Dat de crisis kansen biedt, geldt voor Triodos Bank ‘a fortiori’. De duurzame bank heeft nauwelijks last van de crisis en ziet de klanten toestromen. Die stappen over omdat ze de activiteiten van deze bank als duurzamer en transparanter beoordelen dan die van de grootbanken. Dat Triodos-directievoorzitter Peter Blom juist nu een boek publiceert met de veelzeggende titel ‘Het nieuwe bankieren. Een pleidooi voor duurzaam bankieren’, lijkt een logische, publicitaire inkopper. Maar het initiatief hiertoe kwam van Kosmos Uitgevers en niet van ons, zegt Blom. De uitgever schoof journalist Tobias Reijngoud naar voren, die het boek schreef op basis van een aantal interviews met Blom.
In de eerste plaats blijkt Peter Blom in meerdere opzichten een a-typische bankier. Zijn studie economie combineerde hij dertig jaar geleden met het werken in een natuurvoedingswinkel. Want Blom vond de studie te theoretisch en wilde voelen hoe het was om verantwoord te ondernemen, al bestond die term toen nog niet. Na zijn studie weigerde hij militaire dienst, omdat hij tegen de Koude Oorlog was. Voor zijn vervangende dienstplicht kon hij terecht bij de net gestarte Stichting Triodos, waar hij opklom tot directievoorzitter. Keert hij bonussen uit in deze barre tijden? Jazeker. Blom besluit om over 2009 een bonus uit te keren aan al zijn medewerkers. Iedereen, van hoog tot laag, krijgt een bonus van, houd u vast, driehonderd euro. Bruto.
Van relatie naar transactie
Blom start zijn boek met, hoe kan het ook anders, een analyse van het ontstaan van de financiële crisis. Hij schetst een beeld van snelle beursjongens en modellenmakers die de ‘echte’ bankiers de afgelopen jaren verdrongen. Die laatste categorie, dat waren de ambachtelijke kredietverstrekkers die nog steeds een relatie met hun klant onderhielden, die pas geld uitzetten bij kredietnemers als ze het eerst hadden aangetrokken als spaargeld. ‘Ik noem dat de verschuiving van relatiegericht naar transactiegericht bankieren. Het stapelen en doorverkopen van hypotheekbundels nam een grote vlucht. Door de handel in ondoorzichtige financiële producten wisten banken hun balansen enorm te ‘stretchen’.’ Des te pikanter omdat diezelfde bankiers in hun verstrekking van kredieten en hypotheken de klassieke verhouding tussen eigen en vreemd vermogen van hun klanten wel goed in de gaten bleven houden. Blom draait er niet omheen: ‘Ik vind het onvoorstelbaar dat zo veel bankiers zo veel jaren achtereen zo kritiekloos hebben meegedaan aan de handel in ondoorzichtige producten die werkelijk niets meer te maken hebben met fysieke goederen in de echte wereld. Ze zijn losgeraakt van hun kerntaken en hebben het zicht op de werkelijkheid verloren.’
Carpe diem
Waarom kwam de geest uit de fles? Blom zoekt het in de liberalisering die in de jaren tachtig werd ingezet. Gewone spaarbanken konden samengaan met investeringsbanken, verzekeraars gingen op hun beurt weer samen met banken, en het toezicht op en de regulering van de financiële sector werd steeds verder versoepeld. Want de markten, die konden zichzelf toch prima reguleren? De wereld smulde eind jaren tachtig van de belevenissen van effectenmakelaar Sherman McCoy, de megalomaan handelende hoofdfiguur in Tom Wolfes bestseller ‘Bonfire of the Vanities’. Maar het stuntwerk van zelfbenoemd ‘Master of the Universe’ McCoy verbleekt bij het echte werk in de jaren daarna, waarbij meesteroplichters als Nick Leeson, Jérôme Kerviel of Bernie Madoff – met de kennis van nu – niet meer dan symptomen van de tijdgeest bleken te zijn.
Maar goed, de wereld heeft meerdere crises gekend. De tulpenmanie in de 17e eeuw, de Grote Depressie, de uiteengespatte internetbubbel begin deze eeuw, ze kwamen de laatste tijd weer uitgebreid voorbij in de media. Blom plaatst deze crisis echter in een veel breder perspectief, dat op zich somber stemt: ‘Deze financiële crisis hangt samen met de veel ingrijpender problemen van deze tijd, zoals het klimaatvraagstuk, de energiecrisis en de voedselcrisis.’ Allemaal gevolg van de producerende en consumerende – westerse – mens die de dag plukt en niet stilstaat bij de gevolgen van zijn niet-duurzame handelen.
