Maar na een paar hoofdstukken valt het toch niet mee. Een modern managementboek lijkt steeds meer op een mengeling van een Power Point presentatie en een website. Dat geldt ook voor dit boek. Geen hoofdstuk kan zonder een plaatje, op vrijwel geen bladzijde ontbreekt een puntsgewijze opsomming. Zinnen zonder werkwoorden lijken eerder regel dan uitzondering. De uitgever heeft waarschijnlijk een boete gezet op onderwerpen die langer dan vier bladzijden beslaan. En dat terwijl geen managementtheorie lijkt te ontbreken. Het debiliserende effect van dit boek wordt nog vergroot door een aantal andere zaken. De plaatjes worden geacht een en ander te verduidelijken. Maar wat moet je met een plaatje met een driehoek, met aan de punten de woorden 'medewerkers', 'human resources' en aan de top 'management' met een tekening van een fabriek in het midden van de driehoek? 'HR in een driedimensionale omgeving' staat eronder en het schema (?) moet volgens de auteur duidelijk maken waarom het voor HR moeilijk wordt om haar functionele spectrum te bepalen. Herhalingen en verwijzingen naar onderwerpen die gaan komen of al langsgekomen zijn, maken het er ook niet makkelijker op om de aandacht erbij te houden. Zo krijgen we minstens vier keer, ik ben op gegeven moment gaan tellen, een uitspraak van Arnold Cornelis te verstouwen: 'De werkelijkheid bestaat voor een mens niet uit feiten, maar uit mogelijkheden'. De eerste keer denk je: aardig, maar op het eind van het boek begin je je af te vragen wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. Een nog fundamenteler probleem is dat in managementboeken de geschiedenis nog maar net begonnen is. In deze typisch Noord-Amerikaanse/Noord-Europese kijk op tijd lijkt het alsof mensen tot voor honderd jaar geleden niet werkten, economische activiteit afwezig was en we daar in ieder geval niets aan hebben. Voor Fousert begint de geschiedenis van arbeidsrelaties zelfs pas in 1950. Dat is jammer, want dit boek is voor de P&O'er een boeiend en handig boek. Niet alleen kan de P&O'er bepalen tot welke diersoort hij of zij behoort, er zijn er acht variërend van grijze muizen tot koppige ezels, er staan ook volop interessante tips in. Het hoofdstuk over Human resource accounting bijvoorbeeld, is voor minder cijfertechnisch geschoolde P&O'ers een uitstekende basis. En Fousert geeft wel degelijk een antwoord op de in de titel gestelde vraag. Via een aantal boeiend vertelde voorbeelden uit zijn carrière, de plaatjes zijn dan gelukkig heel even op, komt hij tot de conclusie dat HR een duidelijke rol heeft als verandermanager. Dat is een heldere boodschap en zeker geen open deur. In de praktijk van verandertrajecten komt de rol van P&O niet altijd goed tot ontwikkeling, soms omdat de mogelijkheden er niet zijn vanuit het management, maar toch ook wel omdat de P&O'er om de termen van Fousert te gebruiken, alleen maar een ijverige mier is of een postduif. Bij het faillissement van Fokker maakte de zware taak van voorbereiding en afwikkeling een geweldige energie los bij de afdeling HR, ondanks dat zij zelf ook hun baan zouden verliezen. Het leerde Fousert twee dingen. Emoties kunnen functioneel gemaakt worden tijdens een veranderproces en dat HR ondersteunend kan zijn bij het managen en leren managen van die emoties. Naast een rol als verandermanager ziet Fousert nog een rol voor de P&O'er. Organisatie en individu willen eigenlijk hetzelfde: ondernemen. Het individu wenst zelfrealisatie en de organisatie in wezen ook. Aan HR de uitdaging dit in balans te brengen.
Over Erwin van de Pol
Drs. Erwin van de Pol CMC RGVME is werkzaam als organisatieadviseur bij Rijnconsult. Van de Pol heeft enige honderden publicaties over management en maatschappelijke ontwikkelingen op zijn naam staan. Hij heeft een aantal professionele prijzen gewonnen waaronder de Management Essay Prijs en Kunst & Zaken Adviseurs Award.