Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Ernst ten Heuvelhof

‘Eigenbelang dienen met strategisch gedrag loont’

Strategisch gedrag is inherent aan interactie tussen mensen en organisaties, aldus Ernst ten Heuvelhof. Het is alomtegenwoordig, van alle tijden en tegelijk ongrijpbaar als een zwart gat. Voor Ten Heuvelhof geen beletsel er een genuanceerd boek over te schrijven: Strategisch gedrag in netwerken.

Erik de Vries | 8 september 2016 | 4-6 minuten leestijd

Wat verstaat u onder strategisch gedrag?
Dat kunt u zien als handig gedrag van bestuurders, politici of wie dan ook, die daar niet per se mee te koop willen lopen. Het is gedrag dat hun eigenbelang dient, en waarvan men weet dat het de belangen van anderen mogelijk schaadt. Het gedrag wordt intentioneel, dus doelbewust ingezet, en zal zo veel mogelijk gecamoufleerd worden omdat niet iedereen dergelijk gedrag waardeert.                    

Het is dus een pragmatisch instrument.
Ja zeker. Iemand zal strategisch gedrag gaan vertonen omdat het werkt. En het is onomstotelijk aangetoond dat strategisch gedrag werkt.

Mijn indruk is dat het begrip strategisch gedrag over het algemeen negatieve associaties oproept.
Dat klopt, daar probeer ik in mijn boek nuanceringen in aan te brengen. Strategisch gedrag komt overal en op alle niveaus voor en is vaak nodig om iets voor elkaar te krijgen. Of anders gezegd, zonder strategisch gedrag weet je zeker dat het moeilijk wordt. We mogen niet vergeten dat we aan strategisch gedrag veel mooie dingen te danken hebben. Het hangt er voor de waardering van dat gedrag dus maar vanaf waar in het spectrum je staat. Ook de termijn van terugkijken is hier van invloed. Wie zijn strategische gedrag direct toegeeft, zal daar doorgaans milder op beoordeeld worden.

Het onderzoek naar strategisch gedrag is problematisch. U vergelijkt het zelfs met onderzoek doen naar zwarte gaten. Hoe komt u aan uw gegevens?

Als ik een enquête zou uitzetten waarin ik navraag doe naar strategisch gedrag, zou de non-respons denk ik enorm zijn. Het is een ingewikkeld onderwerp. Een van de manieren om toch bruikbare informatie boven water te krijgen is het verleden induiken. Memoires van bestuurders of politici zijn een goede bron, net als rechtszaken en parlementaire enquêtes, waar men gedwongen wordt de waarheid te spreken. Klokkenluiders zijn ook een goede bron. Maar het is niet uit te sluiten dat zij vervolgens ook weer vervallen in strategisch gedrag.

U schrijft dat het risico van strategisch gedrag is dat het aan het licht komt. Waarom acht u dat een risico?
Strategisch gedrag kan de reputatie van de actor schaden, terwijl de actor met dat gedrag zijn eigen belang juist veilig heeft willen stellen. Je moet dus de winst die hij met zijn strategisch gedrag heeft geboekt verminderen met de reputatieschade die hij lijdt. Erg belangrijk hierbij is of de strateeg er zelf mee naar buiten komt, op welk moment hij dit doet en wie hij daarbij in vertrouwen neemt. Als een bedrijf strategisch gedrag vertoont, is dat dan alleen besproken in de raad van bestuur, of ook met de raad van commissarissen en het middenmanagement? Hoe meer mensen ervan hebben geweten, hoe vriendelijker het doorgaans overkomt. Als een bestuurder zijn strategisch gedrag met niemand deelt en het 100 jaar onder de pet wil houden, ben je sneller geneigd te denken dat er iets vreemds aan de hand is. Ik geef in mijn boek een voorbeeld dat vaak gevoelig ligt: de Geallieerden hebben de Duitsers verslagen met gedrag dat je als misleiding kan zien.  De Britten hadden bij Dover een nepdorp gebouwd waar vrouwen en bejaarden met militaire voertuigen rondreden, om Hitler te doen geloven dat de invasie vanuit daar zou beginnen. Het is duidelijk en onomstreden dat deze misleiding een goed doel heeft gediend en dat dit prijzenswaardig gedrag is geweest van de Geallieerden, maar het is strategisch gedrag. Het is natuurlijk zo dat de Geallieerden er direct na de oorlog mee naar buiten zijn gekomen.

U gunt in uw boek de zogeheten overheidsactoren een status aparte. Waarom vindt u dat nodig?
De verwachting van mensen is dat de overheid roomser is dan de paus. Dat is niet waar. Het feit dat de overheid nobele doelen nastreeft brengt juist strategisch gedrag met zich mee. Bijvoorbeeld een overheid die graag meer bedrijvigheid wil aantrekken, kan daar de wet- en regelgeving op aanpassen. Dat dient het landsbelang en dus het eigenbelang, er is over nagedacht en men loopt er liever niet mee te koop. Hetzelfde geldt voor opsporingsacties van het OM en de politie, die blijven altijd geheim.

Ik vond uw constatering dat liegen niet altijd strategisch gedrag is, wel opvallend.
Als je tijdens je avondje uit in een heel slecht restaurant hebt gegeten, maar na afloop toch hebt gezegd dat alles heeft gesmaakt, dien je met dat leugentje, een zogenoemde white lie, een algemeen belang. Je wilt de sfeer niet bederven en de avond zonder wanklank afsluiten. Daarmee past het niet in mijn definitie van strategisch gedrag, al is het wel berekenend natuurlijk.

Het begrip ‘belang’ komt in uw boek heel vaak voorbij. Ik blijf dat een lastig te definiëren term vinden.
Dat is het ook, al blijken we in de praktijk doorgaans intuïtief wel aan te voelen waar het voor staat: rijkdom, macht, reputatie, winst, marktaandeel. Maar een wetenschappelijke definitie is veel lastiger vast te stellen. Ik doe op dat vlak dus inderdaad een beroep op de intuïtie van de lezer.

U stelt dat er altijd sprake is van een spanningsveld tussen vertrouwen en strategisch gedrag.
Dat spreekt. Als het uitkomt dat een van de partijen liegt en bedriegt, wordt het vertrouwen in die partij uiteraard ernstig geschaad. Maar het kan natuurlijk ook meevallen, als er bijvoorbeeld uiteindelijk wel andere belangen gediend zijn, en als de actor bereid is de anderen in de baten te laten delen.

Maar u lijkt geen rekening te houden met de mogelijkheid dat het inzetten van strategisch gedrag bewondering kan afdwingen.
Dat doe ik wel, ik betoog juist dat het oordeel over strategisch gedrag in de loop der tijd kan veranderen. Het blijft uiteindelijk een kwestie van smaak; wat de één een smerige truc noemt, zal de ander een goede vondst vinden.

Over Erik de Vries

Erik de Vries is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden