Met de traditionele vormen van samenwerken lijken we op vele fronten ‘vast te lopen’. Waar op het ene spoor nog geploeterd wordt met vormen van teambuilding, heidagen en leiderschapsprogramma’s gloort op een ander spoor een nieuwe vorm die past bij de complexiteit van dit tijdperk, de integrale uitdagingen van organisaties. Harvard University publiceert Collective Genius - The art and practice of leading innovation van Linda Hill a.o. en Princeton University Press komt met Big Mind - How collective intelligence can change our world van Geoff Mulgan.
Doodlopend spoor
Door een intensieve betrokkenheid bij de top van ministeries, bestuurders van multinationale ondernemingen en kleinere bedrijven werd ik me meer en meer bewust van het doodlopende spoor van de traditionele teamvorming en zelfs van de wijze waarop de huidige democratie is ingericht. Dit inspireerde me tot het jarenlang verdiepen in het thema van de collectieve slimheid, hoe dat vorm kan krijgen, maar ook welke krachten er te overwinnen zijn om daar te komen.
Een reis langs vele werelden
Het is een reis langs zich exponentieel ontwikkelende technologieën, de biologie van de zwermen, de filosofie van de waarheid en het vrijmoedig spreken, Bruno Latour met ‘het parlement der dingen’, de neurologie die stelt dat iemand die erg intelligent is niet meer hersenen maar meer verbindingen in de hersenen heeft, de nieuwste lessen uit de groepsdynamica die laten zien hoe snel groupthink ontstaat en hoe de illusie van kennis gevaarlijker is dan onwetendheid, teaming als een van de vormen om het te voorkomen, creatief denken om doorbraken te forceren om uiteindelijk na vele gesprekken met nieuwe denkers te komen tot een aantal voorstellen om een andere vorm van denken te gaan organiseren.
De meeste mensen deugen, maar collectieven?
Bij de ontwikkeling van collectieve intelligentie gaat het niet zozeer om onbegrensde vrijheid, dat neigt naar leegte. Het gaat vooral om de vrijheid om ruimte te maken. Ruimte in de tijd, ruimte in de veelheid van opvattingen, ruimte om te denken en om het denken te kunnen verbinden.
Dat is geen eenvoudige opgave in de huidige samenwerkingspatronen. En al deugen de meeste mensen volgens Rutger Bregman, het collectief kent andere waarden, verstikkende dynamieken, een andere psychologie. Mensen kunnen met de beste intenties domme dingen doen die niet deugen. En die dingen doen we bij voorkeur eigenlijk niet zelf, het is vooral de ander. We beoordelen onszelf vanuit onze intenties (en die zijn eigenlijk altijd goed) en de ander op zijn gedrag (daar kan wel wat aan schorten).
Brainstormen maakt dommer
Collectieve slimheid ontstaat niet vanzelf, integendeel. In brainstormingprocessen blijken groepen snel in een denkspoor te schieten dat uiteindelijk de groep als geheel ‘dommer’ maakt dan het vrijer denkende individu. En toch brainstormen we er nog op los. Praat de architect van een zwembad met bouwers en projectontwikkelaars of met kinderen met watervrees, met aquajoggers, floatfitters, met mensen die niet van zwembaden houden, met pubers, bommetjes en het water zelf?
Integrale horizontale relaties
In een breed opgezet onderzoek werden de volgende vragen gesteld aan managers, technische specialisten, salesmedewerkers en aan consultants: ‘Welke werkrelaties kosten de meeste tijd en krijgen de meeste prioriteit?’ en ‘Welke werkrelaties scheppen de meeste toegevoegde waarde voor klanten, patiënten, et cetera?’ Het antwoord op vraag één was bijna overal hetzelfde: verticale relaties binnen de hiërarchische structuur. Bij het antwoord op de tweede vraag sloeg het om. Bijna iedereen gaf aan dat horizontale, integrale relaties hierin vooral bepalend waren.
Leiderschapsuitdaging voor de 21e eeuw
Het creëren van condities voor collectieve slimheid is de leiderschapsuitdaging van de 21e eeuw. Niemand weet in zijn eentje genoeg, zei Plautus al duizenden jaren geleden. Deze uitspraak is actueler dan ooit tevoren. Maar leiden we de nieuwe leiders hiervoor op? In mijn ogen niet. Te veel leiderschapsprogramma’s mijden de pijn en zijn te sterk gericht op individuele excellentie. ‘Het moet vooral ook leuk zijn, fun is een van onze waarden’, zei een bestuursvoorzitter enkele jaren geleden tegen me in een organisatie die worstelde met nogal wat zorgen. ‘In dat geval kun je beter een goochelaar of een clown inhuren’, heb ik hem geadviseerd. Een goed leiderschapsprogramma is gericht op de ontwikkelen van collectieve wijsheid, niet alleen om strategische vraagstukken te ontrafelen, ook om plannen te ontwikkelen en werkend te krijgen.
Samen slim, van genius naar scenius
In Samen Slim beschrijf ik de krachten die de collectieve slimheid belemmeren en bied ik suggesties om los te komen van individuele excellentie. Van de verzameling grote ‘ikken’ op weg naar het verbonden ‘wij’: van Genius naar Scenius. Een Scenius kan overal ontstaan, op de hoek van een straat, in een wijk, een vereniging, een afdeling, een ziekenhuis, een bedrijf, een samenleving, overal rondom een vraagstuk, een idee, een kans, een probleem, een klant, een vraag. Niet alleen personen kunnen deel zijn van een Scenius, ook dingen, een landschap, alles kan een stem krijgen en dat vraagt om interventies met gevoelsprecisie. Hoe dat werkt krijgt alle aandacht in Samen Slim, hoe collectieve intelligentie ons gaat redden.
Over Eric Koenen
Eric Koenen is oprichter van de Doorwerthgroep en de Academie voor Interventiekunde en vervult diverse commissariaten. Hij is gastdocent op Nyenrode, Maastricht- en Leiden university, studeerde sociale wetenschappen en bedrijfskunde, vervulde diverse functies bij Philips en PWC. Als lid van de Executive Board van Engy Technical Services was hij o.m. verantwoordelijk voor strategie en innovatie.