‘De twee belangrijkste dagen van je leven zijn de dag dat je wordt geboren en de dag dat je weet waarom,’ zei Mark Twain. We hebben Inspiratie nodig om te weten wat we willen, en als we dat eenmaal hebben bepaald, hebben we inspiratie nodig om onze doelen te bereiken. Ik beschouw inspiratie als de mooiste verworvenheid van ons brein. Het stuwt ons voort, of we nu wetenschapper zijn, kunstenaar, topchef, ondernemer, advocaat, manager of bestuurder.
Ik heb, met lange tussenpozen, veertien jaar aan dit boek gewerkt. Na het verschijnen van mijn eerste boek, Het Slimme Onbewuste, voelde ik dat er een vervolg moest komen, maar het duurde lang voordat ik wist hoe dit vervolg er precies uit moest zien. Nu is het er dan, eindelijk.
Evocatie, inval en inspiratie
In het boek worden de drie verschillende vormen van inspiratie onderscheiden. De eerste is die van de ‘evocatie,’ of de roeping. Hier gaat het om het ontdekken van wat je wilt, wat je met je leven moet doen, waarvoor je op de wereld bent. Sommige mensen ontdekken dat ineens, bij toeval, de meesten moeten zoeken. Een goede zoektocht wordt echter meestal wel beloond. De tweede vorm is die van het idee, of de inval. De ‘Eureka-ervaring’ wordt het soms genoemd, als het om extreme gevallen gaat. Door ideeën beginnen we aan iets nieuws, zoals een nieuw boek of de ontwikkeling van een nieuw product voor onze onderneming. Met ideeën lossen we problemen op, zoals wanneer we als manager ineens beseffen, onder de douche, hoe we twee afdelingen die wantrouwend tegenover elkaar staan toch kunnen verbinden. De derde vorm is de dagelijkse inspiratie die we gebruiken als we werken. Waarom lukt het schrijven van een beleidsstuk of een businessplan of het voorbereiden van een belangrijke presentatie de ene dag beter dan de andere? Dat heeft te maken met inspiratie.
Danspartners
Inspiratie wordt vaak afgezet tegen transpiratie. ‘Dit boek is tien procent inspiratie en negentig procent transpiratie’ zegt iemand dan. Onzin. Inspiratie is niet iets waarop je moet wachten, liggend op de bank, hopend op dat ene moment. Je moet inspiratie tegemoet lopen, het liefst rennend, met gespreide armen. Inspiratie kun je afdwingen als je de juiste stappen volgt. Inspiratie volgt na transpiratie. Het zijn geen tegenpolen, maar danspartners die elkaar tot grote hoogte kunnen brengen. Inspiratie is de beloning voor eerder geleverde arbeid.
Wetenschappelijk en praktisch
In dit boek beschrijf ik inspiratie in samenhang met creativiteit, motivatie, nieuwsgierigheid, openheid, en de functie van het brein in het algemeen. Verder vertel ik hoe je inspiratie kunt krijgen. Inspiratie is een wetenschappelijk boek, maar ook een praktisch boek. ‘Heb je het ultieme zelfhulpboek geschreven?’ vroeg een journalist me een paar weken geleden. Ik hoop het.
Ten slotte staat het boek vol mooie en inspirerende anekdotes. Je maakt kennis met Sir Isaac Newton, Mahatma Gandhi, Martin Luther King, Marie Curie, Albert Einstein, Steve Jobs, J.K. Rowling, Pablo Picasso, Frida Kahlo, Charles Darwin, Wolfgang Amadeus Mozart, John Lennon, Ian Curtis, Johann Wolfgang von Goethe, Connie Palmen, Ilja Leonard Pfeijffer, Pieter van den Hoogenband, Lieke Klaver, Katalin Karikó, Marco Pierre White, Emile van der Staak, George Mallory en vele anderen. En ook, hopelijk, met jezelf.
Over Ap Dijksterhuis
Ap Dijksterhuis (1968) is hoogleraar psychologie, schrijver en een van de invloedrijkste psychologen van Nederland. Eerder schreef hij Het slimme onbewuste, Op naar geluk, De merkwaardige psychologie van een wijndrinker, Wie (niet) reist is gek, Maakt geld gelukkig?, het kinderboek Tussen je oren, Wegwee en de novelle Bart. Van zijn boeken zijn meer dan 200.000 exemplaren verkocht.
