Bart Boersma is werkzaam als jurist en adviseur bij Customs Knowledge. Customs Knowledge adviseert middelgrote bedrijven tot multinationals op het gebied van douane en internationale handel.
Meer over de auteursHeffingsgrondslagen douanerecht
Classificatie, douanewaarde & oorsprong
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789012398336Samenvatting
Rechten bij invoer en een groot aantal handelspolitieke maatregelen bij in- en uitvoer worden bepaald door het soort product, het land waar de goederen gemaakt zijn en de waarde. Er bestaan tienduizenden goederencodes, terwijl er slechts één de juiste is, maar welke? Hoe wordt het land van oorsprong bepaald wanneer een product bestaat uit componenten uit verschillende landen? De douanewaarde is afhankelijk van diverse elementen, waarbij er vele uitzonderingen bestaan. Met de komst van het Douanewetboek van de Unie (DWU) per 1 mei 2016 zijn er diverse essentiële wijzigingen. De meest complicerende factor is nog wel dat, naast de vele regels, ook een scala aan jurisprudentie bestaat waaruit een nadere uitleg van de regels blijkt.
In dit boek worden de drie onderwerpen classificatie, douanewaarde en herkomst & oorsprong aan de hand van vele voorbeelden gedetailleerd behandeld en toegelicht. De nationale en Europese jurisprudentie komen uitgebreid aan bod. Uiteraard vormen de bepalingen van het Douanewetboek van de Unie de basis, maar ook wordt vanuit historisch perspectief de douanewetgeving van vóór 1 mei 2016 behandeld.
Het boek heeft een praktische insteek en bevat vele handreikingen om uiteindelijk tot douanecompliance te komen: het voldoen aan alle regels. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van Authorised Economic Operator (AEO) en de eisen die bij vertegenwoordiging worden gesteld, kan een bedrijf zich niet veroorloven fouten te maken bij de vaststelling van de goederencode, de handelspolitieke maatregelen of het af te dragen bedrag aan rechten.
Het boek ‘Heffingsgrondslagen douanerecht’ is uitermate geschikt voor medewerkers die verantwoordelijk zijn voor import en export, de douanedeclarant, de manager customs affairs of de expert douanezaken. Ook binnen het onderwijs op mbo- en hbo-niveau kan het in een verdiepende module worden gebruikt.
Dit boek is geschreven door mr. ing. B.J.B. (Bart) Boersma RB en A.P. (Bram) van Breukelen. Beide auteurs zijn, na een uitgebreide en uitdagende loopbaan bij de Nederlandse douane, werkzaam als jurist en adviseur bij Customs Knowledge. Customs Knowledge adviseert middelgrote bedrijven tot multinationals op het gebied van douane en internationale handel. De twee auteurs verenigen, samen met andere kantoorgenoten, meer dan 65 jaar ‘douane-ervaring’ en treden veelvuldig op als docent, annotator of publicist. Bart en Bram schreven eerder ook het boek ‘Douane in vogelvlucht’. In samenwerking met Sdu organiseert Customs Knowledge ook jaarlijks het ‘Nationaal douanecongres’.
