U noemt klimaatverandering een genadeloze sluipmoordenaar die de komende tien jaar de coronacrisis zal doen verbleken.
Klimaatverandering komt geruisloos, kleurloos en meestal reukloos naar ons toe, grijpt ons bij de keel. Het is een relatief langzaam proces; hierdoor onderschatten we de verstrekkende en dramatische gevolgen ervan. Toch merk je ook hier, in West-Europa, dat de opwarming van de aarde ernstige gevolgen heeft, zoals extreme weersomstandigheden. Bij overstromingen in Duitsland, België en Nederland vielen vorig jaar ruim tweehonderd doden en na de extreem hete zomer van dit jaar smachten we allemaal naar regen. Het zijn waarschuwingen of ‘wake-up calls’ zou je zeggen, maar anders dan die van de coronapandemie. Oorzaak en gevolg liggen bij corona erg dicht bij elkaar: je krijgt het virus, je wordt ziek en kan zelfs sterven. De meeste landen kwamen daarom direct in actie en namen rigoureuze maatregelen. Bij klimaatverandering zien ze daar veel minder de noodzaak toe. Onbegrijpelijk, zeker gezien de schokkende cijfers. Het gebruik van fossiele brandstoffen heeft geleid tot 4,9 miljoen slachtoffers – hiertoe behoren ook de jaarlijkse 400.000 klimaatdoden. De wereld telt tussen de 44 en 216 miljoen klimaatvluchtelingen. Er is dus echt iets aan de hand. Vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara zijn de gevolgen desastreus. De lokale bevolking heeft te maken met misoogsten vanwege een verzengende hitte en raakt ondervoed en uitgeput.
De opwarming van de aarde is een onomkeerbaar proces. We merken nu het gevolg van de uitstoot van broeikasgassen van dertig jaar geleden.
Bij klimaatverandering zit inderdaad zo’n dertig tot veertig jaar tussen oorzaak en gevolg. Stel je voor, Peter Spijker en Ignace Schops zijn wereldleiders en zetten het knopje vandaag op ‘uit’ – we stoppen acuut de uitstoot van koolstofdioxide, beter bekend als CO2. Ook dan moeten we de gevaarlijke gevolgen ervan dragen tot in de tweede helft van deze eeuw. Met de wetenschap dat de huidige extreme weersomstandigheden zoals hittegolven, orkanen en overstromingen zijn veroorzaakt door de uitstoot van dertig tot veertig jaar terug. Maar sindsdien hebben we vijftig procent méér uitgestoten – de gevolgen daarvan zullen beslist ernstiger zijn dan wat er nu gebeurt. Je zou er fatalistisch van worden. Maar bedenk dan dat de hel verschillende gradaties kent. Elke tiende graad is het waard om voor te vechten. Het verschil tussen 2,1 en 2,2 graad opwarming is enorm, net als dat tussen 2,2 en 2,3 graad. Door het nu te laten liggen, maken we het leven voor onze toekomstige generaties – en al het andere leven op aarde – onmogelijk.
De problemen op het gebied van klimaat en biodiversiteit vragen om een geïntegreerde aanpak.
Vanwege het heersende hokjesdenken zijn we geneigd deze problemen geïsoleerd aan te pakken en dat werkt niet. Vaak wil men bij het nemen van maatregelen de lokale economie beschermen en tegelijkertijd voor de natuur zorgen; ze worden als aparte zaken behandeld. De kunst is om de economische en ecologische belangen bij elkaar te brengen. Sinds de jaren zeventig is het aantal beschermde natuurgebieden in Europa exponentieel toegenomen. De biodiversiteit holde in dezelfde periode achteruit. Deze paradox is gemakkelijk te verklaren. We creëerden op zichzelf staande, beschermde natuurgebieden. Buiten deze gebieden kregen landbouw, urbanisatie en industriële ontwikkeling alle voorrang. Dit had een negatieve invloed op de leefgebieden in de natuurgebieden; denk aan de gevolgen van verzuring, vermesting en de stikstofproblematiek. Daarom is het voor politici, CEO’s, wetenschappers, landbouwers en burgers hoog tijd om samen integrale oplossingen te bedenken waarin natuurbehoud voorop staat en er tóch geld wordt verdiend. De sociaaleconomische meerwaarde van natuur dus zichtbaar maken als extra argument, als extra vertaling. Behalve de natuur en de economie profiteert ook de bevolking – de gemeenschap – van deze oplossingen. In de strijd tegen klimaatverandering moeten we solidariteit tonen. We kunnen daarbij leren van de Zuid-Afrikaanse Ubuntu-filosofie: ‘Ik ben omdat wij zijn’. Dat betekent dat we alleen door samen te werken kunnen overleven.
De oprichting van het Nationaal Park Hoge Kempen in 2006, waarvan u directeur bent, vormde de aanleiding voor de ontwikkeling van het (Re)connection Model. In dit model versterken economie en ecologie elkaar.
