Vrije jongens - Een geschiedenis van de Nederlandse handel begint in de Middeleeuwen. Op de jaarmarkt van Deventer loopt Hinrick van Hasselt geschoeid met trippen over de markt. Trippen zijn houten zolen met een hakje die Hinricks dure leren snavelschoenen moeten beschermen tegen het straatslijk van uitwerpselen, keukenafval en modder. Het boek eindigt in de 21ste eeuw in de befaamde Gouden Bocht van de Amsterdamse Herengracht, waar het handelshuis Van Eeghen zijn 350-jarig bestaan kan vieren. Willem van Eeghen: ‘Je moet een buffer blijven onderhouden voor mogelijke tegenvallers, sparen voor de toekomst. De aandeelhouders – allemaal familieleden – sturen daar ook op aan. Ik heb in een goed jaar wel eens voorgesteld om een hoger dan normaal dividend uit te keren. Dat werd afgekeurd door de aandeelhoudersvergadering. Ze zeiden: we kunnen met minder ook wel af, gebruik dat geld voor je reserves.’
U beschrijft de geschiedenis aan de hand van verschillende handelaren. Hoe is de keuze voor de hoofdpersonen tot stand gekomen?
Ik wilde per se beginnen bij de Hanze, het samenwerkingsverband van pakweg tweehonderd steden in het noordwestelijk deel van Europa en rond de Oostzee dat rond 1400 ontstond en een levendige onderlinge handel dreef. De Hanze is heel belangrijk geweest. Zonder Hanze was er waarschijnlijk nooit een VOC opgericht. Ik heb bij verschillende tijdsperioden telkens een hoofdpersoon gezocht. Voor de twintigste eeuw zocht ik een oud handelshuis en zo kwam ik terecht bij de familie Van Eeghen. Die familie is in zekere zin een vreemde eend in de bijt, zij hebben heel andere normen en waarden dan de overige handelaren die ik portretteer. Zij hadden als doopsgezinden van meet af aan duurzaamheid en evenwicht hoog in het vaandel. Daarvan is – op z’n zachtst gezegd – bij mijn andere hoofdpersonen geen sprake. Dat zijn toch vooral boeven en schurken. Maar ik werd in mijn keuze uiteraard ook beperkt door wat er aan materiaal voorhanden is. Vooral van handelaren die voor veel ophef hebben gezorgd zijn er gerechtelijke stukken bewaard gebleven. Dat geldt voor bijna allemaal. Van Hinrick van Hasselt (plm. 1500–1550) tot en met Anthony van Hoboken (1756-1850). De eerste negeerde alle Hanzegeboden en verkocht zijn stokvissen gewoon in Noorwegen, de laatste bleef rustig in slaven handelen toen dat al lang verboden was.
Maar ontstaat er, wanneer u vrijwel uitsluitend mensen portretteert die de regels aan hun laars lappen, nog wel een voor de Lage Landen representatief beeld?
Jazeker, dit zijn geen uitzonderlijke types. Want het is kenmerkend voor Nederlanders dat ze eigenwijs zijn en dat ze het niet zo nauw met de regels nemen. Dat kwam ik ook al tegen in mijn boek Waterwolven over dijkenbouwers en droogmakers. Ik sprak onlangs met iemand bij baggeraar Van Oord over deze karaktertrek. Volgens hem zit daar ook een positieve kant aan. Want wanneer je niet zo snel onder de indruk bent van regels en voorschriften, ben je ook in staat om het in je eentje te rooien. Dat verklaart waarschijnlijk waarom Nederlanders in het buitenland niet snel van de wijs raken en over het algemeen overal goed hun weg weten te vinden.
Het is duidelijk dat u de Nederlandse handelsmentaliteit bepaald niet bewondert. Wie van de handelaren die u heeft geportretteerd vervult u het meest met afschuw?
Dat is lastig te zeggen. Je kan hun handelspraktijken niet met je huidige maatstaven meten. Het zijn allemaal boeven en schurken, maar ik veroordeel ze niet. Ik vind ze in ieder geval ook helden. Want als je je verplaatst naar hun tijd, kan je niet anders dan ook bewondering hebben voor wat ze presteerden. In de Middeleeuwen naar Bergen in Noorwegen varen? In de zeventiende eeuw schipbreuk lijden, toch weer aan boord van een zeilschip gaan en proberen in je eentje Zuid-Amerika te koloniseren? Ik vind dat allemaal onvoorstelbaar.
Als er een tijdmachine was, wie van de handelaren zou u dan willen interviewen en welke vragen zou u hem dan stellen?
Ik zou ze allemaal wel willen leren kennen. Want zoals gezegd, het moeten stuk voor stuk bijzondere heerschappen zijn geweest. Maar als ik er slechts eentje mag kiezen, dan Hinrick van Hasselt. Dat moet een heel dwarse kerel zijn geweest. Hij begaf zich in het Noorse Bergen in illegale handel, maar hij kwam ook door godslastering in de problemen. Hij had onder andere verkondigd dat Maria geen maagd was, en bovendien dat Jezus de zoon van Christus was. Waarom zei hij zulke dingen? Was dat dwarsigheid of hoopte hij er een slaatje uit te slaan.
Zou u niet aan Van Hoboken willen vragen waarom hij zo lang met de slavenhandel doorging?
Ik denk dat ik zijn antwoord wel weet. Hij kon er geld mee verdienen. Het was een stille markt en toen was de slavenhandel een mooie manier om er wat bij te verdienen.
De huidige wereld met zijn veelomvattende handelsverdragen en vrijhandelszones is niet te vergelijken met de tijd waarin het van overheidswege was toegestaan om schepen van de vijand te kapen. We hebben niet eens meer landen waarmee we in oorlog zijn. Is de wereld er in z’n geheel niet enorm op vooruitgegaan en veel beschaafder geworden? Is dat misschien een conclusie die uit Vrije jongens kan worden getrokken?
De handel is sowieso heel anders. Het is minder heldhaftig om met zeeschepen vol containers te varen dan om met een zeilschip de oceaan op gaan. Maar Nederland levert nog steeds wapens aan landen die in oorlog zijn. Het stille leed van mensen die in confectieateliers worden uitgebuit is lastig te vergelijken met onrecht uit vroegere jaren, maar het is er nog steeds. Ook krijgen de meeste koffie- en cacaoboeren uit Afrika nog steeds geen eerlijke prijs. Bovendien hebben ook Nederlandse boeren maar weinig invloed op de prijs. Door strenge eisen te stellen en lage prijzen te bieden knijpt een supermarkt als Albert Heijn zijn toeleveranciers nog steeds behoorlijk uit. Ik betwijfel of in dat opzicht de wereld zoveel ‘beschaafder’ is geworden. Het past in het beeld dat ik van de Vrije jongens kreeg: hun motto is vooral winst maken, ongeacht de gevolgen voor de rest van de wereld.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.