Lezersrecensies
Over Bram van Breukelen
Inhoudsopgave
Deel I: Classificatie ............................................................................ 15
1 Inleiding classificatie nomenclaturen ......................................... 17
1.1 Inleiding deel I ..................................................................... 17
1.2 Complexiteit, voorbeeld kerstfeestartikelen ....................... 18
1.3 Goederencode en omschrijving op de aangifte .................. 21
1.4 Het douanetarief ................................................................ 22
1.5 De tarieven ......................................................................... 24
1.5.1 Conventionele douanerechten (letter c) ........................ 24
1.5.2 Tariefpreferenties (letter d en e) .................................... 24
1.5.3 Tariefschorsingen en contingenten (letter f) .................. 25
2 Verschillende nomenclaturen .................................................... 27
2.1 Het Geharmoniseerd Systeem ............................................ 27
2.2 Structuur van het Geharmoniseerd Systeem ...................... 27
2.3 Gecombineerde nomenclatuur ........................................... 30
2.4 Het gebruikstarief binnen de Europese Unie (TARIC).......... 32
2.5 Het Nederlandse gebruikstarief .......................................... 34
2.6 De goederencode ................................................................ 36
3 Aantekeningen & toelichtingen ................................................. 37
3.1 Inleiding .............................................................................. 37
3.2 Verschillende soorten aantekeningen................................. 38
3.2.1 Aantekeningen ................................................................ 38
3.2.2 Aanvullende aantekeningen ........................................... 39
3.2.3 Aanvullende aantekeningen (GN) ................................... 39
3.3 Werking van de aantekeningen .......................................... 40
3.3.1 A. Verbodsbepaling ......................................................... 40
3.3.2 B. Gebodsbepaling .......................................................... 41
3.3.3 C. Voorrangsbepaling ...................................................... 42
3.3.4 D. Definities en verklarende teksten .............................. 42
3.4 Verschillende soorten toelichtingen.................................... 44
3.5 Wie stelt de toelichtingen vast? ......................................... 46
3.6 Toepassingsbereik van aantekeningen en toelichtingen .... 49
3.6.1 Toelichting is geen wettelijk instrument ........................ 49
3.6.2 Ook de aantekening is niet “heilig” ................................ 51
3.6.3 Ongeldige aantekening ................................................... 52
3.7 Beleidsbesluit Staatssecretaris ........................................... 53
4 De indelingsregels ...................................................................... 55
4.1 Noodzaak spelregels voor een uniforme indeling ............... 55
4.2 Indelingsregel 1 .................................................................. 56
4.3 Indelingsregel 2a ................................................................ 58
4.3.1 Inleiding .......................................................................... 58
4.3.2 Complexiteit is niet relevant ........................................... 59
4.3.3 Tezelfder tijd ter inklaring aangeboden.......................... 60
4.4 Indelingsregel 2b ................................................................ 62
4.5 Indelingsregel 3 aanhef en 3a ............................................ 65
4.6 Indelingsregel 3b ................................................................ 66
4.7 Indelingsregel 3c ................................................................. 72
4.8 Indelingsregel 4 .................................................................. 75
4.9 Indelingsregel 5 aanhef en 5a ............................................ 77
4.10 Indelingsregel 5b ................................................................ 79
4.11 Indelingsregel 6 .................................................................. 82
5 Indelingsverordeningen ............................................................. 85
5.1 Noodzaak voor indelingsverordeningen ............................. 85
5.2 Toepasselijkheid van de indelingsverordening ................... 87
5.3 Vanaf wanneer is de indelingsverordening geldig? ............ 92
5.3.1 Verordening is pas geldig na publicatie .......................... 92
5.3.2 Europese Commissie: toch terugwerkende kracht mogelijk 92
5.3.3 Situaties zonder terugwerkende kracht ......................... 93
5.4 Hoe lang is de verordening geldig? .................................... 94
5.5 Niet elke indelingsverordening is juist ................................ 97
6 Aanvraag van een BTI .............................................................. 101
6.1 Inleiding ............................................................................ 101
6.2 Aanvraag van de BTI ......................................................... 102
6.3 Voorgenomen gebruik ...................................................... 103
6.4 De BTI-databank ............................................................... 104
6.5 Afgifte van de BTI ............................................................. 106
6.6 Rechtsmiddelen tegen ‘niet-verwachte’ BTI ..................... 107
