banen op Wall Street, terwijl hun minder slimme studiegenoten het moeten doen met een ambtenarensalaris als reguleerder. Zolang dit de praktijk is, zal de SEC, en daarmee ook de gewone belegger, altijd achter de feiten aan blijven hollen.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden