Tien jaar later heeft Kitty 148 chemokuren ondergaan en kostte haar behandeling ruim twee miljoen euro; een schril verschil ten opzichte van de 168 euro die een mammografie had gekost. Gaandeweg kwam ze in absurde, onwerkelijke situaties terecht, maar met relativerende humor hield ze zich staande in de wereld van de witte jassen.
Haar eerste reactie wanneer haar oncoloog haar vertelt dat ze aan een ernstige kankersoort lijdt is: ‘Schiet me maar meteen dood, ik wil geen behandeling'. Niet veel later krijgt ze, nog altijd protesterend, haar eerste chemokuur. Ondanks haar ziekte en de slopende behandelingen, speelt Kitty in diverse theatersolo's die zij zelf schreef. Nu zijn deze scripts van haar hand gebundeld in dit boek, waarbij zij op authentieke wijze en met een bewonderenswaardig gevoel voor humor haar ervaringen met en haar visie op de zorg met de wereld deelt. Bovendien bevat het boek interviews met mensen om haar heen zoals haar zusje Sandra en diverse culturele collega's. Een boek dat er moest komen, zeker in de wetenschap dat haar einde steeds dichterbij komt...
Onlangs werd haar verteld dat de uitzaaiingen in haar lever aan het groeien zijn, ze onderging een borstamputatie en verloor haar haar. Haar boek is het relaas van een dapper mens die, tegen de stroom in, gezien wil worden als mens en niet als patiënt. Ooit zij ze daarover in een interview: ‘Kankerpatiënten zijn nog precies dezelfde mensen, waar alleen toevallig een raar wezentje in is geslopen.'
De wijze waarop zij haar verhaal doet is, ondanks de schrijnende en treurige werkelijkheid, doorspekt met een humor waar je alleen maar respect voor kan hebben. Het is waarschijnlijk ook juist dát wat haar zolang staande houdt. Het is een boek geworden waar iedereen die zelf kanker heeft, of heeft gehad, veel uit zal halen. Even zozeer is het haast een must-read voor artsen en verpleegkundigen. Hen biedt Waterval inzicht hoe de communicatie tussen arts en patiënt zou moeten verlopen.
Pittig en cynisch detail is dat Kitty haar kanker een naam gaf: Theodoor, naar de huisarts die weigerde haar door te sturen voor een mammografie. In de tien jaar dat Kitty inmiddels leeft met Theodoor, verstopte ze zich niet maar zocht ze juist het podium.
Kitty wil met haar boek vooral meegeven dat als men in de spreekkamer van een arts zit, men zich moet realiseren dat hij/zij ook gewoon een mens met emoties is. Iemand bij wie je je angst en emoties moet laten zien. Alleen dan krijg je zorg op maat. Daarnaast wil ze de angst voor het onderwerp wegnemen. Veel mensen weten zich slecht een houding te geven tegenover een kankerpatiënt. Dat zou niet zo moeten zijn. ‘Benoem het, praat erover en laat daarna alles weer bij het oude blijven.'
Waterval is mogelijk gemaakt middels een crowdfunding en met een deel van de opbrengst wordt het boek aangeboden aan alle bij het IPSO aangesloten inloophuizen.