6.6.1 Gelijk krijgen kan lang duren ........................................ 107
6.6.2 Dus ook een onjuiste BTI moet worden gebruikt!? ...... 109
6.6.3 Klantafspraak Douane ................................................... 109
6.7 BTI en strafbaar feit .......................................................... 110
7 Beroep op en geldigheid van de BTI ......................................... 111
7.1 Beroep op de BTI bij de aangifte ....................................... 111
7.2 BTI geldt in alle lidstaten .................................................. 111
7.3 De houder van de beschikking .......................................... 112
7.4 In elk opzicht overeenstemmen (identieke goederen) ...... 113
7.5 BTI-shoppen ...................................................................... 116
7.6 Het vervallen of intrekken van BTI’s ................................. 116
7.7 Gewijzigd inzicht ............................................................... 118
7.8 Overgangstermijn ............................................................. 119
Deel II: Douanewaarde ................................................................... 123
8 Inleiding in de douanewaarde ................................................. 125
8.1 Inleiding deel II .................................................................. 125
8.2 Ad-valorem en specifieke rechten ..................................... 125
8.3 Afspraken in GATT-verband .............................................. 126
8.4 Europese wetgeving en andere bronnen .......................... 127
8.4.1 Inleiding ........................................................................ 127
8.4.2 DWU, GVo.DWU en UVo.DWU ..................................... 128
8.4.3 Guidelines (guidance) van de Europese Commissie ..... 129
8.4.4 Commentaren en conclusies van het Comité ............... 130
8.4.5 Jurisprudentie ............................................................... 131
8.4.6 Handboek Douane ........................................................ 132
8.5 Leveringsvoorwaarden en Incoterms ................................ 132
9 De zes methoden ..................................................................... 137
9.1 Inleiding ............................................................................ 137
9.2 Transactiewaarde van identieke goederen ...................... 138
9.2.1 Inleiding ........................................................................ 138
9.2.2 Identieke goederen ....................................................... 138
9.2.3 Zelfde handelsniveau .................................................... 139
9.2.4 Hetzelfde tijdstip ........................................................... 139
9.2.5 Aanpassen kosten van vervoer en verzekering ............ 140
9.3 Transactiewaarde van soortgelijke goederen .................. 140
9.4 Aftrek- of terugrekenmethode .......................................... 141
9.4.1 Inleiding ........................................................................ 141
9.4.2 Eerste handelsniveau en grootst verkochte hoeveelheid 142
9.4.3 Verlaging van de prijs (aftrekposten) ........................... 143
9.4.4 Eenheidsprijzen voor groenten en fruit ........................ 145
9.5 Berekende waarde (kostprijs plus methode) .................... 145
9.5.1 Inleiding ........................................................................ 145
9.5.2 De kosten van de materialen ........................................ 146
9.5.3 Winst en algemene kosten ........................................... 146
9.6 Fall-backmethode (redelijke middelen) ............................ 146
9.7 Procedure verwerpen transactiewaarde .......................... 148
9.7.1 Douanekamer Gerechtshof Amsterdam 25 juni 2009 .. 149
9.7.2 Douanekamer Gerechtshof Amsterdam 3 november 2015 150
9.7.3 Hof van Justitie 16 juni 2016 (EURO 2004 Hungary Kft)151
9.7.4 Rechtbank Noord-Holland 7 november 2016 ............... 152
9.7.5 Douanekamer Gerechtshof Amsterdam 15 september 2016 153
9.8 Herziening douanewaarde ............................................... 154
9.8.1 De casus ........................................................................ 154
9.8.2 Oordeel inspecteur ....................................................... 155
9.8.3 Rechtbank Noord-Holland 25 maart 2014 .................... 155
9.8.4 Douanekamer Gerechtshof Amsterdam 10 februari 2016 156
10 Artikel 70 DWU: vier elementen .......................................... 159
10.1 Inleiding ............................................................................ 159
10.2 Koop-verkooptransactie ................................................... 160
10.2.1 Aankoop door filiaal...................................................... 160
10.2.2 Tussenpersonen ............................................................ 161
10.2.3 Gratis zendingen ........................................................... 161
10.3 De werkelijk betaalde of te betalen prijs .......................... 161
10.3.1 Artikel 129 lid 1 UVo.DWU – breed toepassingsbereik 161
10.3.2 Artikel 129 lid 2 UVo.DWU – geen bijtelling ................. 162
10.4 Welke transactie? ............................................................. 163
10.4.1 Inleiding ........................................................................ 163
10.4.2 Nieuwe bepalingen in DWU en UVo.DWU ................... 163
10.4.3 5-stappenplan ............................................................... 164
10.4.4 Enkele voorbeelden ...................................................... 166
