'Twaalf economen die je moet kennen ' begint direct al interessant. Al in het oude China werkte men met de 'onzichtbare hand' die Adam Smith een paarduizend jaar later zou beschrijven. Ook het afwijzen van (te veel) overheidsbemoeienis, waar Milton Friedman bekend mee is geworden, werd toen al verkondigd door Kuan Chung en Lao Tse. We staan er nooit zo bij stil, maar veel van de grondgedachten van de economische waarden die we nu koesteren, zijn toen al ontstaan in China. Net zo hard zijn ze toen verloren gegaan, maar ze zijn nog een keer ontstaan bij de oude Grieken. Het duurt tot de 18e eeuw voordat de ideeën breder uitgedragen worden en definitief gemeengoed worden. Vanaf dat moment is economie niet alleen voer meer voor filosofen, maar kunnen we van economische wetenschap spreken.
De economische wetenschap begint zo ongeveer in het zelfde jaar als de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten, alleen een continent verderop. De verstrooide professor Adam Smith publiceert zijn 'Wealth of Nations'. Arbeidsdeling, economisch liberalisme, vrijemarkteconomie en de onzichtbare hand doen hun intrede. Hij keek daarbij ook buiten de eigen landsgrenzen. Waar Mercantilisten de export propageerden omdat daarmee de geldvoorraad toenam, predikte Smith de internationale arbeidsdeling en vrije markt. Naast export ook import als de markt daarvoor is. Het is erg plezierig om naast de theorieën van de economen ook hun levensloop te lezen. Dat helpt je om hun ideeën beter te doorgronden. Voor elke econoom is ook een tabel 'De wereldgeschiedenis' opgenomen. Dan kun je hun ideeën ook in de tijd plaatsen. Het is wel jammer dat de tijdlijn van de wereldgeschiedenis stopt rond de overlijdensdatum van de betreffende econoom. Veel economen hebben juist na hun dood veel invloed gehad. Neem Ricardo, die altijd tegen invoerrechten was. Pas 23 jaar na zijn dood werden in zijn thuisland de graanwetten afgeschaft. Om over de erfenis van Karl Marx maar te zwijgen. De tijdlijn van 'zijn' wereldgeschiedenis stopt in 1871 bij Parijse communistische revolutie. Terwijl in 1917 pas de eerste echte revolutie naar marxistisch voorbeeld plaatsvond (aangevoerd door Lenin en later natuurlijk door mensen als Stalin, Mao Zedong en Castro). In een volgende druk zou ik graag een verder doorgetrokken tijdlijn zien. De manier van (be)schrijven leert ons ook om verder te kijken dan de stereotype gedachten van de economische denkers. Zo leerde ik dat Marx helemaal niet tegen kapitalisme was. Kapitalisme was volgens hem nodig om af te rekenen met oudere vormen, om daarna het hogere ideaal te bereiken: communisme. Als je dieper naar Marx kijkt, dan leer je ook dat zijn werk op bepaalde punten onvolledig was. Het verklaart waarom veel communistische leiders moesten improviseren bij de inrichting van hun staat. Dat geldt voor het werk van meer economen trouwens: Vaak is hun gedachtengoed nooit voor de volle 100% begrepen. Onder het mom van 'Keynesiaans beleid' steken overheden zich in de schulden, maar ze vergeten vervolgens dat John Maynard Keynes ook aangaf dat in betere tijden die schuld wel weer afgelost moet worden. Dergelijke theorieën zijn een package deal, je kunt er niet zomaar één deel uit isoleren. De laatste hoofdstukken zijn voor meer hedendaagse smaakmakers bedoeld. Die delen vond ik erg interessant. Ze zijn te recent om in mijn schoolboeken uit de jaren '80 te staan, maar hun invloed moet zeker niet onderschat worden. Goed te zien dat het economische vakgebied zeker niet heeft gestaan. Veel van de economen die aan de orde komen hebben een Nobelprijs gewonnen. Dat tekent hun invloed en originaliteit. De schrijvers, veelal verbonden aan het tijdschrift 'BILANZ' (een soort Zwitserse Elsevier), geven goed inzicht in de theorie van én de mens achter die theorie.
Over Joost van Driessen
Joost van Driessen is manager bij het Ministerie van Defensie. Hij is afgestudeerd in de informatica aan de Universiteit Leiden en deed zijn MBA-opleiding bij de Business School Nederland. Zijn werkterrein bevindt zich op het grensvlak waar organisatie en informatie elkaar raken.