Het (Re)Connection Model wil in de hoofden en harten van mensen kruipen om hen te laten inzien hoe belangrijk de natuur is. Het model beoogt herkenbare natuurruimten te ontwikkelen, zoals nationale parken en die weer in verbinding te brengen met de samenleving en de lokale gemeenschap. De natuur wordt hier niet gezien als een kostenpost, maar als waardevol onderdeel van een economisch en ecologisch systeem. Met relatief eenvoudige ingrepen kun je de natuur beschermen en de lokale economie een boost geven. Plaats de toegangspoorten, de vertrekpunten voor een wandel- of fietstocht, bijvoorbeeld in de buurt van dorpen en niet – zoals gebruikelijk – in het park zelf. Hierdoor wordt de druk op de natuur verlicht, krijgt de plaatselijke economie een boost en creëer je extra jobs. Bij één van de toegangspoorten tot het Nationaal Park Hoge Kempen wordt het ‘blotevoetenpad’ georganiseerd, met jaarlijks 140.000 bezoekers. Toch komt slechts een fractie van hen ook binnen de grenzen van het park. Omdat de attractie op zich – twee uur wandelen met na afloop een trappistenbier drinken en een vlaai eten – voor de meesten voldoende is. Wandelaars genieten, de horeca profiteert en de natuur in het park heeft rust. Alles bij elkaar opgeteld is het park een groot succes. De opbrengsten van Hoge Kempen zijn in 2009 geraamd op 191 miljoen euro en vijfduizend arbeidsplaatsen. Het rendement van de investeringen is ongeveer één op tien; elke geïnvesteerde euro levert tien euro op voor de lokale gemeenschap. De beste bank ter wereld is de natuurbank, geeft beslist het hoogste rendement.
Wat kunnen we leren van de natuur bij het inrichten van onze economie en landbouw?
In de beginjaren van de steenkoolmijnen in Vlaanderen was er een groot gevaar voor koolmonoxide. Mijnwerkers namen daarom een kanarie mee naar beneden. Wanneer er koolmonoxide in de mijn aanwezig was, viel die kanarie flauw. Vanuit zijn kooitje gaf het vogeltje dus signalen over de leefomstandigheden onderin de mijnen. De natuur geeft nog altijd alarmsignalen af en die worden steeds luider en ernstiger. Momenteel telt de wereld vier miljoen verschillende soorten planten en dieren. Door de menselijke vervuilende impact lopen één miljoen soorten het risico nog deze eeuw uit te sterven. Al die soorten zijn ‘kanaries’ die ons waarschuwen. Het is ‘code red’ voor de natuur en daarmee ook voor de mensheid. Wij zijn immers de natuur, staan er niet boven. De stikstofcrisis in Nederland maakt duidelijk hoezeer er behoefte is aan een duurzame, ecologische landbouw. Een pluspunt is dat Den Haag een analyse heeft gemaakt en veel geld beschikbaar stelt om deze transitie in gang te zetten. Het stikstofprobleem speelt al zo’n vijftien tot twintig jaar, maar is altijd door politici weggeduwd. De Europese Commissie verdient een pluim om voor een duurzame landbouw te kiezen en de signalen uit de natuur serieus te nemen. Het World Economic Forum stelt dit jaar in een risicorapport dat biodiversiteitsverlies en klimaatverandering serieuze bedreigingen vormen voor de economie van de toekomst. De economische sector wijst daarmee voor het eerst op de negatieve effecten van ‘global warming’ en wil bijdragen aan het vinden van een oplossing. Dit geeft mij goede moed.
U pleit voor het uitroepen van de Universele Verklaring van de Menselijke Afhankelijkheid van de Natuur.
De natuur is existentieel voor het voortbestaan van de mensheid. De natuur kan perfect zonder ons, wij daarentegen kunnen niet zonder haar. Als dat zo is, moeten we dan onze afhankelijkheid van de natuur niet alleen uitspreken, maar ook officieel vastleggen als het leidende principe? De Universele Natuurafhankelijkheidsverklaring (UNAV) is een aparte verklaring van de Verenigde Naties (VN)die onze afhankelijkheid van de natuur beschrijft en waarin de rechten van de natuur zijn opgenomen. Hieruit kan veel jurisprudentie en aanvullende wetgeving ontstaan die een extra steun kan zijn voor het werk van natuur- en andere organisaties die de vernietiging van de biodiversiteit willen tegengaan. Nu de ecologische en klimatologische stabiliteit van de wereld in gevaar is, zou je naast de VN Blauwhelmen ook over ‘VN Groenhelmen’ moeten beschikken. Als aanvullende ‘nature-force’ kunnen zij bestaande organisaties ondersteunen bij het vergroenen en afkoelen van onze planeet. Door hulp te bieden bij het planten van de nodige miljarden bomen in het regenwoud en bij het voorkomen van stroperij van ivoor. Het opzetten van de VN Groenhelmen is relatief erg goedkoop en helpt tienduizenden mensen aan werk. De kosten voor het niets of te weinig doen zullen vele malen hoger zijn. De wereldberoemde primatoloog Jane Goodall steunde onmiddellijk mijn initiatief van een natuurafhankelijkheidsverklaring. Net als ik ijveren heel wat organisaties voor deze erkenning. En niet zonder resultaat. Op 28 juli 2022 besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dat ‘de toegang tot een zuivere en gezonde leefomgeving’ een mensenrecht is. Als je het mij vraagt een historische beslissing!
Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl