In 'Het egeleffect' poogt hij er aan bij te dragen dat mensen volledig kunnen ervaren wat er gebeurt in teams, met name om processen die buiten het bewustzijn om gaan beter te begrijpen en om wat mysterieus lijkt te ontsluieren. Dat zal vooral interessant zijn voor mensen die in economie en management opgeleid zijn, maar ik denk dat iedereen wel iets uit dit boek kan halen dat de moeite waard is. Het bulkt namelijk van de opgeslagen ervaring.
Arthur Schopenhauer heeft in 'Parerga en Paralipomena' een verhaal opgenomen over de dilemma's waarmee egels tijdens de winter te maken kregen. De egels probeerden zo dicht mogelijk bij elkaar te kruipen als het koud werd, om hun lichaamswarmte te delen. Zodra ze dat echter deden, bezeerden zij zich aan elkaars stekels. Dus gingen ze weer uit elkaar om meer comfort te hebben. Door de kou werden ze toch weer naar elkaar gedreven, waarna hetzelfde gebeurde. Zo gaat het ook vaak in teams. Het afstoten en aantrekken. Hoe je dat proces goed coacht, vertelt Manfred Kets de Vries in zijn jongste boek 'Het egeleffect'. Het is een interessant boek, dat een goed inzicht geeft in de ingewikkelde praktijk van het coachen, maar... Maar toch. De aarzeling die ik na lezing heb, ligt vooral bij de vraag hoe ik dit nu allemaal toepas in de dagelijkse praktijk. Hoe coach je een high performanceteam?
Volgens Kets de Vries moet je dan kennis hebben van hechtingsgedrag, overdrachtsprocessen, spiegeling en emotionele en sociale besmetting. Van regressie en progressie, van paranoïde en depressieve processen. Van lineaire, monomythische en helische standpunten. Van ontwikkeling en evolutie van teams. Bovendien moet je zeer vaardig zijn om jezelf als instrument in te zetten; dus weten waarom je boos, triest, slecht gehumeurd of blij bent.
Kortom: een gemiddelde manager, zoals u en ik, zal dus niet of nauwelijks in staat zijn om een high-performanceteam te coachen. En dat is ook wat Kets de Vries in dit boek betoogt. 'Eerlijk gezegd zijn er momenten dat ik nogal bezorgd ben over de snelle toename van 'verkoperskletspraat' in het coachingvak.' Kortom: je moet alle stromingen uit de psychologie en psychotherapie kennen. Dat het een ingewikkeld proces is om high-performanceteams te coachen, maakt de auteur meer dan duidelijk in dit boek.
Hij doet dat met vele voorbeelden. 'Er was eens een jongetje dat de hele dag op een trommel sloeg en van elk moment genoot. Hij weigerde op te houden met trommelen, wat anderen ook zeiden of deden. Zijn radeloze buren bezochten een aantal zogeheten wijze vrouwen voor advies en vroegen hun iets aan het kind te doen. De eerste wijze vrouw zei tegen het jongetje dat als hij zoveel lawaai bleef maken, zijn trommelvliezen zouden scheuren. Haar redenatie ging het jongetje boven de hoofd, want hij was geen wetenschapper en hij was ook niet zo slim. De tweede vrouw zei tegen hem dat op een trommel slaan een heilige handeling was en alleen bij speciale gelegenheden mocht. Het kind bleef blij trommelen. De derde vond een simpele oplossing en bood de buren oordopjes aan. De vierde gaf de jongen een boek, zodat hij zijn energie op andere dingen kon richten. Maar boeken hadden duidelijk zijn interesse niet. De vijfde gaf de buren boeken over beheersing van je woede. De zesde gaf de jongen meditatieoefeningen om hem rustig te krijgen en legde uit dat alle realiteit verbeelding was. Net als placebo's werkten deze middeltjes een tijdje, maar geen van alle had langdurig effect. Uiteindelijk kwam er een werkelijk wijze vrouw langs. Ze stak de jongen een hamer en beitel toe en vroeg: 'Ik vraag me af wat er in die trommel zit?'
Dit verhaal lijkt me zeer toepasselijk voor executive coaches. Volgens Kets de Vries behoren coaches meer te doen dan een lapmiddel bieden. Zij moeten de werkelijke onderliggende problematiek aanpakken, die organisatieprocessen kunnen hinderen. Op een andere manier gezegd is dat ook wat Paul Ansems en Jan Moen beschrijven in het boek: 'Kleur bekennen'. Zij noemen het snorkelen. Snorkelen is de vaardigheid van een manager om te onderzoeken hoe de organisatiewereld er als het ware onder water uitziet. Want onder de oppervlakte van menselijke rationaliteit gaan vele subtiele psychologische krachten schuil, die de manier waarop teams opereren danig kunnen saboteren. Maar ja, dat wisten u en ik als ervaren managers dus ook al. 'Het egeleffect' is een leuk boek om te lezen. Interessant, vooral vanwege de vele voorbeelden en parabels. Jarenlange ervaring met vele top-execitives zijn hierin gebundeld. Maar na lezing bent u beslist nog geen executive coach van high-performanceteams. Maar dat had u natuurlijk ook niet verwacht.