10.5 Wanneer mag artikel 70 DWU niet worden toegepast .... 167
10.6 Beperkingen overdracht of gebruik (letter a) ................... 167
10.7 Verkoop of prijs afhankelijk van andere voorwaarde (letter b) 168
10.8 Opbrengst latere wederverkoop (letter c) ........................ 169
10.9 Verbondenheid (letter d) .................................................. 169
10.9.1 Wanneer is er sprake van verbondenheid? .................. 170
10.9.2 Gevolgen van verbondenheid ....................................... 171
10.9.3 Verbonden maar geen invloed ..................................... 171
11 Kortingen, prijsverminderingen en gratis zendingen ............ 173
11.1 Inleiding ............................................................................ 173
11.2 Algemene voorwaarden voor toepassen korting .............. 173
11.3 Korting voor specifieke betaalwijze .................................. 175
11.4 Korting wegens bepaalde hoeveelheid of omzet .............. 176
11.5 Beschadigde goederen...................................................... 177
11.6 Gratis geleverde goederen................................................ 181
12 Artikel 71 DWU: bijtelelementen – algemeen ...................... 183
12.1 Inleiding ............................................................................ 183
12.2 Commissies en kosten verpakken ..................................... 184
12.2.1 Commissies en courtage ............................................... 184
12.2.2 Kosten van verpakkingsmiddelen ................................. 184
12.2.3 Kosten van het verpakken ............................................ 185
12.3 Ter beschikking gestelde goederen en diensten ............... 186
12.3.1 Verschillende elementen .............................................. 186
12.3.2 Plaats van prestatie ...................................................... 187
12.3.3 Waarde van de toeleveringen ...................................... 188
12.3.4 Specifieke jurisprudentie over ‘left-overs’ .................... 189
12.4 Opbrengst wederverkoop ................................................. 190
13 Artikel 71 DWU: royalty’s en licentierechten ....................... 193
13.1 Wat zijn royalty’s en licentierechten? ............................... 193
13.2 Voorwaarden voor bijtelling ............................................. 194
13.3 Artikel 136 lid 1 en 2 UVo.DWU: Royalty heeft betrekking op goed 195
13.4 Artikel 136 lid 4 UVo.DWU: Royalty voorwaarde voor verkoop 196
13.5 Jurisprudentie onder het oude recht ................................. 197
14 Artikel 71 en 72 DWU: kosten van vervoer en verzekering ... 199
14.1 Inleiding ............................................................................ 199
14.2 Plaats van binnenkomst ................................................... 200
14.3 Verdeling vervoerskosten ................................................. 201
14.4 Kosten van vervoer door de lucht ..................................... 203
14.4.1 Bijlage 23-01 UVo.DWU ................................................ 203
14.4.2 Werkelijke kosten van luchtvracht ............................... 204
14.5 Enkele bijzondere situaties ............................................... 205
14.5.1 Situatie a (gratis vervoer) ............................................. 205
14.5.2 Situatie b (FOB New York) ............................................ 205
14.5.3 Situatie c (eenzelfde soort vervoermiddel) .................. 205
14.5.4 Situatie d (verschillende soorten vervoermiddel) ........ 206
14.5.5 Situatie e (kosten van vervoer niet te onderscheiden) 207
14.6 Kosten van verzekering ..................................................... 207
14.7 Kosten van demurrage (overliggelden) ............................ 209
14.8 Kosten van opslag ............................................................. 210
14.9 Kosten van lossing ............................................................ 211
14.10 BAF en CAF (bunker- en valutatoeslag) en andere toeslagen ......................................................................................... 211
14.11 Hoogte van de vervoerskosten – specifieke casus ............ 212
15 Artikel 72 DWU: aftrekelementen ........................................ 219
15.1 Inleiding ............................................................................ 219
15.2 Kosten van vervoer na binnenkomst (letter a) ................. 219
15.3 Constructiewerkzaamheden, installatie, montage, e.d. (letter b) 220
15.4 Interesten (letter c) ........................................................... 220
15.5 Kosten verveelvoudiging (letter d) .................................... 220
15.6 Inkoopcommissies (letter e) .............................................. 221
15.7 Invoerrechten en andere belastingen (letter f) ................. 222
15.8 Betalingen voor recht tot distributie of wederverkoop (letter g) 222
15.9 Te onderscheiden .............................................................. 222
Deel III: Herkomst & oorsprong....................................................... 225
16 Begrippenkader oorsprong .................................................. 227
16.1 Inleiding deel III ................................................................ 227
16.2 “Made in” ......................................................................... 227
16.3 Het begrip herkomst ......................................................... 228
16.4 Herkomst vrije verkeer ...................................................... 229
