Ons land staat er slecht voor volgens Rob de Wijk. Bij bezuinigingen blijken inhoudelijke kennisfuncties als eerste opgeofferd te worden. De overheid moet tegelijkertijd in een steeds complexere wereld opereren en antwoorden op vraagstukken vinden die steeds meer kennis en inzicht vereisen. Deze afbraak van kennis vond plaats in een tijd waarin de bomen tot in de hemel reikten. Fundamentele beleidskeuzes hoefden eigenlijk niet te worden gemaakt. Problemen werden afgekocht - met geleend geld. Voeg dit bij de opkomst van de feitenvrije politiek en het is duidelijk dat de overheid intellectueel niet voor een megacrisis is geëquipeerd. Want dan wordt kennis ineens cruciaal om de juiste oplossingen te bedenken om als land te kunnen overleven. Een overheid met een te smalle kennisbasis maakt in crisistijd slecht beleid en slecht beleid draagt bij aan de ondermijning van het democratisch gezag. In plaats van te focussen op bezuinigen is de belangrijkste opgave voor de maatschappelijke voorhoede te bepalen hoe wij ons geld in de toekomst gaan verdienen. Zeker is dat de concurrentiekracht van Nederland binnen Europa en van Europa in de wereld moet verbeteren. Zeker is ook dat er langer, harder en innovatiever gewerkt zal moeten worden. Overigens te beginnen in Nederland, omdat wij de kortste werkweken van heel Europa maken. Zeker is ook dat benepenheid en xenofobie moeten plaatsmaken voor meer openheid en een wijdere blik op de wereld. Dit impliceert de erkenning dat slechts landen die open staan voor de wereld welvarend kunnen zijn. Die openheid is geen visie van een linkse grachtengordelelite, maar een dwingende noodzaak om de verzorgingsstaat te kunnen handhaven. Het is de erkenning dat het Westen zijn welvaart dankt aan de dynamiek van een open samenleving en een mondiale oriëntatie. Het is ook de erkenning van het feit dat toenemende gerichtheid naar binnen, wat De Wijk de afgelopen jaren heeft zien gebeuren, hand in hand gaat met economische stagnatie. Hoe het wel moet laat China zien. Dit land werd pas welvarend toen de vensters werden opengezet. Kortom, wij westerlingen moeten onszelf opnieuw uitvinden. De Wijk is uiterst kritisch over hoe Nederland de bedreigingen van de laatste jaren tegemoet treedt en weet daarbij een zeer breed palet aan problemen en uitdagingen aan elkaar te verbinden. De wereld verandert, de strijd om grondstoffen neemt toe, klimaatveranderingen vormen een veiligheidsprobleem en het Westen wordt zwakker. Hierop moet een antwoord worden gevonden. Dat is lastig vanwege de preoccupatie met de financiële crisis en de daaruit volgende draconische bezuinigingen. Het vinden van oplossingen wordt verder bemoeilijkt door de tijdgeest van hedonisme en populisme, die duidt op een fundamentele crisis van ons westerse democratische bestel. Wat De Wijk wil is dat wij erkennen dat economie en veiligheid twee zijden van dezelfde medaille zijn. Als de toevoer van grondstoffen staakt, loopt de economie schade op, waardoor de binnenlandse stabiliteit wordt ondermijnd en internationale conflicten dreigen. Dit kan ertoe leiden dat onze belangen ook militair verdedigd moeten worden. Daarom moet de krijgsmacht bijvoorbeeld voor bescherming van handelsroutes en de leveringszekerheid van grondstoffen kunnen worden ingezet. Dit is tevens onderdeel van een constructief en solidair buitenlandbeleid. We moeten zeker niet afzakken tot de status van free rider, wat het onvermijdelijke gevolg zou zijn van verwaarlozing van de krijgsmacht. Free riders worden in de internationale politiek niet serieus genomen omdat ze anderen de kastanjes uit het vuur laten halen. Als die landen iets van het buitenland willen, krijgen ze nul op het rekest. Ik heb '5 over 12' met buitengewone belangstelling en verwondering gelezen en kijk nu heel anders, en veel kritischer, aan tegen onze landelijke politiek en de uitwerking die dat heeft in mondiale zin.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.