Financiers van de verandering
Maar hoe nu verder? Blom is optimistisch: ‘De rijkdom die we dachten te bezitten, was gebaseerd op lucht. Dit systeem moest wel een keer imploderen. Goed dat het is gebeurd. Want we hebben nu een geweldige kans om nieuwe wegen in te slaan.’ Dan moeten we om te beginnen wel het begrip kapitaal herdefiniëren, vindt Blom: ‘Niet meer alleen in termen van geld maar ook in termen van natuur, milieu, mens en maatschappij. Alleen dan kunnen we een oplossing vinden voor de klimaatcrisis en de uitputting van onze voorraad grondstoffen.’ En bankiers? ‘Zij zijn de financiers van de verandering. Althans, dat zouden ze moeten zijn.’ En dat is het stokpaardje van iedere duurzame bankier: een groen beleggingsfonds is snel in elkaar gesleuteld, maar de ‘proof of the pudding’ zit ‘m in de kredietverstrekking. Wat doe je als je gevraagd wordt een krediet te verstrekken van pakweg tachtig miljoen euro voor de aanleg van een oliepijpleiding? Een krediet waar je jaarlijks een flinke rente aan kunt verdienen, maar waarbij de milieu-effecten van de aanleg mogelijk aanzienlijk zijn? Dat zijn de duurzame dilemma’s waar banken als Triodos en ASN Bank soms andere keuzes maken dan de grootbanken. Blom wijst op ABN AMRO: ‘Die hebben de afgelopen jaren prijzen gewonnen voor hun duurzame gedrag. Maar ik vind het een veeg teken dat bij het opsplitsen van deze bank de complete afdeling Sustainability is verdwenen. Hoe duurzaam ben je dan in wezen? En waarom gaf Wouter Bos geen duurzame criteria mee aan Gerrit Zalm? Het enige criterium is dat Zalm een flinke bonus meekrijgt als hij de bank met winst weet te verkopen… En dat in deze tijden! Ook de overheid laat het afweten. Dat is een slecht signaal in deze tijden, waarmee we in een klap terug zijn bij af.’
Een breder kapitaalbegrip dus, en volgens Blom zou de overheid daar mede het voortouw in moeten nemen. Dan moet er nog heel wat gebeuren, want niet alleen bankiers maar ook overheden laten het op gebied van duurzaam denken en doen nog flink afweten, vindt Blom: ‘Ik vind het een veeg teken dat overheden de burger de laatste jaren steeds vaker betitelen als ‘klant’. Daarmee creëer je een relatie tussen de overheid als leverancier en de burger als klant. Het nadeel? De burger betaalt belasting en vindt dat hij als klant dus rechten opbouwt. Recht op goed onderhouden groenvoorzieningen, op minder files, op een aanpak van de milieuproblemen. Met als risico dat die burger niet meer nadenkt over zijn eigen gedrag en keuzes. Dat doet de overheid toch immers voor hem?’
Terug naar kleinere banken
Juist die overheid c.q. de politiek speelt een belangrijke rol in de lessen die Blom uit deze crisis trekt. In zijn boek serveert hij er tien. Duidelijk is volgens Blom dat we het niet moeten hebben van de bankiers zelf. Het recente bonusgeweld, met name in de VS, is wat dat betreft veelzeggend. De lessen volgens Blom: we moeten terug naar kleinere banken, naar het splitsen van verzekeraars en banken, en het opsplitsen van traditionele banken versus investeringsbanken. Die beweging is al ingezet, denk bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen bij ABN AMRO en ING. Dat sommige grootbanken die opknipscenario’s afwijzen, met als argument dat hun internationale klanten alleen willen bankieren bij internationaal opererende grootbanken, vindt Blom iets te makkelijk: ‘Welnee, klanten van banken zoeken steeds meer kwaliteit. Het gaat niet meer om omvang. Een lokale bank die de markt kent, is interessanter dan een grootbank met een hoofdkantoor in je eigen land.’ Hij is blij met de opvattingen van Obama, die duidelijk afkoerst op kleinere banken. ‘Ook in China grijpt de overheid op dit punt in. Hopelijk durven Europese politici dezelfde stappen te zetten.’ De politiek moet het speelveld en de regels aangeven, maar volledige nationalisatie van banken is voor Blom een stap te ver: ‘De overheid lijkt mij geen goed aandeelhouder. Maar ze moeten bankiers er wel van doordringen dat ze een belangrijke publieke nutsfunctie hebben. En dat het belang van de aandeelhouders dus gerelativeerd moet worden. Bankiers moeten denken aan ál hun stakeholders, de aandeelhouder is er daar maar een van.’
Diepgang
Het zijn lessen die hij eind januari ook voorhield aan de commissie De Wit. De hoorzitting blonk niet bepaald uit in diepgang, zegt hij terugkijkend: ‘Het werd mij, en andere sprekers, niet erg moeilijk gemaakt. Het ontbrak de commissieleden aan kennis, ze vroegen niet door. Jammer dat de fractiespecialisten er niet bij waren. Afijn, de gesprekken mondden uit in publieke getuigenissen. Op zich goed, dat moest wel gebeuren.’
Blom hoopt dat zijn pleidooi voor een omslag naar een economie waarin het streven naar maximale duurzaamheid voor iedereen centraal staat, gehoord wordt. ‘Daarbij doe ik niet alleen een beroep op bankiers, politici en overheden, maar ook op burgers. Zij hebben zich in de afgelopen jaren in slaap laten sussen door de aanbieders van financiële producten. Hopelijk zijn ze door deze crisis nu voldoende wakker geschud.’
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.