16.5 Herkomst Turkije............................................................... 230
16.6 Het begrip oorsprong ........................................................ 231
16.7 Preferentiële en niet-preferentiële oorsprong .................. 232
16.8 “Verzonden uit” ................................................................ 233
17 Niet-preferentiële oorsprong ............................................... 235
17.1 Wetgeving ........................................................................ 235
17.2 Criterium oorsprong: geheel en al verkregen ................... 235
17.3 Criterium oorsprong: Ingrijpende be- of verwerking ........ 236
17.3.1 Artikel 60 lid 2 DWU ..................................................... 236
17.3.2 Bijlage 22-01 GVo.DWU ................................................ 237
17.3.3 List rules ........................................................................ 240
17.3.4 Jurisprudentie ............................................................... 241
17.4 Criterium oorsprong: tariefpostverspringing .................... 242
17.5 Criterium oorsprong: specifieke voorwaarden ................. 243
17.6 Gevolgen niet aantonen niet-preferentiële oorsprong ..... 244
17.7 Bepalingen niet-preferentiële oorsprong bij uitvoer ......... 245
18 Preferentiële oorsprong ....................................................... 247
18.1 Inleiding wetgeving .......................................................... 247
18.2 Autonome regelingen ....................................................... 247
18.3 Overeenkomsten ............................................................... 248
18.4 Criterium oorsprong: geheel en al verkregen ................... 250
18.5 Criterium oorsprong: toereikende bewerking ................... 252
18.6 Waardetolerantieregel ..................................................... 255
18.7 Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen ....... 256
18.8 Stellen of assortimenten ................................................... 257
18.9 Neutrale elementen .......................................................... 258
18.10 Ontoereikende bewerking ................................................ 259
18.11 Rechtstreeks vervoer ........................................................ 260
18.12 No-drawback regel ........................................................... 262
18.13 Gevolgen niet kunnen aantonen preferentiële oorsprong 264
18.14 Terugkerende goederen: strikte toepassing ..................... 265
19 Cumulatie ............................................................................ 269
19.1 Inleiding ............................................................................ 269
19.2 Bilaterale cumulatie .......................................................... 269
19.3 Diagonale cumulatie ......................................................... 270
19.4 Totale of volledige cumulatie ........................................... 270
20 Oorsprongsbescheiden ........................................................ 273
20.1 Inleiding ............................................................................ 273
20.2 Niet-preferentiële oorsprongsbescheiden ........................ 273
20.2.1 Algemeen certificaat van oorsprong ............................ 273
20.2.2 Certificaat van oorsprong (niet-preferentiële invoerregelingen) ......................................................................... 273
20.2.3 Preferentieel en niet-preferentieel in één document? 273
20.3 Preferentiële oorsprongsbescheiden ................................ 274
20.3.1 Inleiding ........................................................................ 274
20.3.2 Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en EUR-MED 275
20.3.3 Factuurverklaring .......................................................... 275
20.3.4 Formulier EUR.2 ............................................................ 276
20.3.5 Certificaat van oorsprong FORM. A .............................. 276
20.3.6 Geregistreerde Exporteur (REX) ................................... 277
20.4 Bindende oorsprongsinlichting ......................................... 280
21 Uitwerking casus oorsprong Tunesië .................................... 283
21.1 Inleiding ............................................................................ 283
21.2 Oorsprong verkrijgen ........................................................ 283
21.3 Ontoereikende bewerking ................................................ 287
21.4 Cumulatie ......................................................................... 288
21.5 Bewijsmiddelen ................................................................. 288
21.6 Rechtstreeks vervoer ........................................................ 289
22 Onregelmatigheden oorsprong en vertrouwensbeginsel ..... 291
22.1 Inleiding ............................................................................ 291
22.2 OLAF ................................................................................. 292
22.3 Bewijsverdeling bij oorsprongsonderzoeken .................... 293
22.4 Vertrouwensbeginsel ........................................................ 295
22.5 Onjuist certificaat ............................................................. 297
22.6 Vergissing autoriteiten / actieve gedraging ..................... 298
22.7 Vergissing redelijkerwijze te ontdekken ........................... 299
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan