Strafrecht met mate
Paperback Nederlands 2019 14e druk 9789013151268Samenvatting
De ultieme kennismaking met het strafrecht, strafprocesrecht en sanctierecht. Deze uitgave geeft een totaaloverzicht en plaatst het Nederlandse straf(proces)recht in de steeds breder wordende Europese context. De vele kruisverwijzingen maken de samenhang inzichtelijk en prikkelen de lezer gericht tot verdere verdieping. Geschreven voor student én professional. Strafrecht met mate is de ideale titel voor iedereen die op zoek is naar een inleidend werk over het strafrecht.
De lezer maakt kennis met het gehele speelveld van het straf(proces)recht. Zowel het materiële strafrecht, het formele strafrecht (strafprocesrecht), het sanctierecht als het Europese strafrecht komen aan bod. Met de vele kruisverwijzingen slagen de auteurs erin de algehele samenhang van onderwerpen inzichtelijk te maken. Zo kunt u zich gemakkelijk en snel verder verdiepen.
De titel behandelt de dogmatische leerstukken en de inrichting en werkwijze van strafrechtspleging en koppelt deze aan de problematische kanten van het strafrecht. De auteurs bepleiten een toepassing van het strafrecht die met mate geschiedt. Het strafrecht is geen wondermiddel; het kan slechts in beperkte mate menselijk gedrag sturen en veiligheid voor burgers garanderen. Het belang van de rechtsbeschermende functie van het strafrecht krijgt de volle aandacht. Uiteraard zijn belangrijke wijzigingen en verduidelijkingen in jurisprudentie sinds de laatste editie verwerkt.
Ook blikt de titel vooruit op de moderniseringsoperatie die momenteel op het gebied van het strafprocesrecht gaande is.'Strafrecht met mate' vormt voor studenten een heldere inleiding in het rechtsgebied. Maar ook professionals zetten de uitgave geregeld in voor opfrissing en oriëntatie.
Specificaties
Lezersrecensies
Over André Klip
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen XIII
1 Karakter en plaats van het strafrecht 1
1.1 Mensen straffen elkaar 1
1.2 Verschillende invalshoeken op het strafrecht 3
1.2.1 Het strafrechtelijk systeem, de maatschappij en de individuele burger 3
1.2.2 Het primaat van de wet en van het wettelijk systeem 7
1.2.3 De individuele rechtspositie van de burger 9
1.2.4 Algemeen en individueel welzijn 10
1.2.5 Het strafproces voor het slachtoffer 13
1.2.6 De optiek van dit boek 14
1.3 De rol van overheid en individu bij de strafrechtspleging 17
1.3.1 Strafrecht is publiekrecht 17
1.3.2 Wie bij de strafrechtspleging een rol spelen 17
1.3.3 De Europese Unie en het strafrecht 25
1.4 Ontwikkelingen in strafrecht en strafrechtswetenschappen 25
1.4.1 Voorgeschiedenis 25
1.4.2 De Klassieke School 27
1.4.2.1 Vrijheid 27
1.4.2.2 Gelijkheid 29
1.4.2.3 Broederschap 29
1.4.3 De Nieuwe Richting 30
1.4.4 De autoritaire richting 33
1.4.5 De ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog tot heden 33
1.4.5.1 De eerste kritische en empirische criminologie in Nederland 33
1.4.5.2 Humanisering na de Tweede Wereldoorlog 36
1.4.5.3 Democratisering en juridisering 37
1.4.5.4 Meer instrumenteel strafrecht 40
1.4.5.5 Het strafrecht en het veiligheidsprimaat 43
1.4.6 Implicaties van de nullum delictum, nulla poena-regel 46
1.5 De strafwet; normen en sancties 51
1.5.1 De tweeledigheid van strafbepalingen 51
1.5.1.1 Rechtsdelicten 52
1.5.1.2 Wetsdelicten 52
1.5.1.3 De strafrechtelijke sanctienorm en andere sancties 53
1.5.2 Tuchtrecht 55
