Hoewel de verpakking gemakkelijk anders doet geloven, is Leve de competente coach geen spel. Er is weliswaar een doos met ‘speelkaarten’ en een ‘spelbord’, maar verder ontbreekt ieder spelelement. Er wordt geen transitionele ruimte gecreëerd, waarin het alsof-element ervoor zorgt dat de spelers tot evaluaties komen waarvoor ze normaal gesproken het lef niet hadden gehad. ‘Leve de competente coach!’ is een methode en is op een bepaalde manier ook als zodanig opgezet. De auteur heeft zich beperkt tot de coachcompetenties die de Stichting Registratie (St!r), de overkoepelende stichting die zorgt voor de onafhankelijke beoordeling van de kwaliteit van professionele begeleiding in Nederland, als ‘noodzakelijk en voldoende’ heeft aangemerkt: begeleiden van leerprocessen, gericht zijn op de werkcontext, resultaatgericht werken, gericht zijn op zelfsturing in werken en leren, interactie als begeleider vormgeven en professioneel werken. Die competenties worden in het bijbehorende boek verder uitgewerkt: wat houdt iedere competentie in en welke voorbeelden van kennis, houding en gedrag kun je je daarbij voorstellen?
Die voorbeelden komen terug op de ‘speelkaarten’. Het is de bedoeling dat ze een plaats krijgen op het bord, in twee verschillende sessies: eerst vraag je je als speler af hoe leuk je al die handelingen vindt, vervolgens hoe goed je ze beheerst. Concentreer je je bijvoorbeeld op de competentie ‘begeleiden van leerprocessen’, dan nodigt de methode je uit tot reflectie op handelingen als het structureren van een coachingstraject, het consolideren van leerresultaten, het onderscheiden van lange en korte termijn en het verbinden van verschillende bijeenkomsten. Per competentie zijn er gemiddeld twintig van dit soort gedragsvoorbeelden.
Het boek bevat ook twaalf toepassingsmogelijkheden, zowel voor beginnende als voor gevorderde coaches. Ieder voorbeeld is op dezelfde manier opgebouwd: doelgroep, doelstelling, tijdsindicatie en een gedetailleerde beschrijving van de te volgen werkwijze. Didactisch – of methodisch, zo u wilt – prima verantwoord, maar ik kon er maar niet enthousiast van worden. Ik miste variatie in de oefenstof, hoewel dat voor de auteur misschien nooit een criterium is geweest, en raakte zelfs wat geïrriteerd door het gemak waarmee zij regelmatig van de eenmaal gekozen lijn afstapt. Als je met deze methode gaat werken, stel je jezelf steeds twee vragen, schrijft zij in een van de inleidende hoofdstukken van het boek: ‘Hoe vind ik…? en ‘Hoe goed ben ik in…? Die vragen vormen dus de ruggengraat van de methode. Blijkbaar heeft zij zich echter al spelend gerealiseerd dat de methodiek daarmee soms wat erg omslachtig wordt en daarom vind je in veel toepassingsvormen een paragraaf waarin de auteur aangeeft dat je ook wel voor een andere aanpak kunt kiezen; die zij vervolgens ook weer beschrijft. Je mag dat flexibiliteit noemen, maar ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat zij uiteindelijk toch niet helemaal in haar eigen methode gelooft.
‘Leve de competente coach!’ is een aardig initiatief, dat je het meeste recht doet wanneer je het niet als een methode beschouwt maar als een instrument waarmee je als coach je eigen professionaliteit gericht kunt ontwikkelen. Dan heb je in feite al genoeg aan het boek – daarin staan immers alle relevante competenties genoemd en nader omschreven – maar het werken met kaartjes heeft zonder twijfel een toegevoegde waarde. Het maakt andere werkvormen mogelijk, geeft ontwikkeling een speels karakter en is als zodanig uiteindelijk misschien toch in staat een alsof-situatie te creëren waarin het geven en ontvangen van feedback (nog) effectiever mogelijk wordt.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.