Recent onderzoek laat zien dat 80% van de energie in organisaties weglekt door gedateerd denken, betekenisloze rituelen, twijfelachtige machtsrelaties en gedoe. Een context die aanmoedigt om vooral geen risico te nemen en pas op de plaats te maken. Tijd om de noodklok te luiden en in actie te komen, vindt Rob Fijlstra, die met zijn boek ruimte wil maken voor sprongsgewijze organisatieverandering. Daarvoor is het nodig op zoek te gaan naar nieuwe organiseerlogica en meer bewustzijn van de situatie om ons heen. Meer inzicht in het functioneren van organisaties is essentieel om helder te krijgen hoe het komt dat problemen steeds maar weer terugkomen. Het is daarbij belangrijk dat we gaan zien hoe die problemen te maken hebben met onze eigen aannames, overtuigingen en catastrofale leerprocessen. Daar is zelfanalyse voor nodig. We moeten op ontdekkingsreis, met een open geest en behouden en uitbouwen wat werkt en afrekenen met onnodige ballast. Rob Fijlstra probeert met zijn boek antwoorden te geven op de vraag onder welke mentale en organisatorische condities we van mensen mogen verwachten dat zij duurzaam het beste van zichzelf geven. In de eerste vier hoofdstukken maakt hij duidelijk waar de pijn zit, zowel collectief als individueel. Door dit wat deprimerende deel te lezen, groeit de veranderingsurgentie. In hoofdstuk vijf pleit de auteur voor zelfreflectie als kantelpunt tussen de huidige en de gewenste situatie. Zonder voldoende zelfinzicht blijven wij slaaf van onze eigen aannames en automatische reflexen. Hebben we eenmaal voldoende zelfinzicht dan kunnen we organisatieactivist worden en de heersende logica ter discussie stellen, waardoor de organisatie zicht krijgt op blinde vlekken en verborgen gebreken. Ook bieden organisatieactivisten nieuwe perspectieven en methodes om de interne samenwerking vruchtbaar te houden. Let wel, om bij de bron te komen, moeten we tegen de stroom in zwemmen! De rest van het boek bestaat uit aanzetten tot actie. Daar biedt Fijlstra aanknopingspunten om vandaag te doen wat morgen nodig is. De bijlagen bevatten praktische instrumenten die toegang geven tot de gewenste toekomst. ‘Vandaag doen wat morgen nodig is’, vormt een stevige aanklacht tegen de uitwassen die de gangbare manieren van managen en organiseren veroorzaakt hebben. Op een toegankelijke manier biedt de auteur uitwegen uit de impasse, compleet met praktische suggesties. Confronterende kost bedoeld om wakker te schudden.
Over Nico Jong
Nico Jong is senior adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.