2 Indelingen van strafbare feiten 57
2.1 Juridisch-technische indelingen 57
2.1.1 Wetten in formele en materiële zin 57
2.1.2 Misdrijven-overtredingen 57
2.1.3 Algemeen Deel van het Wetboek van Strafrecht 58
2.1.4 Competentie 60
2.1.5 Opzet 60
2.1.6 Doleuze/culpoze delicten 62
2.1.7 Straffeloosheid van poging, voorbereiding en medeplichtigheid bij overtredingen 63
2.2 Indeling naar criminaliteitsvorm; enkele groepen strafbare feiten 63
2.2.1 Zedendelicten 63
2.2.2 Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid 64
2.2.3 Levens- en geweldsdelicten 65
2.2.4 Vermogensdelicten 66
2.2.5 Terroristische misdrijven 67
2.2.6 Economische delicten 68
2.2.7 Verkeersdelicten 69
2.2.8 Drugsdelicten 70
2.2.9 Wapenwetgeving 71
2.2.10 Decentraal strafrecht 71
3 De constructie van het strafbare feit 74
3.1 De bestanddelen van de delictsomschrijving 74
3.1.1 De gedraging 74
3.1.2 De omstandigheden van de gedraging 77
3.1.2.1 De persoonlijke omstandigheden 78
3.1.2.2 De onpersoonlijke omstandigheden 79
3.1.3 De omstandigheden niet-van de gedraging 81
3.2 De toepassing van het materiële strafrecht in het strafproces (art. 350 Sv) 82
3.3 De samenloop 89
3.3.1 De eendaadse samenloop 89
3.3.2 Specialiteit 90
3.3.3 De meerdaadse samenloop 91
3.3.4 Voortgezette handeling 93
3.3.5 De betekenis van het begrip ‘feit’ in de regel van nebis in idem 93
4 De inwendige bestanddelen. Opzet en schuld 100
4.1 Gradaties van opzet en schuld 100
4.2 Voorwaardelijk opzet 103
4.2.1 De betekenis van voorwaardelijk opzet 103
4.2.2 ‘Wetende dat’ 108
4.2.3 Een speciaal oogmerk 109
4.2.4 De voorbedachte raad 111
4.2.5 Bewijs van voorwaardelijk opzet 113
4.3 Culpa 115
4.3.1 De betekenis van culpa 115
4.3.2 Bewijs van culpa 118
4.3.3 Verdere profilering van culpa in de rechtspraak 120
5 De strafbaarheid; voorwaarden en uitzonderingen 123
5.1 De gedraging 123
5.2 De delictsomschrijving 124
5.3 De wederrechtelijkheid 124
5.3.1 Wettelijke rechtvaardigingsgronden 130
5.3.1.1 Noodweer 130
5.3.1.2 Wettelijk voorschrift 134
5.3.1.3 Ambtelijk bevel 135
5.3.1.4 Overmacht 136
5.4 De schuld 139
5.4.1 Fait matériel 140
5.4.2 Avas 141
5.4.3 Wettelijke schulduitsluitingsgronden 143
5.4.3.1 Overmacht 143
5.4.3.2 Ontoerekenbaarheid 145
5.4.3.3 Noodweerexces 147
5.4.3.4 Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel 149
6 De uitbreiding van de strafbaarheid: poging, voorbereiding en deelneming 151
6.1 Poging 151
6.1.1 Vereisten 151
6.1.2 De ondeugdelijke poging 165
6.1.3 Strafbare voorbereiding 167
6.2 Deelneming 171
6.2.1 Daderschap en medeplichtigheid 172
6.2.2 Uitlokking 174
6.2.3 Doen plegen 177
6.2.4 Medeplegen 179
6.2.5 Medeplichtigheid 184
6.3 Deelneming aan deelneming 188
6.4 Poging tot deelneming 189
7 Causaliteit en daderschap 192
7.1 Causaliteit 192
7.2 Daderschap 200
8 Europese invloeden op het Nederlandse straf- en strafprocesrecht 213
8.1 Inleiding 213
8.2 Doorwerking van het unierecht in de nationale straf(proces-) rechtsorde 213
8.3 Meerlagige invloed van Europees strafrecht in de Nederlandse rechtsorde 217
8.4 Europese strafbaarstellingen in het Nederlandse strafrecht 219
8.5 Europese minimumnormen in het strafproces 219
8.6 Het vrij verkeer in de Europese Unie en de betekenis ervan voor het strafrecht 221
8.7 De toepassing van het Europese strafrecht in de Nederlandse rechtsorde 225
8.8 Beroep van de verdachte op het unierecht 226
