Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Mandy van der Velde en Lisette Munneke

‘Onderzoekend vermogen is voor de professional van cruciaal belang’

Naast het bijbrengen van inhoudelijke kennis is het ontwikkelen van de juiste beroepsvaardigheden en houding het belangrijkste doel van iedere hbo-opleiding. Onderzoekend vermogen is daarvan een belangrijk aspect. Met hun boek Onderzoekend vermogen in de praktijk willen de auteurs met name daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Niet opgediend als droge kost, maar juist prima consumeerbaar. Dat wil zeggen: klaar voor gebruik.

Bert Peene | 7 augustus 2020 | 6-8 minuten leestijd

Vanwaar die nadruk op in de praktijk?
Leuke vraag, goed opgemerkt. De toevoeging in de praktijk heeft voor ons een dubbele betekenis. Ten eerste wilden we een boek schrijven dat voor hbo-studenten heel praktisch en goed hanteerbaar is. Veel boeken die op dit moment gebruikt worden in hbo-onderwijs voor het leren van onderzoeksvaardigheden staan voor studenten ver van hun dagelijkse praktijk als professional en brengen onderzoek vrij abstract. Met dit boek proberen we het concreter en dichter bij de beroepspraktijk te brengen. Daarmee komen we ook meteen op het tweede. Hbo-studenten leren geen onderzoek doen om het onderzoek doen, maar ontwikkelen onderzoekend vermogen om in hun eigen beroepspraktijk in te zetten. Cruciaal aan onderzoekend vermogen in het hbo is dat studenten onderzoek leren inzetten ten dienste van hun dagelijkse beroepspraktijk, dus om de kwaliteit van hun werk te verbeteren, te kunnen innoveren en flexibel in te kunnen spelen op wat er zich in hun beroep/sector voordoet. Een mooi voorbeeld daarvan is de huidige coronacrisis. Onderzoekend vermogen helpt je als professional om wendbaar en flexibel met zo’n complexe praktijksituatie om te kunnen gaan.

Wat is voor jullie eigenlijk een professional?
Een professional is voor ons iemand die zich in de loop van de tijd bekwaamd heeft in een beroep of professie. Bekwaam betekent dat iemand over de beroepscompetenties beschikt die horen bij een specifiek beroepsprofiel, zoals dat van leraar, verpleegkundige of bedrijfskundige. In ons boek benadrukken we het belang van een wendbare professional. De huidige beroepspraktijk is vaak complex en minder routinematig dan voorheen. Professionals moet daarom beter zijn in problemen oplossen, anticiperen op nieuwe situaties, proactief zijn en in staat zijn om nieuwe kennis te creëren en die kennis toe te passen. Dat vraagt naast goede vakkennis om diverse generieke vaardigheden zoals anticiperen, samenwerken, innoveren én onderzoekend vermogen.

Als ik jullie goed begrijp zijn ‘beroepsproducten’ de sleutel tot een onderzoekende houding. Wil je dat eens uitleggen?
Wat ons betreft is het andersom. Onderzoekend vermogen is een sleutel voor de ontwikkeling en verbetering van beroepsproducten. Het is wel zo dat in onze visie het cruciaal is om onderzoekend vermogen te verbinden aan het creëren van een beroepsproduct of in andere woorden onderzoekend vermogen nauw te verbinden aan de praktijkprocessen van professionals en niet te zien als iets ‘aparts’ dat je ook nog doet als professional naast de rest van je werk. Dat maakt onderzoekend vermogen anders dan hoe we gewoon zijn om onderzoek een plek te geven in een hoger onderwijs opleiding. Dat werkt op twee niveaus. Je kunt onderzoekend vermogen inzetten om kritisch te kijken naar een praktijkproces en de aanpak die men gewoon is. Dat geldt bijvoorbeeld voor sociale en zorgberoepen. Daar speelt vaak de vraag ‘welke aanpak helpt om …’. Onderzoekend vermogen kan daar helpen om te komen tot een goed doordachte, onderbouwde en evidence based aanpak. En daarnaast kun je onderzoekend vermogen inzetten binnen een specifiek praktijkproces om het uiteindelijke resultaat te verbeteren. Dat geldt bijvoorbeeld vaak voor ontwerpende beroepen. In ontwerpen zitten vaak fasen waarin behoeften, meningen van diverse stakeholders in kaart gebracht worden. Op het moment dat een student daar onderzoekend vermogen inzet, kan het resultaat beter worden.

Een van die ‘beroepsproducten’ is het geven van advies. Nu is er voldoende literatuur voorhanden die duidelijk maakt dat de rol van intern adviseur een lastige is. Paul Kloosterboer noemt het zelfs ‘manoeuvreren in een mijnenveld’. Hoe bereid je aankomend professionals daarop voor?
Zowel de rol van interne maar ook externe adviseurs is lastig. Op dit moment draait er een project ‘impactvol afstuderen’ (www.impactvolafstuderen.nl) waarin we in samenwerking met praktijkpartners proberen nieuwe scenario’s te ontwikkelen voor afstuderen bij opleidingen in het economische domein. De grootste klacht daar is dat studenten op basis van onderzoek met een dik adviesrapport komen en dat vervolgens in de la verdwijnt. Veel bedrijven zouden graag adviseurs hebben die vanaf dag één ‘beweging’ of doorwerking weten te creëren. Om studenten daar op voor te bereiden is het belangrijk ze andere manieren van adviseren te leren dan een advies op basis van het standaardproces probleemanalyse – diagnose – advies – implementatieplan. Meer agile- of lean-achtige vormen van werken zijn in opkomst en moeten ook aan bod komen in hbo-opleidingen. Onderzoekend vermogen kan hier een belangrijke rol spelen omdat je door het gebruiken van bepaalde onderzoeksmethoden, zoals bijvoorbeeld een focusgroep of het doen van actieonderzoek, mét het doen van je onderzoek al werkt aan bijvoorbeeld het creëren van draagvlak.

Data-analyse is een belangrijk aspect van een onderzoekende houding. Als je alle discussies over de kwaliteit van de Corona-maatregelen kritisch hebt gevolgd, kom je minstens tot de conclusie dat zo’n analyse sterk bepaald wordt door het professioneel frame. Hoe ga je daar als docent mee om in het hbo?
In de eerste plaats gaat onderzoekend vermogen veel breder dan alleen data-analyse. Wat niet in het boek expliciet besproken wordt, omdat het een boek is voor studenten, is de nieuwe definiëring van onderzoekend vermogen die we de afgelopen jaren binnen het lectoraat MPO ontwikkeld hebben.  Die definitie is nu: ‘Het vermogen om in complexe situaties ontbrekende kennis te kunnen waarnemen en verwoorden en deze op een passende manier te kunnen aanvullen en bruikbaar maken in de beroepssituatie.’
Het klopt dat iedere professional zijn eigen frame heeft. Voor ons is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van onderzoekend vermogen dat dit in de opleiding expliciet aan de orde komt. Aankomende professionals moeten bewust gemaakt worden van de taal en perspectieven in hun eigen domein, maar ook hun eerste samenwerkingen hebben met professionals uit andere domeinen en leren dat die domeinen hun eigen taal en perspectieven hebben. In hbo-opleidingen moet veel meer aandacht komen voor het interdisciplinair samenwerken aan complexe problemen. Een onderdeel van onderzoekend vermogen is dat je begrijpt hoe je eigen domein in elkaar steekt en wat dit betekent voor hoe je tegen een probleem aankijkt. Daar de mogelijkheden én beperkingen ook van kunt zien. De rol van docenten is dat zij in staat zijn om dit soort rijke leeromgevingen te creëren en studenten hierin te begeleiden bijvoorbeeld door dit soort zaken te expliciteren of te modelleren hoe je daarmee omgaat.

Hbo’ers zijn vaak praktisch ingestelde mensen. Hoe lastig is het hen te stimuleren tot het ontwikkelen van een onderzoekende houding?
Op het moment dat onderzoek een losstaand gegeven blijft, zoals tot een paar jaar geleden vaak het geval was binnen hbo-opleidingen, blijkt het lastig om studenten te motiveren voor onderzoek. Dat is overigens een universeel gegeven dat niet alleen geldt voor hbo-studenten. Over de hele wereld in alle vormen van hoger onderwijs blijkt het lastig om studenten een positieve houding te laten ontwikkelen ten opzichte van onderzoek. Hier is ook het meeste onderzoek naar gedaan – hoe kun je studenten motiveren om positief naar onderzoek te kijken? We hopen dat studenten met de visie op onderzoekend vermogen zoals die in de afgelopen jaren binnen het hbo ontwikkeld is, onderzoek ten dienste van het praktijkproces, de relevantie van onderzoek voor hun eigen beroep goed gaan zien. Overigens is er nog veel werk te verrichten binnen opleidingen om onderzoekend vermogen goed te integreren zodat het altijd overal aanwezig is en niet een apart iets is in het curriculum dat ‘ook’ nog moet.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden