Juist die persoonlijke herkenning door miljoenen in het levensverhaal en de uitstraling van Obama had het effect van een politieke aardverschuiving. Obama is al een ‘een Reagan van links’ genoemd, met een vergelijkbaar Groot Verhaal en een vergelijkbaar charisma. De Democratische Partij valt verre in het niet bij de aantrekkingskracht van Obama als persoon.
Dat is stof tot nadenken voor degenen die weeklagen over de ‘Amerikanisering’ van de politiek, waarin personalisering, populistische verplatting en mediahijgerigheid de boventoon zouden voeren.
Heel Europa keek gefascineerd mee, alsof het onze eigen presidentsverkiezingen betrof. Maar voorlopig hebben we die niet, tot eigen schade en schande, noch op nationaal noch op Europees niveau. De hele wereld koos partij voor een van beide ‘contenders’, en hun heroïsche tweegevecht werd van dag tot dag gevolgd. Op een gegeven moment leek de voltallige Nederlandse politieke pers naar de Amerikaanse oostkust te zijn verhuisd, alsof we inderdaad een dramatische nationale verkiezingsnacht beleefden.
93 procent van het Nederlandse volk zou overigens hebben gekozen voor Obama. Alleen een verdwaalde VVD’er als Hans van Baalen en enkele neoconservatieven als Léon de Winter en Bart Jan Spruyt hielden het op McCain. Zelfs Rita Verdonk schaarde zich in het Obama-kamp. Geert Wilders was zuiniger: hij ‘respecteerde de keuze van het Amerikaanse volk’ (laten we preciezer zijn dan Geert: die van een kleine meerderheid - 52 procent - van het Amerikaanse volk).
Zijn tegenstanders hebben Obama vaak beschuldigd van een gebrek aan inhoud. Hij zou alleen maar een vage ‘verandering’ en een ‘can do’-idealisme prediken die verder tot niets verplichtten. Maar iedereen die wel eens de ‘issue’-pagina op Obama’s website heeft bezocht, of diens fenomenale ‘Call to Renewal’-toespraak uit 2006 heeft bekeken, of een boek zoals ‘Dreams From My Father’ heeft opengeslagen, ziet dat Obama bol staan van de intellectuele en politieke inhoud. Het intrigerende is juist dat vorm en inhoud bij hem op een zo natuurlijke wijze samengaan.
Persoon en ideeën vallen samen. Obama’s idealen worden door zijn levensverhaal geïllustreerd. Als kind uit een gemengd huwelijk belichaamt hij de kleurenblinde samenleving, als succesvol student en politicus belichaamt hij de kansengelijkheid van de Amerikaanse Droom, en als verzoener belichaamt hij een zachtere, meer relativerende, zelfs ‘vrouwelijke’ politieke stijl die het gebruikelijke Amerikaanse politieke ‘machismo’ voor schut zet. De kracht (en het geluk) van Obama is dat hij die verzoeningen niet alleen belijdt maar ze ook zichtbaar en herkenbaar maakt in zijn persoon.
‘Yes we can!’ De oneliner die vaak als inhoudsloos wordt weggezet, bevat in feite een heel programma van kansengelijkheid en emancipatie. Over de Amerikaanse Droom wordt vaak gezegd dat je wel heel diep in slaap moet zijn om erin te geloven. Maar Obama laat door zijn eigen onwaarschijnlijke succes zien dat het (soms) wel degelijk kan. Hij heeft nog steeds ongelijk dat in Amerika ‘alles’ mogelijk is, maar levert zelf het beste bewijs dat er kansen liggen die kunnen worden gegrepen, en dat de ‘droom van de grondleggers’ die hij aanroept daarom geen hersenschim is.
De ‘ware kracht van ons volk’, aldus Obama in zijn overwinningsspeech, ‘schuilt niet in de macht van onze wapens of de omvang van onze rijkdom, maar in de blijvende kracht van onze idealen: democratie, vrijheid, ontplooiingskansen en onverzettelijke hoop’. Hij zal nog veel te stellen krijgen met de onvermijdelijke spanning tussen de Amerikaanse wapens (of liever: de onmacht ervan), de Amerikaanse rijkdom (of liever: het verval ervan) en de door hem gedroomde idealen.
Een teleurgestelde Republikein in Wyoming vloekte: ‘Obama heeft niets. Niet in het leger gezeten. Nooit zakenman geweest. Hij kan alleen maar praten. Weet je wie dat nog meer deed? Adolf Hitler.’ Maar juist nu de Verenigde Staten door nationalistische houwdegens en grootgraaiende bankiers aan de rand van de afgrond is gebracht, heeft het land behoefte aan een Great Communicator, maar dan één van links.
Zolang Amerika nog zo scherp politiek verdeeld is, vergeef ik Obama graag zijn hang naar ‘One Nation’-patriottisme (‘zwart of wit, blauw of rood, we zijn allemaal Amerikanen’). Zijn verhaal over radicale kansengelijkheid is de beste manier om de gemeenschappelijkheid tussen de klassen, rassen en partijen te kweken die in de VS meer dan elders nodig is.
En ik vergeef hem vooralsnog graag zijn ChristenUnie-achtige kritiek op het homohuwelijk en zijn routineuze, voor Amerikanen waarschijnlijk onvermijdelijke godsvrucht (‘Thank you, God Bless you, and God Bless the United States of America’). De Verenigde Staten zijn voorlopig gezegend met een president als deze. Je zou bijna in God gaan geloven.
Over Dick Pels
Socioloog en filosoof Dick Pels is essayist voor onder andere NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Hollands Diep. Hij is (hoofd)docent maatschappijtheorie en sociale filosofie aan de universiteiten van Amsterdam en Groningen. Daarnaast is hij een van de oprichters van de progressieve denktank Waterland.