8.9 Uitleg door het Hof van Justitie en prejudiciële vragen 228
8.10 Strafrechtelijke samenwerking 230
9 Strafprocesrecht: voorbereidend onderzoek 233
9.1 Inleiding 233
9.1.1 Maximale waarheidsvinding 233
9.1.2 De openbare functie 234
9.1.3 Korte historiek 235
9.2 Opsporing 241
9.2.1 Opsporing versus controle 244
9.2.2 De verdachte 246
9.2.3 Rechtshulp 251
9.2.4 Heterdaad 254
9.2.5 Dwangmiddelen en onderzoek 255
9.3 Vervolging 267
9.3.1 Onderzoekshandelingen door de R-C 271
9.3.2 Verder vervolgen 277
9.3.3 Tweemaal lastiggevallen worden 280
9.3.4 Vervolgingsbeleid 281
9.3.5 De dagvaarding 284
9.3.5.1 Cumulatieve, subsidiaire en alternatieve tenlasteleggingen 290
9.3.6 Bezwaarschrift tegen de dagvaarding (art. 262 Sv) 290
9.3.7 Vormverzuimen 291
10 Strafprocesrecht: eindonderzoek 293
10.1 Inleiding 293
10.2 Gang van zaken ter terechtzitting 293
10.3 Enkele toelichtingen 296
10.3.1 Preliminaire verweren 296
10.3.2 Toepasselijkheid van de Nederlandse strafwet 296
10.3.3 Het getuigenverhoor 300
10.3.4 Het verhoor van verdachte 306
10.3.5 Het slachtoffer 307
10.4 Schorsing 310
10.5 Uitspraak 311
10.5.1 De formele vragen van art. 348 Sv 314
10.5.2 De materiële vragen van art. 350 Sv 317
10.5.2.1 Is bewezen dat het ten laste gelegde door de verdachteis begaan? 317
10.5.2.1.1 Het bewijsrecht 317
10.5.2.1.2 Onrechtmatig bewijs 323
10.5.2.1.3 De uitsluitingsregel: doel- of waardegeoriënteerd? 327
10.5.2.1.4 Onmiddellijkheidsbeginsel 328
10.5.2.1.5 Bewijsverweren 330
10.5.2.2 Kwalificatie: is het bewezen feit strafbaar en welk in de wet strafbaar gesteld feit levert dit bewezen feit op? 331
10.5.2.3 Strafbaarheid van de dader: is verdachte strafbaar wanneer vaststaat dat het feit door de verdachte is begaan en een strafbaar feit is? 333
10.5.2.4 Oplegging van straf of maatregel: kan en/of moet een straf en/of maatregel worden opgelegd, en zo ja, welke? 334
10.6 Motiveringsplichten 335
10.7 Rechtsmiddelen 343
10.7.1 Gewone rechtsmiddelen 344
10.7.2 Buitengewone rechtsmiddelen 347
10.8 Tenuitvoerlegging 350
10.9 Justitiële documentatie 351
11 Sancties, straftoemeting en straftenuitvoerlegging 353
11.1 Waarom zó straffen? 353
11.1.1 Theoretische verklaringen voor verschillen in straftypen 353
11.1.2 Rechtvaardigingstheorieën 357
11.2 Strafrechtelijke sancties 362
11.2.1 Strafsoorten 362
11.2.1.1 De hoofdstraffen 363
11.2.1.2 De bijkomende straffen 366
11.2.1.3 De strafrechtelijke maatregelen 368
11.2.2 Strafmaat 372
11.2.3 Strafvorm: de voorwaardelijke veroordeling 378
11.2.4 De terbeschikkingstelling 381
11.2.5 De reclassering 392
11.2.6 Het punitief gehalte van sancties: het uitdijend bestuursstrafrecht 394
11.3 De straftoemeting 398
11.3.1 De rechterlijke straftoemeting 398
11.3.2 Het jeugdstrafrecht en het strafrecht voor jongvolwassenen (adolescenten) 406
11.4 De straftenuitvoerlegging 413
11.4.1 Enige algemene uitgangspunten 413
11.4.2 Differentiatie van penitentiaire inrichtingen en afdelingen 415
11.4.3 De ontwikkeling van ons gevangenisstelsel 422
11.4.4 De rechtspositie van de gedetineerden 426
11.4.5 De voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) 430
11.4.6 Gratie 432
11.4.7 De tenuitvoerlegging van buitenlandse strafvonnissen 437
11.4.8 Strafrechter en strafexecutie 438
Jurisprudentieregister 443
Trefwoordenregister 459
Schematische overzichten van de strafbaarheid en de loopvan een strafproces 471
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan