In 2015 kreeg ik de opdracht om het IT-innovatieproces van een toptiengemeente opnieuw vorm te geven. Wat begon als een gerichte opdracht, werd het begin van iets veel groters: een eigen methode voor portfoliomanagement, ontstaan uit de praktijk. Sindsdien heb ik dit model verfijnd, verbreed en toegepast in uiteenlopende organisaties – binnen én buiten de gemeentewereld. Daardoor is de methode voor gemeenten algemeen toepasbaar en niet alleen voor het IT portfolio, maar ook voor het ruimtelijk en sociaal portfolio. De gemeente gaat aan ambitie ten onder is het resultaat daarvan.
middelen en capaciteit
Waarom dit boek? Omdat ik merkte dat gemeenten steeds vaker overvraagd worden. Ze krijgen taken erbij vanuit het Rijk, de samenleving heeft hoge verwachtingen, en ondertussen nemen de beschikbare middelen en capaciteit niet toe. Het resultaat: een organisatie die onder druk staat, met medewerkers die het overzicht verliezen en besturen die niet kunnen kiezen. Niet omdat ze niet willen, maar omdat er geen gestructureerde manier is om keuzes te maken.
Tegelijk zag ik ook de behoefte: aan rust, overzicht, transparantie, en vooral: grip. Grip op wat je wel doet, en wat je (nog) niet doet. Grip op waar je als organisatie echt voor gaat, en welke initiatieven daar daadwerkelijk aan bijdragen.
portfoliomanagementmodel
In dit boek bied ik daarom een pragmatisch portfoliomanagementmodel dat helpt om keuzes te maken: wat is waardevol én realistisch? De kernvraag is niet alleen of iets belangrijk is, maar ook of het haalbaar is – binnen de wettelijke, financiële en organisatorische kaders. Want dat is waar het in gemeenten vaak spaak loopt: de ambitie is er wel, maar de realisatie stokt.
De titel van het boek – De gemeente gaat aan ambitie ten onder – is bewust gekozen. Het is een knipoog naar De wereld gaat aan vlijt ten onder van Max Dendermonde, dat ik ooit op school las. In dat boek is het de werkdruk die mensen verstikt; in dit boek is het de ambitie – vaak van buitenaf opgelegd – die gemeenten onderuit dreigt te halen. Want als je alles belangrijk maakt, raakt het echte belangrijke uit beeld.
vijf principes
Mijn aanpak – het W&R-model – draait om vijf principes: waardevol én realistisch, geïntegreerd met andere processen, samenwerken, rolvastheid en het oplossen van onzekerheid vóór de start van een project. Daarmee helpt het model om niet alleen betere keuzes te maken, maar ook om een werkwijze te implementeren die écht werkt. Geen model voor in de la, maar een aanpak om direct mee aan de slag te gaan.
Ik schreef dit boek niet als handleiding vol abstracte theorie, maar als praktisch hulpmiddel. Met voorbeelden, valkuilen, tips en vragen om direct mee aan de slag te gaan. Voor bestuurders, managers, portfoliomanagers, projectleiders, informatiemanagers en andere professionals die betrokken zijn bij strategierealisatie. En hoewel de voorbeelden vooral uit gemeenten komen, is de methode breder toepasbaar – in de zorg, de energiesector, of elke andere organisatie waar keuzes gemaakt moeten worden.
Mijn doel is simpel: helpen om weer grip te krijgen. Grip op strategie. Grip op uitvoering. En vooral: grip op de toekomst. Want pas als we durven kiezen – wat wel, wat niet, en wat nog even niet – ontstaat er ruimte om écht iets te bereiken.
Over Winnie Weintré
Winnie Weintré (1963) ontwikkelde voor de gemeente Almere het model ‘Waardevol & Realistisch Portfoliomanagement’. Hij is expert in strategierealisatie en organisatieverandering. Zijn model helpt gemeenten keuzes te maken in een veelheid aan opgaven, en is inmiddels succesvol toegepast in diverse gemeenten en bij VNG.